Hoeve met losstaande bestanddelen, uit de tweede helft van de 19de eeuw; bestaande uit woonstalhuis (nok loodrecht op de straat), parallel gelegen langsschuur aan zuidzijde en L-vormig wagenhuis (nok parallel aan de straat) aan westzijde. Huidige benaming komt voor vanaf 1802. Afgeleid van de familie Bellen(s) die onder meer in 1627 vermeld staat als bezitter van de hoeve.
Rechthoekige bakstenen gebouwen van één bouwlaag onder zadeldaken (Vlaamse pannen) met rechthoekige grotendeels vernieuwde muuropeningen. Gedichte steekboogpoorten bij wagenhuis.
VAN PASSEN R., Toponymie van Kontich en Lint, Gent, Vlaamse Academie voor taal- en letterkunde, 1962, p. 113.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n2 (Ho-Ra), Brussel - Gent. Auteurs: Wylleman, Linda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)