Park in landschappelijke stijl met riant karakter (26 hectare) van rond 1890, horend bij het voormalig kasteeldomein van de heren van Klein Stevoort, die er in de 18de eeuw een nieuw waterkasteel bouwden en twee sterrebossen aanlegden. Ze vertrokken daarbij van een oudere kern. Sedert 1922 werd het kasteel tot een school omgevormd, Mariaburcht genaamd, met nieuwe gebouwen in het park.
Het kasteeldomein voorheen
Op 9 juni 1701 kocht majoor Nicolas de Libotton van baron de Groote de heerlijkheid met 'casteel, erven, bempden, weiden en bossen van Cleijn Stevoort', samen 76 bunder groot. Het bezat toen een oud kasteel naast een nieuw, dat gebouwd was door een zekere de Rougraeve en dat in 1705 hersteld en aangepast werd door de nieuwe eigenaar. Nicolas Jean Joseph de Libotton verfraaide het naar de mode van de tijd in 1769, onder meer met een nog bewaarde 'Chinese' kamer en met schilderingen door Martin Aubé. Uit een door hem opgestelde nota verneemt men dat hij ook de aanleg van het goed onder handen nam en bossen aanplantte. Van de kasteelboerderij die met haar landerijen 63 bunders besloeg, nam hij land af 'soo voor den hof, dreften als bossen te maken'. Zijn nota vermeldt een eikendreef, de grote dreef voor de poort van het kasteel en de dreef langs het bos. Op het einde van de 18de eeuw bestond het patrimonium van de Libottons uit het kasteel van Stevoort met moestuin, boomgaard, weide en vijver, een grote dreef voor het kasteel (een bunder en twee roeden groot), een sterrebos, een winning of boerderij van meer dan 40 bunder, een nieuwe boomgaard, en de hoeven Hompelepomp, Fikkepas en een naamloze boerderij in de Hoogstraat.
Een geometrisch aangelegd kasteeldomein (1769-1828): sterrebos met zichtassen en dreven
In de tweede helft van de 18de eeuw onderging het kasteeldomein een geometrische aanleg onder impuls van Nicolas Jean-Josep de Libotton. Op de Ferrariskaart verscheen bij het kasteel een geometrische aangelegde tuin in de vorm van een kleine ster. Ten zuiden van het kasteel tekende de onbekend gebleven ontwerper loodrecht op de gevel een eerste zichtas over de Herkvallei tot aan een kleine hoeve die waarschijnlijk ook deel van het kasteeldomein uitmaakte (Gereduceerd kadaster). In het noorden verrees een netwerk van dreven met centraal een groot sterrebos dat de kasteeleigenaar in 1775 liet aanleggen. Loodrecht op het kasteel vertrok een dreef die in het noordoosten op een cirkelvormig perceel eindigde dat aan de rand door acht bomen, mogelijk knotlinden, was afgeboord. De dreef leidde de blik van wie het kasteel via de brug over de kasteelgracht verliet (tweede zichtas). Deze centrale dreef vormde de toegang tot het sterrebos, waar in het midden acht lanen samen kwamen, afgeboord door een haag van laag geknotte haagbeuken. Hier vormde zich een derde zichtas: naar hoeve ‘Hompelepomp’ in het noordoosten die ook tot het kasteeldomein behoorde en naar de kerk in het zuidwesten. Dwars op de centrale dreef stond een vierde zichtas met een hoeve ‘Nieuwenhof’ aan de ene zijde en een zicht over de Herkvallei aan de andere kant. Oorspronkelijk zouden de lanen in het Sterrebos door populieren zijn afgeboord, in 1992 vervangen door zomereiken en beuken. De huidige vegetatie in het bos is voor een stuk spontaan verbost. Bijzonder zijn enkele exemplaren olmenhakhout met brede stoven aan de basis, mogelijk de oudste bomen in het sterrebos.
Aanzet tot een vroeg landschappelijk park (1828-1890)
De configuratie van het kasteeldomein bleef, op de verdwijning van een hoeve en van het kleine sterrebos na, ongewijzigd op het Primitief kadasterplan van 1828. Op dat ogenblik was volgens de legger weduwe Palmers de eigenares. Dat was Marie Thérèse de Borman (1779-1844), gehuwd met jeneverstoker en grootgrondbezitter Laurent Palmers (1765-1839), notoir opkoper van nationaal goed. Ze waren de stamvaders van de familieclan Palmers, die samen met de families Briers, Sigers, de Cecil en van Willigen een groot aantal kasteeldomeinen in het Hasseltse bezaten. Bij de verdeling van hun goederen werd het kasteel van Stevoort vermeld als 'le château de Stevoort avec ses écuries, remises, brasserie, jardin anglais, légumier, prairie, verger, allées et toutes ses dépendances'. De 'Engelse tuin' interpreteren we als een vroeg-landschappelijk park met kronkelpaadjes, een 'natuurlijk' ogende aanleg en aanplanting. De erfgenamen van de familie Palmers bleven de hele 19de eeuw eigenaar van het kasteel.
Op de Dépôt-kaart (opname 1871, uitgave 1878) bleef het domein op een rondweg na, onveranderd. Een laantje als dreef verbond het kasteel met de zuidoostelijk gelegen kerk. In 1890 noteerde het kadaster een kleine uitbreiding van het kasteel, in 1892 het bestaan van een cirkelvormige fazantenren langs de Kleine Herk en een bruggetje in de richting van de kerk, in 1895 een nieuwe moestuin (perceel nummer 522a) ten noordwesten en een zomerhuis (nummer 518b) in het noordoosten. In 1910 werd het zeshoekig paviljoen ten noordwesten van de kasteelgracht als 'puinen' genoteerd.
Verlandschappelijking van het park bij het kasteel (1890)
De verlandschappelijking van de onmiddellijke omgeving van het kasteel, zoals ze nu nog bestaat, mag men rond 1890 situeren (kadastrale opmetingsschets 1895). Vanaf het halvemaanvormig plein (lunet) vertrok een grote rondweg die bij de dreef naar de dorpskerk over de Herk voerde en daar aansloot op een kleiner wandelpad rond de kasteelgracht en met een aftakking naar de moestuin. Verder weg van het kasteel bleef de geometrische aanleg behouden. Vόόr het kasteel verbond een lange dreef de brug over de gracht met het Sterrebos, een brug over de Herk en een korte dreef leidden naar de dorpskerk en een groene gordel schermde het kasteel af van de straat ten westen en ten zuidwesten.
Omvorming tot school (1922)
In 1922 kocht de provincie Limburg het kasteel met park om het vervolgens aan de zusters van Berlaar over te dragen voor de inrichting van een school met internaat, beter bekend als Mariaburcht. De school groeide gestaag, had nood aan nieuwe gebouwen en infrastructuur. Die kwam er vanaf de jaren 1930-1950 op de voormalige gronden van het klein sterrebos aan de west- en noordwestkant van het kasteel. Uit diezelfde periode dateerde de bouw van een kleine Lourdesgrot in cementrustiek van de firma Alfons Janssens en zoon uit Westmeerbeek, zuid van de kasteelgracht. Alleen het zuidelijke deel van het kasteelpark ontsnapte aan de uitbreiding door de school. Door de inplanting van nieuwe gebouwen en een parking raakte het kasteel afgesneden van de rest van het domein.
Het kasteeldomein vandaag
Het historische kasteeldomein is door de ruimtelijke ontwikkelingen in Stevoort van de voorbije decennia in twee delen uit elkaar gevallen: 1° het kasteel en zijn onmiddellijke omgeving met park in landschappelijke stijl en 2° het sterrebos met dreef.
Het park in landschappelijke stijl beperkt zich nu enkel tot het zuidelijke en oostelijke gedeelte van het kasteel aansluitend bij de vallei van de Herk. Een balkbrug van gebogen stalen I-profielen met nieuwe houten balustrade overbrugt de Kleine Herk. Verder omvat het park een vijver en een omgrachting rond het kasteel. Aan de rand van de grasvelden met bomengroepen en solitairen loopt nog de oude rondweg uit de tijd van de vroeg-landschappelijke parkaanleg van het tweede kwart van de 19de eeuw. Van een eeuw later is de Lourdesgrot op de overgang tussen de vijver en de bomenrand van het park. De laatste jaren van de 20ste eeuw werden voor het park destructieve wegen- en waterwerken uitgevoerd ten noordoosten, tussen de straat, de gracht en de vijver.
De mooi uitgewerkte drevenstructuur ten noordoosten van het kasteel bleef tot 1959 relatief goed intact. In dat jaar begon de verkaveling van een deel van het groot Sterrebos, wat het startsein gaf voor de verdere aftakeling van het kasteeldomein door nieuwe verkavelingen en straten. Door verdichtingen binnen de dorpskern van Stevoort en de aanleg van de Hasseltse dreef raakte het Sterrebos afgesneden van het vroegere kasteeldomein en verloor het twee derde van zijn oorspronkelijke oppervlakte. De zichtassen naar de hoeven en de kerk zijn door de uitbreiding van de bebouwing in de dorpskern verloren gegaan.
De dreef naar het grote Sterrebos is nu beplant met jonge exemplaren van grootbladige linde (Tilia platyphyllos). Tussen 1937 en 1961 werd het gedeelte aansluitend bij het kasteel gekapt voor de aanleg van een parking. Sindsdien is er geen rechtstreekse verbinding meer tussen het kasteel met park en het sterrebos.
Bomen in het park (1995)
(De afmeting tussen haakjes geeft de stamomtrek gemeten op 150 cm hoogte.)
Een jong exemplaar van blauwe Atlasceder (Cedrus libani subsp. atlantica 'Glauca'), monumentale buxus (Buxus sempervirens subsp. sempervirens) met vijf gesteltakken over drievijfde van een cirkel met straal van 6 m 50, Canadapopulier (Populus x canadensis), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), gewone haagbeuk (Carpinus betulus), gewone robinia (Robinia pseudoacacia), gewone zilverspar (Abies alba) (jong exemplaar), zwarte els (Alnus glutinosa), Noorse esdoorn (Acer platanoides), gewone trompetboom (Catalpa bignonioides) (jong exemplaar), vederesdoorn (Acer negundo), witte paardekastanje (Aesculus hippocastanum), zomereik (Quercus robur). Verder gewone esdoorn met bont blad (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii') (216 cm), witte paardenkastanje (329, 362 cm), zuilvormige zomereik (Quercus robur 'Fastigiata') (331 en 372 cm), gewone moerascipres (Taxodium distichum) (445 cm).
Auteurs: Verboven, Hilde; De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Verboven, Hilde; De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman: Park en sterrebos van Mariaburcht [online], https://id.erfgoed.net/teksten/357411 (geraadpleegd op )
Park in landschappelijke stijl met riant karakter (26 hectare) van rond 1890, horend bij het voormalig kasteeldomein van de heren van Klein Stevoort, die er, vertrekkend van een oudere kern, in de 18de eeuw een nieuw waterkasteel bouwden en twee sterrebossen aanlegden. Kasteel sedert de tweede wereldoorlog klooster en school geworden, Mariaburcht genaamd, met nieuwe gebouwen in het park.
Het kasteeldomein voorheen
Op 9 juni 1701 kocht majoor Nicolas de Libotton van baron de Groote de heerlijkheid met 'casteel, erven, bempden, weiden en bossen van Cleijn Stevoort', samen 76 bunder groot. Het bezat toen een oud kasteel naast een nieuw, dat gebouwd was door een zekere de Rougraeve en dat in 1705 hersteld en aangepast werd door de nieuwe eigenaar. Nicolas Jean Joseph de Libotton, zoon van Nicolas Anthoine en van Marie Agnes Briers, verfraaide het naar de mode van de tijd in 1769, onder meer met een nog bewaarde 'Chinese' kamer en met schilderingen door Martin Aubé.
Uit een door hem opgestelde nota verneemt men dat hij ook de aanleg van het goed onder handen nam en bossen aanplantte. Van de kasteelboerderij die met haar landerijen 63 bunders besloeg nam hij land af 'soo voor den hof, dreften als bossen te maken'. Zijn nota vermeldt een eikendreef, de grote dreef voor de poort van het kasteel en de dreef langs het bos. Samen met zijn echtgenote Marie Josephe Adelaïde Dethier, stelde hij in 1771 een majoraat of eeuwig durend fideicommis (onvervreemdbaar erfdeel) in ten voordele van hun zoon Pierre Henri de Libotton, die later burgmeester werd van Stevoort. Het majoraat behelsde het kasteel van Stevoort met de cijnshoven en wat bij de kapel hoorde, hun hotel in Luik en hun huis op de Houtmarkt in Hasselt. Hun andere bezittingen verdeelden ze tussen hun zoon en drie dochters. In het kasteel vermeldden ze schilderijen, 'tapisseries' (vermoedelijk de bewaarde 'Chinese' behangsels), spiegels, bedden, commodes, tafels, stoelen en al wat tot 'commodité' of 'ornement' diende, wat men mag begrijpen als de inboedel en uitrusting van het kasteel.
Pierre Libotton, die zich bij de verkoop tijdens de Franse revolutie liet kennen als opkoper van nationaal goed, gaf landmeter Eyben de opdracht een figuratieve kaart te maken van zijn bezit in Stevoort. Of ze bewaard bleef is niet bekend. Zijn patrimonium bestond uit het kasteel van Stevoort met moestuin, boomgaard, weide en vijver, een grote dreef voor het kasteel (een bunder en twee roeden groot), een winning of boerderij van meer dan 40 bunder, een nieuwe boomgaard, en de hoeven Hompelepomp, Fikkepas en een naamloze boerderij in de Hoogstraat.
De Ferrariskaart (1774-1775) toont de geometrische aanleg die men op naam van Nicolas Jean Joseph de Libotton mag schrijven: een rechthoekig waterkasteel met dito binnenplaats, een klein sterk sterrebos ten westen met paviljoentje ten noordoosten, een lange dreef vertrekkend vanuit een halvemaanvormig plein tegenover het kasteel naar een groot sterrebos ten noordoosten en een laantje dat over de Herk loopt naar de kerk ten zuidoosten. Ten oosten van de lunet ligt een gesloten hoeve met binnenplaats.
De configuratie blijft, op de verdwijning van deze hoeve en van het kleine sterrebos na, ongewijzigd op het Primitief kadasterplan van 1828. De legger noteerde ter plaatse van het klein sterrebos een 'plaisirtuin als lustgrond' (perceel 524), een moestuin (nummer 522 en 523), een boomkwekerij (nummer 521) en ten oosten een boomgaard. Op dat ogenblik was volgens de legger weduwe Palmers van Hasselt de eigenares. Dat is Marie Thérèse de Borman (1779-1844) die gehuwd was met jeneverstoker en grootgrondbezitter Laurent Palmers (1765-1839), ook notoir opkoper van nationaal goed. Ze zijn de stamvaders van de familieclan Palmers, die samen met de families Briers, Sigers, de Cecil en van Willigen een groot aantal kasteeldomeinen in het Hasseltse bezaten. Het echtpaar Palmers was eigenaar van land en boerderijen in Schulen, van de molen van Gulik in Kermt, van het kasteel en de watermolen Ter Laemen in Zolder, van het kasteel De Burg en de watermolen in Lummen en van het kasteel en de watermolen van Stevoort en ook van elf boerderijen in Stevoort en Sint-Lambrechts-Herk en tenslotte van een huis met erf, wagenhuis, stal en tuin aan de Houtmarkt in Hasselt. Bij de verdeling van hun goederen wordt het kasteel van Stevoort vermeldt als 'le château de Stevoort avec ses écuries, remises, brasserie, jardin anglais, légumier, prairie, verger, allées et toutes ses dépendances'. Het goed beslaat dan meer dan 9 hectare, grenst aan het dorp, het kerkhof en de Herk. De 'Engelse tuin' interpreteren we als een vroeg-landschappelijk park met kronkelpaadjes, een 'natuurlijk' ogende aanleg en aanplanting. Hun zoon Louis Laurent Palmers (1803-1880) en zijn echtgenote Hortense Sigers en nadien hun klein zonen Charles, Georges en Albert Palmers woonden tot midden 20ste eeuw op het kasteel in Stevoort.
Op de Dépôt-kaart (opname 1871, uitgave 1878) schijnt het domein op een rondweg na, onveranderd. Een laantje als dreef verbindt het kasteel met de zuidoostelijk gelegen kerk. In 1890 noteert het kadaster een kleine uitbreiding van het kasteel, in 1892 het bestaan van een cirkelvormige fazantenren langs de Kleine Herk en een bruggetje in de richting van de kerk, in 1895 een nieuwe moestuin (perceel nummer 522a) ten noordwesten en een zomerhuis (nummer 518b) ten noordoosten, op de plaats waar Ferraris de boerderij tekende. Die is door de bouw van de Nieuwe Winning aan de Stevoorstsekiezel naar de rand van het kasteeldomein verschoven. In 1910 wordt het zeshoekig paviljoen ten noordwesten van de kasteelgracht als 'puinen' genoteerd.
De verlandschappelijking van de onmiddellijke omgeving van het kasteel, zoals ze nu nog bestaat, mag men rond 1890 situeren. Op de kadastrale opmetingsschets van 1895 wordt ze volledig opgemeten, met de afronding van de gracht ten zuidwesten. Op de zwart-wituitgave van de stafkaart met de revisie van 1886 (uitgave 1908) wordt deze aanleg dan ook afgebeeld. Een boomgaard ligt ten noorden, vanaf de lunet verbindt een lange dreef de brug over de gracht met het Sterrebos, een brug over de Herk en een korte dreef leiden naar de dorpskerk en een groene gordel schermt het kasteel af van de straat ten westen en ten zuidwesten. Vanaf de lunet vertrekt een grote rondweg die bij de dreef naar de dorpskerk ook over de Herk voert en daar aansluit op een kleiner wandelpad rond de kasteelgracht en met een aftakking naar de moestuin. De verkaveling van grote delen van het Sterrebos nam in 1959 een aanvang. De laatste jaren van de 20ste eeuw werden voor het park destructieve wegen- en waterwerken uitgevoerd ten noordoosten, tussen de straat, de gracht en de vijver.
Het kasteeldomein vandaag
Het domein ligt ten noordwesten van het dorp, grotendeels op voormalige valeibeemd en ten noordden van de Kleine Herk. Het is begrensd door oude straten als de Alkenstraat ten zuiden en de Stevoortsekiezel ten westen, de vrij recente Hasseltsedreef ten oosten en de Hofbeemdenstraat ten noorden. Deze laatste is een oud pad van het kasteeldomein, een haakse aftakking van de grote ingangsdreef naar de Nieuwe Winning, de voormalige kasteelboerderij ten noordwesten. Voorheen bereikte men het kasteel enkel vanuit het noorden via de wel 850 meter lange dreef die langs het Sterrebos liep. Vandaag gebeurt de toegang via een korte laan vanaf de Hasseltse dreef. De oorspronkelijke dreef naar het grote Sterrebos ten noordoosten is nu beplant met jonge exemplaren van grootbladige linde (Tilia platyphyllos).
De gerestaureerde toegangsbrug met drie rondbogen van bak- en hardsteen leidt over de slotgracht naar de gekasseide binnenkoer. De gebogen aanzet op hardstenen sokkels is bekroond met een zware 19de-eeuwse gietijzeren vaas met deksel.
Het park in landschappelijke stijl strekt zich uit ten zuidwesten van het kasteel over de Kleine Herk. De verlandschappelijkte gracht ten zuidwesten doet dienst als vijver. Aan de rand van de grasvelden met bomengroepen en solitairen loopt nog de oude rondweg. Een Lourdesgrot van kunstrotsen, gedateerd en gesigneerd 1945, A. Janssens en zoon, Westmeerbeek, ligt in de bomenrand. De brug over de Kleine Herk is een balkbrug van gebogen stalen I-profielen met nieuwe houten balustrade.
Ter plaatse van de oude overtuin en van het kleine Sterrebos ligt nu de nieuwbouwvleugel van de school. Ten oosten van de lange dreef, bleef het groot Sterrebos deels nog bestaan. Het is als landschap beschermd.
Bomen
(De afmeting tussen haakjes geeft de stamomtrek gemeten op 150 cm hoogte.)
Een jong exemplaar van blauwe Atlasceder (Cedrus libani subsp. atlantica 'Glauca'), monumentale buxus (Buxus sempervirens subsp. sempervirens) met vijf gesteltakken over drievijfde van een cirkel met straal van 6 m 50, Canadapopulier (Populus x canadensis), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), gewone haagbeuk (Carpinus betulus), gewone robinia (Robinia pseudoacacia), gewone zilverspar (Abies alba) (jong exemplaar), zwarte els (Alnus glutinosa), Noorse esdoorn (Acer platanoides), gewone trompetboom (Catalpa bignonioides) (jong exemplaar), vederesdoorn (Acer negundo), witte paardekastanje (Aesculus hippocastanum), zomereik (Quercus robur). Verder gewone esdoorn met bont blad (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii') (216 cm), witte paardekastanje (329, 362 cm), zuilvormige zomereik (Quercus robur 'Fastigiata') (331 en 372 cm), gewone moerascipres (Taxodium distichum) (445 cm).
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BOSSCHE H., 2006: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 2: As, Beringen, Diepenbeek, Genk, Ham, Hasselt, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Lummen, Opglabbeek, Tessenderlo, Zonhoven, Zutendaal, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman: Park en sterrebos van Mariaburcht [online], https://id.erfgoed.net/teksten/161696 (geraadpleegd op )