Landgoed met kasteelpark in landschappelijke stijl met riant karakter, uitgestrekte vijver en bossen, uit de tweede helft van de 19de eeuw, teruggaand op een oudere site met neerhof-opperhofstructuur.
Mombeek voorheen
De literatuur vermeldt Mombeek als een Loons achterleen dat aanvankelijk in handen is van een gelijknamige familie, tot het in de 14-de eeuw langs vrouwelijke lijn vererfd wordt door Gillis Reys van Repen. Het wordt dan beschreven als "...huys metten nederhove en metten V wijerken doer om gheleeghen te weten den huus wyer, der hoef grave dy ome den nederhoef gheit, Sintjanswijer, dy overste winterbeek en dy nederste winterbeek en oke dy bongaert voer dat vorschreve hoef gheleeghe recht over haldende te samen omtrint V bonre... ". Als Guillaume Van den Bosch er in 1499 eigenaar van wordt, neemt die de naam en de wapens van de eerste familie van Mombeek over. Sedert 1676 in handen van de familie van Geloes, wordt het goed in 1753 via Barbara Gertrudis Voskens en haar huwelijk met Gerard Arnold Vannes vererfd in deze laatste familie. Midden 19de eeuw wordt het bewoond door Gustave Vannes en is het "une jolie campagne de style moderne" dat omringd is door "jardins élégants dessiné par Genera", mogelijk een verbastering van Gindra, een landschapsontwerper waarvan de naam ook in Lummen en Herk-de-Stad (Gasthuisbosdomein) opduikt. De heren van Mombeek beschikten in Hasselt over het Waerdenhof (nu Museum Stellingwerf-Waerdenhof) als stedelijke residentie.
Men vindt een beschrijving van het 18de-eeuwse Mombeek in Les Délices du païs de Liège: "Het ligt in een vlakte van weiden en akkers die door lanen van opgaande bomen gescheiden zijn. De ingang gebeurt langs het neerhof met de landgebouwen en achteraan ligt de woonvleugel 'plus solide que brillant'. Die wordt verdedigd door een ronde toren en is gelegen in zijn omgrachting, zodat men het slechts kan bereiken langs een brug. Het was eerst bezit van de baanderheren van Hasselt, maar is nu van de heer Cocks". Mogelijk behoorde deze Cox tot de clan families die samen met de Briers, van Willigen, de Moffarts, Sigers, Palmers en de Libotton in de loop van de 19de eeuw door onderlinge huwelijken talrijke landgoederen en kastelen uit het Ancien régime in en rond Hasselt bezaten, ook het 'Rectoraet' in Sint-Truiden, bij de kapel van Kortenbos (Nieuwerkerken).
Op de Ferrariskaart(1774-1775) wordt het goed verkeerdelijk 'château de Diepenbeeck' genoemd, maar wat de configuratie van de site betreft, wordt de bal niet mis geslagen vermits die op recentere kaarten herkenbaar blijft. Het is dan een omgracht goed met een L-vormige vleugel als neerhof, en een omgracht opperhof met twee parallel liggende vleugels achter elkaar, te interpreteren als een poortvleugel en een woonhuis, zoals beschreven in Les Délices. Op de kaart ziet men eveneens de twee nog bestaande dreven, deze naar de Luikersteenweg, richting kasteel van Henegauw ten noordwesten, nog niet rechtgetrokken en maar op halve lengte aangeplant. Er liggen drie tuinen: een eerste op het voorhof, een tweede bij het neerhof en een derde is mogelijk een eilandtuin. Ten noorden en ten oosten strekken zich boomgaarden uit en een bos met dreef ten oosten is op het kasteel geaxeerd.
Op het Vóór-Primitief kadasterplan van 1813 is het waterkasteel al gesloopt, maar de motte (perceel nr. 1001 genoteerd als vijver) en de omgrachting (nr. 1002, 1005) bleven grotendeels behouden. De poortvleugel werd een huis (nr. 1008) met een omhaagd tuintje rondom, mogelijk gemaakt door gedeeltelijke demping. Het voorhof is door een weide (nr. 1007) en een boomgaard (nr. 1003) ingenomen en het neerhof (nr. 1006) kreeg een uitbreiding rond het rechthoekige erf. Er liggen tuinen bij het huis (nr. 1009) en over de gracht achter het neerhof (nr. 1013). Een dijk (nr. 1010, genoteerd als uitweg) verdeelt de gracht in vijvers (nr. 1001 en 1011) en poelen (nr. 997, 999, 1000, 1016). Verder zijn er boomgaarden (nr. 1003, 1004, 1012), weide (nr. 1007), bouwland (nr. 995, 1019, 1015, 1018) en hooiland (nr. 992). De kadastrale legger van 1844 geeft Frans Vannes als eigenaar van Mombeek op.
De tekening van Philippe de Corswarem (1759-1839), die Jean Vannes als eigenaar vermeldt, geeft deze configuratie in opstand weer, vanuit het westen. Een bomenrij loopt parallel met de gracht die aan de voorhof- en neerhofzijde deels met hagen, deels met een gemetselde muur is begrensd. Een eveneens gemetselde brug met lage borstwering leidt over de gracht. De toegang tot het voorhof gebeurt tussen twee hoge vierkante pijlers met deksteen en bolbekroning. Ten noorden ligt het neerhof met het boerenhuis en een hoge schuur. Achteraan op het voorhof bevindt zich de verbouwde poortvleugel. Het huis is een eenvoudig landhuis van zeven traveeën gevat tussen trapgevels, de drie middelste traveeën zijn twee bouwlagen hoog. Twee lage hekpijlertjes in de as van de deur onderbreken de haag die de tuin afboordt. Het silhouet en de trapgevels van het oude poortgebouw en de kruiskozijnen van het boerenhuis verwijzen naar de traditionele architectuur van de 17de en de eerste helft van de 18de eeuw. Hoog geboomte neemt de achtergrond in.
De Dépôt-kaart (opname 1871, uitgave 1878) toont dezelfde schikking van de gebouwen en een situatie die een lichte verlandschappelijking onderling. De gracht kreeg een minder strakke belijning en het oude voorhof werd een grasveld met rondweg. Daarop mondt ook de dreef naar Mombeek uit en de dijk over de gracht sluit daar op aan; ten oosten geeft die verbinding op de eerste rondweg van het bos, aan de oostzijde van het kasteel, op grondgebied Diepenbeek. Dat parkbos had een tweede ellipsvormige rondweg en een centrale dreef, die reeds ten tijde van Ferraris bestond en naar de huidige Nietelbroekstraat liep. Het boccageland schap naar de Mombeek werd geopend en ter hoogte van de Nietelbroeken werd het bosgebied aanzienlijk uitgebreid. De uitgave met de terreinopname van 1882 geeft een nauwelijks gewijzigd beeld, maar op de stafkaart van 1933 is de vijver vergroot tot zijn huidige vorm. Ook het ronde gazon met centraal waterbekken werd toen genoteerd.
Het kasteel, in zijn huidige verschijningsvorm een landhuis met neoclassicistische inslag, werd in 1891 ten kadaster genoteerd met een verwarmde bloemen- en druivenserre tegen de zuidkant. Een noordelijke uitbreiding en een ingangspui verschenen in 1916. In 1923 zijn Louis van Briel en zijn echtgenote, geboren van Havre er eigenaars van.
Mombeek vandaag
Het goed ligt ten noorden van de Mombeek, aan de zuidelijke rand van een open landschap met oprukkende verstedelijking, in het gehucht Rapertingen, ten zuidoosten van Hasselt, op de grens met Diepenbeek. Ten zuiden van het landgoed is het valleigebied eerder gesloten en gaaf bewaard. Het is niet omhaagd en bezit geen inrijhek, maar is omringd door een gracht die vóór de afdamming in verbinding stond met de kasteelvijver.
De toegang is vanaf de Luikersteenweg gemarkeerd door twee witgeschilderde pijlers van blauwe hardsteen, met ingediepte spiegels op de vlakken en met een geprofileerde deksteen ter bekroning, daterend uit de 19de eeuw. Ze vormen de aanzet van de circa 1 kilometer lange dreef van jonge gewone platanen naar het kasteel. Een brug met lage muurtjes van machinale baksteen en betonnen dekstenen, uit midden 20ste eeuw, ligt over de gracht en geeft toegang tot het voorhof. Dat is opgevat als een ruime voortuin die men van op de Dépôtkaart herkent. Hij is begrensd door het huis ten oosten, de kasteelboerderij en enkele solitaire bomen ten noorden, en een rand van bomen ten westen en ten zuiden. Het ronde grasplein heeft een centraal rozenperk met gecementeerde boord en er loopt een gekasseide weg rond als oprit naar de ingangspui van het landhuis.
Dat heeft een eenvoudig volume van zeven traveeën en twee en een halve verdieping onder een hoog leien schilddak met talrijke schouwen, strak classicistisch van uitzicht en sober van karakter. De voorgevel is gemarkeerd door een driehoekig fronton met Palladiaans venster ter bekroning van het nauwelijks uitstekend middenrisaliet, dat drie traveeën telt, met op de begane grond de open loggia, waarvan de zuilen het balkon van de eerste verdieping dragen, toevoeging die in 1916 werd gekadastreerd. De parkgevel heeft een eenvoudige ordonnantie, slechts onderbroken door de gietijzeren leuning van het balkon aan de drie middelste vensters van de bovenverdieping. De korte noordgevel heeft een uitbouw van één travee in dezelfde stijl als het huis. De gesignaleerde wintertuin bestaat niet langer.
Het riant karakter van het park in landschappelijke stijl, met een grote L-vormige vijver achter en naast het huis en het parkbos ten oosten, werd door recentere populieren gemaskeerd. De uitgestrekte weilanden, de verste als fruitweiden, hebben architecturaal ingeplante bomengroepen. Ook de monumentale zichtas van 100 bij 500 meter, over de vijver, in zuidoostelijke richting is nu verstoord. De dreef naar de Nietelbroekstraat in oosteijke richting is er de tegenhanger van. De bossen zijn deels vervangen door aanplantingen van populieren en verschillende bomen sneuvelden tijdens de stormen van de laatste jaren.
De uitgestrekte, niervormige waterpartij achter het landhuis is een hertekening van de oude kasteelgracht. De kleinere vijver ten noorden ervan, bestond al ten tijde van het Primitief kadaster. Het eendenhok in de vijver is zichtbaar vanaf de straat. Het langgerekt hoevetje (perceel nr. 92) ten noorden van de neerhofgebouwen en loodrecht op de straat ingeplant, heeft een gecementeerde gevel, die in zijn neoclassicistische uitwerking refereert aan de architectuur van het kasteel. De bepleistering heeft ingediepte voegen en hoekkettingen en de puntgevel is opgevat als een fronton met, boven de uitspringende kordonlijst, een monunentaal halfrond venster met decoratieve roedenverdeling, identiek aan het frontonlicht van het kasteel.
De voorheen geïsoleerde ligging van Mombeek is nu door verkavelingen aangetast.
Bomen
Bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), Canadapopulier (Populus x canadensis), gewone beuk (Fagus sylvatica), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), gewone haagbeuk (Carpinus betulus), witte paardekastanje (Aesculus hippocastanum), gewone robinia (Robinia pseudoacacia), Kriminde (Tilia x euchlora), moerascipres (Taxodium distichum), Noorse esdoorn (Acer platanoides), tamme kastanje (Castanea sativa), gele treurwilg (Salix alba 'Tristis'), Coloradozilverspar (Abies concolor), zomereik (Quercus robur). Restant van een rij knotwilgen (Salix alba) bij de ringgracht, opslag van ruwe iep (Ulmus glabra).
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BOSSCHE H., 2006: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 2: As, Beringen, Diepenbeek, Genk, Ham, Hasselt, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Lummen, Opglabbeek, Tessenderlo, Zonhoven, Zutendaal, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Kasteel van Mombeek
Is deel van
Hasselt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Park van het kasteel van Mombeek [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134608 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.