Langs de Arbeidsstraat werden op een 1,3 km lange strook grond tussen de spoorlijn en de sociale woonwijk Zuiderwijk in de jaren 1960 volkstuintjes aangelegd. Deze aanleg in de buurt van sociale woonwijken kadert in een brede traditie. Hoewel de eerste Belgische volkstuintjes in 1861 in Gistel aan arme landarbeiders werden toebedeeld, werden zij voor het overgrote deel ter ondersteuning en verheffing van arbeiders ingericht. De oogst van de tuintjes diende als aanvulling op het gezinsinkomen en verschafte de volkstuinder een eerbare hobby.
De bekendste organisatie die in België volkstuinen oprichtte was het "Werk van den Akker en den Haard", later in Vlaanderen omgevormd tot "De Vlaamse Volkstuin". Deze vereniging werd in 1899 opgericht door de Brusselse drukker Joseph Goemaere en de Franse priester Léon Gruel.
Of ‘Het Werk van de Akker – Werk der Volkstuinen’ betrokken was bij de ontwikkeling en uitbating van de Genkse volkstuinen is niet duidelijk, maar zeker is dat de vereniging bij verschillende in de periode na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde sociale woonwijlen betrokken was. Zo waren zij verantwoordelijk voor de aanleg van de volkstuinen die oorspronkelijk deel uitmaakten van de sociale woonwijk Hemelrijk in Beerse. De tuintjes werden ingericht op een perceel gemeentegrond tussen de Antwerpseweg en de Rerum Novarumlaan en aan de inwoners van de nieuwe wijk in bruikleen gegeven. Bij de door Léon Stynen ontworpen Wilrijkse sociale woonwijk De Vallaer werden alle woningen ontworpen met omhaagde voor- en achtertuinen. De inplanting van de volkstuintjes was ook hier aan de rand van de wijk voorzien. Ook bij de Berchemse Tuinwijken Groenenhoek, daterend uit het interbellum, werden langs de spoorweg volkstuinen voorzien.
De volkstuintjes in Genk blijven als laatste restanten van een voorbije tijd en levenswijze over. De 68 volkstuintjes werden in 2024 door de stad van de provincie overgenomen en heringericht met uniforme tuinhuisjes.
Auteurs: De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman; Michiels, Marijke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)