Verwilderd, landschappelijk parkje uit het einde van de 19de eeuw bij een circa 1992 afgebrand buitenhuis met boerderij.
Het ligt ten noorden van de dorpskern en van de Demer, tegenover het Prinsenhof ten zuiden van de Demer. Het gaat om een oude site, waarvan de boerderij voorheen anders was ingeplant, in een omhaagd akkerland, al genoteerd op de Ferrrariskaart (1774-1775). Nu is het goed begrensd door vier straten. Dit was al op de Dépôt-kaart van 1871 het geval. Ze toont twee parallel gelegen gebouwen en meer zuidelijk een vijver, maar geen parkje; allicht was het toen enkel boerderij.
Ten kadaster staat het goed bekend als Jesseshof, gelegen "aen den Squaden hof". Later, vermoedelijk toen het buitenhuis werd, noemde men het Belvedère. De opmetingsschets van 1887 toont onder andere de aanbouw van midden- en hoekrisalieten aan het woonhuis. Het lag tegenover een dienstgebouw en er sloot een al bestaande moestuin bij aan met een halfronde muur. Mogelijk geeft het jaartal 1887 ook de aanleg van het huidig parkje aan.
Van deze parkaanleg met interessante bomen, blijven nu nog de inkom langs de Overdemerstraat, restanten van een vijver ten zuiden en van een moes- en fruittuin met afgerond beloop ten oosten over. Langs de Jesseshofstraat liggen vervallen aanhorigheden en van de begrenzing blijven er beuken hagen over. Brandschade rond 1992 maakte het huis onbewoonbaar, dit had ook repercussies op het onderhouden en dus het verder bestaan van het parkje.
Bomen
Bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') en gewone beuk (Fagus sylvatica), gewone robinia (Robinia pseudoacacia), gewone haagbeuk (Carpinus betulus), mispel (Mespilus germanica), witte paardekastanje (Aesculus hippocastanum), zomereik (Quercus robur), zwarte els (Alnus glutinosa), en een zeldzame sassafras (Sassafras albidum) (60 cm stamomtrek, gemeten op 150 cm hoogte en een gekapte van 168 cm).