Parkje in landschappelijke stijl met pittoresk karakter, open gewerkt op het landschap, met vijver en moestuin, uit de tweede helft van de 19de eeuw, bij neoclassicistisch kasteel uit begin 20ste eeuw, gegroeid uit een oudere boerderij.
Op de Ferrariskaart (1774-1775) ligt er ten westen van de baan naar Tongeren, ter plaatse van de huidige bijgebouwen, een gesloten hoeve met ten zuidwesten een boomgaard. Op een figuratieve kaart van 1788 met de goederen van Nicolas Erasme baron de Stockem, raadsheer van de Luikse prinsbisschop, en opgesteld door J.H. Eyben fils, herkent men dit gegeven in de nabijheid van de dorpskerk. De situatie wordt bevestigd door het Primitief kadaster. Achter de boerderij (perceel nummer 162) liggen percelen lustgrond (nummer 160 en 165), waarvan de vorm mogelijk wijst op een vroeglandschappelijke aanleg. De ontwikkeling van boerderij tot kasteelgoed voor Julien baron de Cecil (de eerste Hasseltse burgemeester van de Belgische periode) en zijn echtgenote Maria Ida Rosalie Briers (2), kan men op de kadastrale opmetingsschetsen volgen. Die van 1849 geeft een uitbreiding met twee bouwvolumes en de aanleg van de nog bestaande moestuin die in 1871 wordt ommuurd en in 1876 vergroot tot de huidige oppervlakte. In 1882 verschijnt er een rond paviljoen, mogelijk een ijskelder (perceel nummer 164c), in de zuidelijke hoek van het perceel bij de straat. In 1903 wordt de vleugel aan de straat afgebroken en in 1914 wordt de huidige configuratie der gebouwen gekadastreerd, ook de druivenserre in de moestuin. De waterpartij werd nooit gekadastreerd.
De Dépôt-kaart (opname 1871, uitgave 1878) noteert de vijver als U-vormige waterpartij wel, samen met het huidig park, maar met nog de oude gebouwen. De rondweg vertoont een aftakking naar de vijver. Op de kaart met de revisie van 1882 is het park onveranderd maar verschijnen de bijgebouwen tussen de moestuin en het huis. Op de stafkaart met de terreinopname van 1933 bestaat de huidige configuratie.
Een gelijkaardige verschuiving van boerderij naar kasteel met landschappelijk parkje, valt te noteren in de domeinen van Pietelbeek (Hasselt), in Schulen (Herk-de-Stad) en in het Hamel (Lummen). De opdrachtgevers waren onderling verwant en behoorden tot de clan van gefortuneerde families Palmers, Briers, de Libotton en hun nakomelingen.
Ook vandaag is het park in landschappelijke stijl met pittoresk karakter, gelegen ten zuidoosten van de dorpskern, hetzelfde gebleven. Het kasteel in eenvoudige neoclassicistische stijl, zes traveëen en drie bouwlagen groot, staat bij de steenweg en heeft in het verlengde een haaks ingeplante U-vormige lagere boerderij.
De toegang gebeurt naast het kasteel, via een brug over de gracht en een achteruitspringend ingangserfje, gedefinieerd door een afsluithek op een lage muur, het geheel daterend uit het begin van de 20ste eeuw. De centrale inrijpoort van zwart geschilderd smeedijzer is gevat tussen een vast hek van vier traveeën, in kwartholbeloop aangezet. De zes slanke hekpijlers zijn van baksteen met speklagen, deksteen en uivormige bekroning van kalksteen en ook de lage plint is van baksteenmetselwerk met sokkel en deksteen van dito natuursteen. Het hek heeft een ronde onder- en bovenregel en ronde, gepunte spijlen met decoratiewerk van voluten als verbinding en het poorthek heeft daarenboven nog een tussenregel. De gemonumentaliseerde toegang via het park bevestigt de promotie van de boerderij tot kasteel.
De oprit in rode schist wordt begeleid door een gesnoeid, laag massief van laurierkers tot het overgaat in het rondpad in rode steenslag tot achter het huis. Het loopt rond een licht gebold, eirond voorplein in gras, dat deels ingenomen is door een perk bestaande uit een vierlob met eenjarigen, een verwaterde versie van wat eens een corbeille moet zijn geweest. Aan de voet van het huis ligt een grasrand eveneens met een bloemperk. De natuurstenen pui bij de toegang, de loggia en het terras links en rechts van de vooruitspringende ingangstravee versterken het landelijk karakter van het huis. Aan de noordwestkant wordt het wagenhuis en zijn erf afgeschermd door een hoge haag van laurierkers en een afsluithek tussen gietijzeren zuilen. Bij deze tuin sluit het park aan. Het bestaat uit een zeer ruim grasveld, begrensd door een bomengordel, plaatselijk onderbroken voor uitzicht op het omliggend landschap en op de kerktoren; verder alleenstaande bomen, bomengroepen en een waterpartij met beboomd eiland.
De ommuurde moestuin is nog in gebruik, ligt ten noordwesten, grenst aan de straat en sluit aan bij de dienstgebouwen. De bakstenen ommuring heeft in de lagere, westelijke muur een tuinpoortje tussen bakstenen pijlers met speklagen van uitspringende bakstenen en een betonnen deksteen. Het eenvoudig hekje heeft vierkante stijlen, platte onder-, tussen- en dubbele bovenregel in platstaal en gepunte ronde spijlen en tussenspijltjes. Tegen de hogere noordermuur, leunt de op het kadaster genoteerde druivenserre aan, nu helaas haast zonder glas maar met de bewaarde structuur van metalen roeden op een bakstenen plint.
Ten zuiden van het park, naast de toegang, ligt een fraaie 'barrier' naar de voormalige fruitweide. De polygonale hekpijlers met bolle kop, van blauwe hardsteen zijn mogelijk hergebruikte grenspalen. Het laag, breed poorthek heeft een patroon van vierkante staven met ruiten, ingeschreven in een dubbele rechthoek.
Bomen
(Het cijfer tussen haakjes geeft de stamomtrek gemeten op 150 cm hoogte).
Fijne spar (Picea abies) (271 cm), gewone es (Fraxinus excelsior), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) en Noorse esdoorn (Acer platanoides), gewone taxus (Taxus baccata), gewone robinia (Robinia pseudoacacia) (274 cm), gewone haagbeuk (Carpinus betulus), grootbladige linde (Tilia platyphyllos), gewone lijsterbes (Sorbus aucuparia), schietwilg (Salix alba), tamme kastanje (Castanea sativa), witte paardekastanje (Aesculus hippocastanum), Coloradozilverspar (Abies concolor). Onderbegroeiing van onder andere gewone salomonszegel (Polygonatum multiflorum). Gele paardekastanje(Aesculus octandra) (128 boven en 219 cm onder de ent), gewone esdoorn met bont blad (Acer pseudopatanus 'Leopoldii') (255 cm), bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') (266 cm), beshulst (Ilex aquifolium 'Pyramidalis') (85 cm), zomereik (Quercus robur) (542 cm, inclusief de klimop), ruwe iep (Ulmus glabra) (265 cm, driestammig).
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BOSSCHE H., 2006: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 2: As, Beringen, Diepenbeek, Genk, Ham, Hasselt, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Lummen, Opglabbeek, Tessenderlo, Zonhoven, Zutendaal, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Kasteel van Wimmertingen
Is deel van
Wimmertingen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteelpark van Wimmertingen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134637 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.