Kasteel Tivoli werd aan de Antwerpsesteenweg in 1802 opgetrokken als buitenverblijf in opdracht van brouwer Corneille Scheppers en respectievelijk in 1904 door Léon Martin en in 1922 door Cyr. Van den Bergh vergroot met zijvleugels.
De Antwerpsesteenweg te Mechelen is een deel van de steenweg Antwerpen-Mechelen waarvan het gedeelte tussen Kontich en Mechelen werd in 1704-1706 aangelegd op initiatief van de Staten van Brabant. De oudste gegevens over het kasteel Tivoli lezen we op een arduinen gedenksteen in het souterrain: "C.J.J.S./ M.P. 30 AOUT/ 1802" (Corneille Jean Joseph Scheppers me posa le 30 août 1802). Corneille Scheppers, in een lijst der notabelen van Mechelen van 1814 vermeld als brouwer, bouwde zijn 'buitenplaats' op landbouwgrond, volgens de kaart van Hunin van 1799: van een bestaand gebouw, vijvers of grachten was er geen sprake. In 1841 liet hij zijn buitenverblijf over aan zijn jongste zoon Victor, beter bekend als Monseigneur Scheppers. Bij diens overlijden, in 1877, werd Tivoli verkocht aan Martin François Louis Van Diepenbeeck, eveneens brouwer te Mechelen. Zijn zoon Louis en echtgenote voorzagen het kasteel, onder leiding van de Brusselse architect Léon Martin, van een noordelijke zijvleugel zoals aangegeven op de arduinen gedenksteen rechts van de vroegere traptoren: "ANNO 11 JUIN 1904/ Louis Laure/ Van Diepenbeeck-Dubois/ Renée van Diepenbeeck/ LEON MARTIN Archte BRUXELLES 1904". De vergroting aan de zuidelijke zijde, onder leiding van architect Cyr. Van den Bergh, dateert van 1922. De uitbreiding van de tuin dateert eveneens van begin 1900: de oorspronkelijke gracht onmiddellijk ten westen van de vijver werd gedempt en de gracht naast de ingangsdreef doorgetrokken tot aan de Antwerpsesteenweg. Het goed bleef, in vrouwelijke lijn (Degraux, van Bastelaer), in handen van dezelfde familie tot het in 1978 aan de stad Mechelen werd verkocht.
Het kasteel werd ingericht en wordt anno 2014 gebruikt als meeting place, feestzalen en restaurant. In het najaar van 1990 werd het kasteel volledig beplakt met vellen papier, ingekleurd met blauwe balpen. Auteur van dit artistiek evenement was Jan Fabre.
Het uitgestrekte parkdomein, op het moment van bescherming 12 hectare, wordt begrensd door de Vrouwvliet (zuid), de Antwerpsesteenweg (west) en recente woonwijken (noordwest, noord en oost). Het noordelijke deel van het domein werd in de jaren 1980 en later verkaveld. De aanpalende woonwijk Otterbeek van 1955-1960, opgetrokken door de Mechelse Goedkope Woning, bestrijkt maar voor een beperkt gedeelte het voormalige Tivolidomein. In 1905 werd naar ontwerp van architect Cyr. Van den Bergh een portierswoning in landelijke stijl opgetrokken.
Het kasteel is opgebouwd uit bepleisterde, witgeschilderde volumes met een onregelmatig grondplan en onregelmatige opbouw als gevolg van verschillende verbouwingen. Het oorspronkelijk laatclassicistisch kasteeltje (1802) telt drie traveeën in de voorgevel, twee aan de zijgevel, twee bouwlagen en is afgedekt met een leien schilddak met centrale opengewerkte lantaarn. Het kasteel werd later uitgebreid met neoclassicistische zijvleugels van één travee en verschillend aantal bouwlagen, naar de achtergevel toe uitgewerkt als torens onder een leien schilddak met nokversiering. De noordelijke uitbouw dateert van 1904 naar ontwerp van architect Léon Martin met elementen verwijzend naar het bestaande gebouw, zoals de vlakverdeling door middel van lisenen en cordons, schijnvoegen, boogvensters op de begane grond, rechthoekige op de verdieping en een koepel op het salon. De zuidelijke uitbouw dateert van 1922 naar ontwerp van architect Cyr. Van den Bergh, uitgevoerd in dezelfde geest als voorgaande. Een terras met balustrade, postamenten met siervazen en een stenen trap met ijzeren leuning vult de ruimte tussen de iets naar voren geschoven zijvleugels. De metalen luifel bevond zich aanvankelijk aan de achtergevel. De achtergevel wordt gemarkeerd door een driekwartronde, voormalige traptoren onder een koperen helm. De muuropeningen zijn aangepast. In 1992 ontwierp architect Karel Beeck een 'orangerie' die werd aangebouwd tegen de achtergevel. Het schrijnwerk is vernieuwd.
Kenmerkend in het interieur van de noordelijke uitbouw is het salon in neo-Vlaamserenaissance-stijl, onder meer met een indrukwekkende gebeeldhouwde schouw. In de zuidelijke uitbouw bevindt zich een monumentale natuurstenen staatsietrap.
Het uitgestrekte parkdomein, op het moment van bescherming (1997) 12 hectare groot, wordt begrensd door de Vrouwvliet (ten zuiden), de Antwerpsesteenweg (ten westen) en recente woonwijken (ten noordwesten, noorden en oosten). Het domein, waarin kasteel Tivoli zich bevindt, is onlosmakelijk verbonden met het kasteel.
De beboomde tuin, langs de Antwerpsesteenweg afgesloten door een haag, van het in het zuidwesten van het domein gesitueerde kasteel omvat een kunstmatige vijver met ernaast een vermeende 'tumulus' gevormd door de aarde afkomstig van de vijver. Verder bestaat de tuin uit grasperken met groepen opgaande bomen doorkruist met slingerende paden. Ten oosten van het kasteel, buiten de omgrachting, ligt een geometrisch aangelegde siertuin. Het Herculestempeltje, op het moment van bescherming ingericht als schuilhoek en sanitair, is een zeldzaam 'fabriekje' uit het begin van de 20ste eeuw. Nabij de vijver bevindt zich het carillonmonument opgericht ter nagedachtenis aan zanger Louis Neefs, lid van de Mechelse gemeenteraad en omgekomen bij een verkeersongeval op 25 december 1980. Zowel de tuin, de toegangsdreef, de vijver, het grasperk, het Herculustempeltje, de bruggetjes als de grachten rondom maken intrinsiek deel uit van de aanleg van het kasteel. Ten noorden van de toegangsdreef bevinden zich grasperken, een kleine boomgaard en een parkbosje.
De Belgische Dendrologische Inventaris vermeldt de aanwezigheid van volgende merkwaardige bomen: Japanse honingboom (Styphnolobium japonicum ‘Pendula’) met een stamomtrek van 0,93 meter, gele paardenkastanje (Aesculus flava) met een stamomtrek van 1,86 meter, Amerikaanse tulpenboom (Liriodendron tulipifera) met een stamomtrek van 3,03 meter, gewone robinia (Robinia pseudoacacia) met een stamomtrek van 3,65 meter, een Sawaracipres (Chamaecyparis pisifera) met een stamomtrek van 1,04 meter, een gele treurwilg (Salix sepulcralis (x) ‘Chrysocoma’) met een stamomtrek van 2,16 meter, een zilverlinde (Tilia tomentosa) met een stamomtrek van 1,88 meter, een Montpelieresdoorn (Acer monspessulanum) met een stamomtrek van 0,92 meter, een gewone taxus (Taxus baccata) met een stamomtrek van 1,57 meter en een vederesdoorn (Acer negundo) met een stamomtrek van 1,02 meter (gemeten op 1,50 meter hoogte, opname in 2005).
De west-oost georiënteerde toegangsdreef van opgaande wilde kastanjes (Aesculus hippocastanum) aan de Antwerpsesteenweg is afgesloten met een ijzeren hek tussen geblokte pijlers met een bolornament. De portierswoning werd in 1905 gebouwd in landelijke stijl naar ontwerp van architect Cyrille Van den Bergh. De woning is opgetrokken in baksteenmetselwerk met afstekende banden (groen en geel), rechthoekige beneden- en rondbogige bovenvensters met luiken en overkragende haakse zadeldaken (kunstleien) met windveren.
De bakstenen hovenierswoning en koetshuis werden in 1890 opgetrokken in landelijke stijl. Het koetshuis werd later vergroot en was op het moment van bescherming ingericht als kinderboerderij.
De bewaarde bijgebouwen zijn onlosmakelijk met het fenomeen ‘buitenplaats’ verbonden.
Auteurs: Plomteux, Greet; Cox, Lise; Daemen, Caroline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Cox L. & Daemen C. 2014: Kasteeldomein Tivoli [online], https://id.erfgoed.net/teksten/192417 (geraadpleegd op ).
Uitgestrekt parkdomein, heden 12 hectare, begrensd door de Vrouwvliet in het zuiden, door de Antwerpsesteenweg in het westen en recente woonwijken in het noorden en het oosten. Het noordelijke deel van het domein werd in de jaren 1980 en volgende verkaveld. De aanpalende woonwijk Otterbeek van 1955-1960, opgetrokken door de Mechelse Goedkope Woning, bestrijkt maar voor een beperkt gedeelte het voormalige Tivolidomein.
Nabij de Vrouwvliet gelegen kasteel omgeven door een beboomde tuin met centrale vijver, grasperk en grachten rondom. Poort en portierswoning aan de Antwerpsesteenweg, aansluitende toegangsdreef en voormalige bijgebouwen met name een hovenierswoning, serres, koetshuis, liggen buiten de grachten; brug en toegangsweg bevinden zich aan de achterkant van het kasteel.
De oudste gegevens over het kasteel lezen we op een arduinen gedenksteen in het souterrain: "C.J.J.S./ M.P. 30 AOUT/ 1802 (Corneille Jean Joseph Scheppers/ me posa (le) 30 août/ 1802)". C.J. Scheppers, in een lijst der notabelen van Mechelen van 1814 vermeld als brouwer, bouwde zijn "buitenplaats" op landbouwgrond, zie de kaart van Hunin van 1799: van een bestaand gebouw, vijvers of grachten was er geen sprake. In 1841 liet hij zijn buitenverblijf over aan zijn jongste zoon Victor, beter bekend als Monseigneur Scheppers. Bij diens overlijden, in 1877, werd Tivoli verkocht aan Martin François Louis Van Diepenbeeck, eveneens brouwer te Mechelen. Zijn zoon Louis en echtgenote voorzagen het kasteel, onder leiding van de Brusselse architect L. Martin, van een noordelijke zijvleugel zoals aangegeven op de arduinen gedenksteen rechts van de toren: "ANNO 11 JUIN 1904/ Louis Laure/ Van Diepenbeeck-Dubois/ Renée van Diepenbeeck/ LEON MARTIN Archte BRUXELLES 1904"; de vergroting aan de zuidzijde, onder leiding van architect C. Van den Bergh, dateert van 1922. De uitbreiding van de tuin dateert eveneens van begin 1900: de oorspronkelijke gracht onmiddellijk ten westen van de vijver werd gedempt en de gracht naast de ingangsdreef doorgetrokken tot aan de Antwerpsesteenweg. Het goed bleef, in vrouwelijke lijn (Degraux, van Bastelaer), in handen van dezelfde familie tot het in 1978 aan de stad Mechelen werd verkocht.
In het najaar van 1990 werd het kasteel volledig beplakt met vellen papier, ingekleurd met een blauwe balpen; auteur van dit artistiek evenement was Jan Fabre.
Toegangsdreef aan Antwerpsesteenweg afgesloten met ijzeren hekken tussen geblokte pijlers met bolornament; portierswoning in landelijke stijl, 1905, naar ontwerp van architect C. Van den Bergh: baksteenmetselwerk met afstekende banden (groen en geel), rechthoekige beneden- en rondbogige bovenvensters met luiken en overkragende haakse zadeldaken (kunstleien) met windveren.
Bepleisterde, witgeschilderde volumes met onregelmatig grondplan en dito opbouw als gevolg van verschillende verbouwingen. Oorspronkelijk laatclassicistisch kasteeltje (1802) van drie traveeën in de voorgevel, twee aan de zijgevel, twee bouwlagen en schilddak (leien) met centrale opengewerkte lantaarn. Later uitgebreid met neoclassicistische zijvleugels van één travee en verschillend aantal bouwlagen, naar de achtergevel toe uitgewerkt als torens onder leien schilddak met nokversiering: noordelijke uitbouw van 1904 naar ontwerp van architect L. Martin met elementen verwijzend naar het bestaande gebouw, met name de vlakverdeling door middel van lisenen en kordons, schijnvoegen, boogvensters op de begane grond, rechthoekige op de verdieping, koepel op het salon; zuidelijke uitbouw van 1922 naar ontwerp van architect C. Van den Bergh, uitgevoerd in dezelfde geest als voorgaande. Een terras met balustrade, postamenten met siervazen en stenen trap met ijzeren leuning vult de ruimte tussen de iets naar voren geschoven zijvleugels; de metalen luifel bevond zich vroeger aan de achtergevel. Achtergevel met driekwartronde toren onder koperen helm; aangepaste muuropeningen; in 1992 aangebouwde "oranjerie" naar ontwerp van architect K. Beeck. Vernieuwd schrijnwerk.
Noordelijke uitbouw met salon in neo-Vlaamserenaissancestijl, onder meer indrukwekkende gebeeldhouwde schouw; zuidelijke uitbouw met monumentale natuurstenen staatsietrap.
Kunstmatige vijver met rechts vermeende "tumulus" gevormd door de aarde afkomstig van de vijver. Het Herculestempeltje, heden ingericht als schuilhoek en sanitair, is een zeldzaam "fabriekje" uit het begin van de 20ste eeuw. Nabij de vijver, carillonmonument opgericht ter nagedachtenis aan zanger Louis Neefs, lid van de Mechelse gemeenteraad en omgekomen bij een verkeersongeval op 25 december 1980.
Bakstenen hovenierswoning en koetshuis in landelijke stijl van 1890; laatstgenoemde werd later vergroot en is heden ingericht als kinderboerderij.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. 1995: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Mechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 1995: Kasteeldomein Tivoli [online], https://id.erfgoed.net/teksten/1346 (geraadpleegd op ).