Stadsplein, nu deel van de 'groene boulevard', gelegen op de oude stadwallen, waarvoor interessante 19de-eeuwse aanlegplannen, typisch voor hun tijd, zijn bewaard.
Dit plein, nu integraal deeluitmakend van de nieuwe aanleg van de "groene boulevard" van de stad, was midden 19de eeuw een als stadswandeling opgevat plein dat de start zou worden van de promenade op de geslechte stadsvesten. Een 1846 gedateerd aanlegplan van architect L. Spaak voor het plein bleef bewaard. Kenmerkend voor de tijd is dat slechts een zesde van de beschikbare breedte bestemd was voor de rijweg (als "pavé" aangeduid) die mettertijd rond de hele stad zou lopen. De muren en gebouwen aan de stadskant zouden worden afgeschermd door een bomenrand van wel 8 à 10 meter breed en met een kronkelend tracé zoals de tijdsmode het vroeg. De rest zou aangelegd worden als "des pelouses de gazon arrangés en jardin anglais" met een levende haag of een houten afsluiting aan de kant van de kassei. In de bocht van het tracé zou een deel van de omgrachting niet worden genivelleerd om zodoende een heuveltje te kunnen behouden voor een kleine tempel of een rustiek paviljoen dat uitkijk zou bieden op de spoorweg. Inderdaad kwam aan de overzijde het tweede station van Hasselt.
Dat dit paviljoentje in rustieke stijl werd gebouwd, getuigt de lithografie van J. Hoolans van rond 1860. Een 'Engelse' aanleg werd het evenwel niet. De litho toont in tegendeel rechtlijnige wegen, zowel voor de wandelpaden als voor de kassei rechts; het plein was toen al aan beide zijden bebouwd. De grasstroken zijn langwerpige karpetten geworden met in rij geplante bomen, onderbroken voor een rond heestermassief. Dit is een ontwerp uit de jaren 1852-1856 van de Hasseltse tuinarchitect Jan Creten (1830-1910), – op wiens naam ook het stadspark van Sint-Truiden staat, de aanleg van het park bij het kasteel van Bokrijk en dat van Kiewit. Het paviljoen figureert ook op postkaarten. Het werd in rustieke stijl uitgevoerd met een strodak met lantaarntje. De structuur bestond uit knoestige stammen die verbonden waren met takken als balustrade. Ook voor de banken van het plantsoen hield men zich aan de rustieke stijl met pseudo boomtakken als leuning.
BUSSELS M., Hasselt 750 jaar stad 1232-1932, Hasselt, 1982, p. 140-141.
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BOSSCHE H., 2006: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 2: As, Beringen, Diepenbeek, Genk, Ham, Hasselt, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Lummen, Opglabbeek, Tessenderlo, Zonhoven, Zutendaal, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed. Auteurs: De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)