Park in landschappelijke stijl uit midden 19de eeuw, deel van een domein van circa 23 hectare met kasteel en aanhorigheden, vijver, moestuin, boomgaard, weilanden, bossen en een watermolen; oudere site in het valleilandschap van de Mandelbeek en sedert 1958 gemeentelijk domein.
Van familiedomein naar gemeentelijk bezit
Dit Loons laathof, op de grens met Zolder, werd in 1385 vermeld als hof ter Borckt; in de 15de eeuw draagt het dezelfde naam en bestaat het ook uit een watermolen, vijver, beemd en broekland. Pas vanaf 1603 komt de naam Milant voor, onder meer ook in 1673 toen men het beschreef als een 'adelijck huys ende goederen genaempt Meylandt met den hoff van der Boeckt, den hof Mortel, die Coerenmeulen...'. Toen was het in het bezit van Elisabeth Christina van Voost. Zij had het van haar vader geërfd, die het zelf in 1664 in ruïneuze toestand had gekocht. Haar echtgenoot Gilles Bernard de Stier, burgemeester van Luik, herstelde het huis, maar een toren, waarover verder geen gegevens bestaan, werd door brand verwoest. Door het huwelijk in 1715 van hun dochter Catherine Isabelle de Stier met Arnould de Theux werd Meylandt van toen af en tot in 1959 het kasteeldomein van de familie de Theux de Meylandt et de Montjardin. De literatuur vermeldt dat Arnould de Theux een mooie trap liet plaatsen en 'noch moeite noch geld spaarde om zijn woning tot een juweeltje te veranderen'. Hiervoor schakelde hij de Italiaanse kunstenaar Jérôme Parini en de Luikse decorateur J. Dumoulin in, die respectievelijk verantwoordelijk waren voor de zoldering en de schouw van het salon en voor de wandschildering van de eetkamer. Ook zijn broer en erfgenaam Jacques de Theux zou in 1760 restauratiewerkzaamheden hebben doorgevoerd, waarvan de draagwijdte echter niet achterhaald is.
Meylandt wordt beschreven in Les Délices du païs de Liège als een moerassige site aan de Laak, vruchtbaar gemaakt dankzij "la sage économie" van de eigenaars die door het graven van talrijke sloten en grachten de afwatering verzekerden. "Een dreef en een brug leiden naar een erf met het huis dat twee lagere, haakse zijvleugels bezit. Het aspect is aangenaam en het interieur gerieflijk en met smaak aangekleed. De tuinen zijn groot, vruchtbaar en goed bewerkt. Men vindt er voortdurend het bewijs dat afwatering een kunst is en een voordeel kan zijn. Dus vindt men overal kleine kanaaltjes en hier en daar pallisades van haagbeuk". Deze beschrijving herkent men op het gepubliceerde plan van landmeter C. Simonon van 1752. Meylandt neemt daarop een nagenoeg driehoekig terrein in, bevloeid door de beek, met ten westen de watermolen en ten oosten de omgrachte kavel met het kasteel, naast een tweede omgracht vierkant dat een eilandtuin is. Een dreef leidt inderdaad over de brug naar het kasteel, dat een kleine, ondiepe oostelijke zijvleugel heeft en een westelijke vleugel met een uitspringend volume in het verlengde. De tuinen beslaan een even ruim vierkant en vertonen een kruisend padenpatroon. Ook de grachten voor de afwatering zijn herkenbaar.
De Ferrariskaart (1774-1775) geeft ten zuiden van de bocht van de Mangelbeek, ter plaatse Molenbeek genoemd, en ten oosten van de 'Moulin de Terbocht' belangrijke tuinen voor nut en voor sier, maar niet helemaal volgens dezelfde configuratie als het plan van 1752. Slordigheid van niet nauw gezette militairen? Een rechte oprit tussen geometrisch getekende tuinen en een boomgaard kruiste een haakse beboomde dienstweg en leidde naar het omgracht goed 'Château de Meylant'. Over de grachtbrug lag een kasteel met dienstgebouw en een eveneens omgrachte eilandtuin ten noorden. Ten westen, buiten de gracht lag een rechthoekige vijver en een tweede, kleine omgrachte tuin (een Parnasusberg van opgeworpen aarde uit de grachten ?). De geometrische tuinen strekken zich uit op het langgerekt driehoekig perceel begrensd door de oprit, de dienstweg en de weg naar Heusden, tot aan de beek en de watermolen ten westen. Deze gegevens herkent men in de tekening van Philippe de Corswarem (1759-1839), uit het begin van de 19de eeuw. Ze toont Meylandt eveneens vanuit het zuiden, in een typisch midden 18de-eeuwse configuratie van wonen 'entre cour et jardin'.
Een toegangsweg in de as van de voordeur voerde over de gracht naar een open poorthek met smeedijzeren bekroning, slanke hekpijlers met bolbekroning en zijstukken bij wijze van steunbeer. Een haag sloot het voorhof aan de grachtzijde af en het erf is ten noorden begrensd door het kasteel, ten oosten liggen een schuur en een wagenhuis en ten westen lagere bijgebouwen. Hoge bomen op het erf en rechts achter de gebouwen en een tweede hoge haag ten oosten laten tuinen vermoeden.
Op het Primitief kadasterplan noteerde landmeter J.G. Quaadvlieg rond 1827 naast het kasteel (perceel nummer 732) en de graanwatermolen (nummer 733), de omgrachting (nummer 731, als vijver), tuin, weide, hooiland, een schaapsweide en bos. De legger kende graaf 'Bartholomeus Theodorus Detheux de Meylandt (1794-1874), Minister van Staat' te Heusden als eigenaar. Die was in 1830 lid van het Nationaal congres, later volksvertegenwoordiger en hij bekleedde meerdere keren het ambt van eerste minister, minister van binnen- en van buitenlandse zaken. Meylandt verwierf hij bij de verdeling van de ouderlijke erfenis. Tot graaf verheven, enkele maanden voor zijn huwelijk op 5 mei 1840 met Aline Mathilde du Parc (1822-1881), verbouwde hij het kasteel in 1842. De zijvleugels werden afgebroken, ter plaatse van het oude huis kwam er een nieuw kasteel met complexe plattegrond en ten westen, los van het kasteel, een L-vormige aanhorigheid, situatie die in 1848 werd gekadastreerd en nog bestaat. Hij was ook verantwoordelijk voor het loskoppelen van het kasteel en de dienstgebouwen, een uiting van de midden 19de eeuw meermaals genoteerde nood aan ruimtelijke distantie tussen heren en hun personeel, een gevolg van de grotere sociale afstand die het kapitalisme had gecreëerd. Bij de nieuwe, verlandschappelijkte toestand van het domein hoorde een grote langwerpige vijver die zich ten noorden en noordwesten van het huis uitstrekte.
Een postkaart toont het sober, landelijk karakter van het nieuwe kasteel met symmetrische en klare opbouw, zoals in trek in deze periode. Het rechthoekig hoofdvolume telt vijf traveeën en drie bouwlagen en wordt geflankeerd door twee vleugels van twee verdiepingen die afgesnuit vooruitspringen op de voorgevel maar achteruitwijken ten opzichte van de parkgevel. Het smeedijzeren hek rond de nok van het afgeknot leien schilddak boven het hoofdvolume mag geïnterpreteerd worden als een belvedèrebalkon. De zijvleugels hebben eenvoudige leien schilddaken en er zijn nergens dakkapellen. In 1907, toen Albert de Theux, zoon van Barthélemy en Aline, eigenaar van Meylandt was en ook burgemeester van Heusden, onderging het kasteel enige transformaties, vooral in het silhouet, met een neoclassicistisch karakter als resultaat. Het kreeg toen zijn huidige dakvorm met een daklijst op versierde, uitgelengde modillons, talrijke hoog uitstekende schouwen en dakkapellen. De hoogte van de daken boven de zijvleugels bezorgt ze een torenachtig uitzicht en de gevels kregen een cementering met benadrukte hoekkettingen. Ook de bijgebouwen moeten toen hun huidige dakvorm met ossenoogvensters gekregen hebben. Een bewaard plan, gedateerd october 1909 en gesigneerd door de Brusselse tuinontwerper Jules Buyssens, laat vermoeden dat deze opschik ook met een vernieuwing van de tuin gepaard ging. Het aanlegplan voorzag tenminste in de inrichting van kleurrijke bloemperken in de onmiddellijke omgeving van het kasteel. Van deze aanleg is geen spoor meer over.
Op de Dépôt-kaart (opname 1868, uitgave 1877) erkent men de huidige configuratie van het goed, echter zonder de vijver, die evenmin op de uitgave van 1923 (revisies 1886 en 1908) voorkomt en toch in 1842 kadastraal werd opgemeten. Het park rond het kasteel ligt op een nagenoeg driehoekige kavel die door de beek is begrensd. Ten zuiden ligt er een smaller en langer, eveneens driehoekig perceel langs de steenweg naar Beringen en de straat die de grens vormt met de gemeente Zolder. Op dit perceel liggen een vijver bij de molen, een siertuin aansluitend bij het park, moestuinen met kruisvormige indeling en tenslotte een boomgaard. Parallel met de steenweg loopt een beek tot voorbij de moestuin en aan de overzijde liggen uitgestrekte bossen. Deze aanleg, die verminkt nog bestaat, is te danken aan de vermelde Bathélemy Théodore, graaf de Theux de Meylandt, waarvan het standbeeld sedert 1994 op een sokkel bij de ingang van het park staat.
In 1959 kwam er een einde aan Meylandt als kasteeldomein. De verkoop aan de gemeente Heusden maakte er een openbaar park van, de vijver werd hengelplas en het kasteel Academie voor Beeldende Kunsten. Deze overgang van privé naar openbaar domein was niet zonder gevolgen: gedeeltelijke asfaltering van de paden, grijze steenslag rond het kasteel, met betondorpels gemarkeerde parkeerplaatsen, openbare verlichting, niet geïntegreerde nieuwbouw achteraan bij de vijver, onaangepaste rustbanken, verbreding van de parkpaden. Het oude boomgaardperceel, ten westen van de moestuin, is door de Nationale Boomgaardenstichting als een 'boomgaardreservaat' aangeplant.
Meylandt vandaag
Meylandt ligt ten zuiden van Heusden en ten westen van Zolder, langs de weg van Lummen naar Zolder en is doorsneden door de steenweg van Beringen naar Hasselt (Meylandtlaan). Het kasteelbos aan de overkant werd verkaveld. Het was midden 19de eeuw aangelegd op de Weigersberg, een getuigeheuvel in de Mangelbeekvallei. Een zeldzame parkboom bleef in de verkaveling overeind.
Twee toegangen leiden vanaf de Meylandtlaan naar het domein. De meest westelijke en de oudste, een rechte, korte en brede inrit, voert over de Mangelbeek naar het verhoogd gelegen kasteel. Een tweede lange oprit is een afbuigende laan van zomereik (Quercus robur) en grootbladige linde (Tilia platyphyllos) die moet dateren uit de aanleg van het landschappelijk park. Ze vertrekt naast de Sint-Annakapel (Meyandtlaan), loopt over de grachtbrug, langs de boomgaard en de moestuin en bereikt door het park het kasteel. Ter hoogte van de brug duiden twee resterende kettingpalen de grens met het vroeger privédomein aan. Het zijn ronde zuilen uitlopend op een gesokkelde bol, de sluitketting is verdwenen. In de bocht van deze laan ligt een vertakking van parkwegen naar de weilanden en de beemden, met een smeedijzeren hek van platstaal. Voorheen duidde een monumentaal hek voorbij de brug over de gracht, de ingang aan. De ontwerptekening, vermoedelijk midden 19de eeuw, voor het smeedijzeren poorthek gevat tussen pijlers en bekroond door een siermotief met de familiewapens, bleef bewaard. Het hek werd gesloopt toen de gemeente er eigenaar van werd.
Het landschappelijk park strekt zich nu ten noorden en ten noordwesten van het kasteel uit, heeft een grote langwerpige vijver met eilandje, solitairen en bomengroepen op de ruime grasvelden en weilanden en ook ter begeleiding van de zichtas en, brede parkwegen en een rondweg. Tussen de Meylandtstraat en het kasteel ligt een oplopend grasveld.
Ten zuidoosten van het kasteel ligt de voormalige moestuin uit het midden van de 19de eeuw. Hij behoudt zijn hoge, monumentale, met pannen afgedekte fruitmuren van anderhalve baksteen in verzorgd metsel- en met baksteengruis verrijkt voegwerk, met slanke, driehoekige tenietlopende steunberen. Ook het houten rijswerk en de smeedijzeren nagels voor leifruitbomen bleven behouden.
Ten westen ligt de voormalige als monument beschermde watermolen van het domein, door jaarankers 1742 gedateerd. Aan de overzijde van de straat bleven nog een vermoedelijk even oude schuur en een stal, voorheen gedeeltelijk in vakwerkbouw en leem over. Ze maken nu deel uit van een kavel met moderne villa, die ook nog enkele parkbomen behoudt.
Bomen
(Het cijfer tussen haakjes geeft de stamomtrek op 150 cm hoogte).
Kleine boomgroepen in de weiden, meestal met zomereik (Quercus robur). Naast zwarte els (Alnus glutinosa) als opslag, gewone esdoorn met purperrode bladonderkant (Acer pseudoplatanus 'Purpureum'), ruwe berk (Betula pendula), schietwilg (Salix alba), gewone taxus (Taxus baccata), zoete kers (Prunus avium), zomereik en een doorgeschoten haag van haagbeuk (Carpinus betulus) bij de moestuin, telt het park ook dendrologisch interesssante exemplaren. Vederesdoorn (Acer negundo) (156 cm), Noorse esdoorn (Acer platanoides) (146 cm), Noorse esdoorn met bruinrood blad (Acer platanoides 'Schwedleri') (247 cm), zilveresdoorn (Acer saccharinum) (393 cm met zwamaantasting, en 413 cm in ruïne), tamme kastanje (Castanea sativa) (269 cm), blauwe Atlasceder (Cedrus libani subsp. atlantica 'Glauca') (234 cm), sikkelcipres (Cryptomeria japonica) (112 cm), bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') (268, 270 en 365 cm, geënt), gewone es (Fraxinus excelusior) (337 cm), beshulst (Ilex aquifolium 'Pyramidalis') (109 cm), Weymouthsden (Pinus strobus) (164 cm), gewone plataan (Platanus x hispanica) (355 cm), grauwe abeel (Populus x canescens) (328, 452 cm), zomereik (262, 306 cm), zuilvormige zomereik (Quercus robur 'Fastigiata') (261, 346 cm), blikeik (Quercus velutina) (164 cm), gewone robinia (Robinia pseudoacacia) (279 en 316 cm), gewone moerascipres (Taxodium distichum) (293, 333, 334 cm), kleinbladige linde (Tilia cordata) (153 en 227 cm), zilverlinde (Tilia tomentosa) (68 cm). Onderbegroeiing van Japanse duizendknoop, gewone hazelaar (Corylus avellana) en sneeuwbes (Symphoricarpos albus subsp. laevigatus). Aan de overkant van de Meylandtlaan, op het rond punt van de verkaveling, enkele exemplaren witte paardekastanje (Aesculus hippocastanum) en zilveresdoorn, restanten van het verkaveld parkbos.
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BOSSCHE H., 2006: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 2: As, Beringen, Diepenbeek, Genk, Ham, Hasselt, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Lummen, Opglabbeek, Tessenderlo, Zonhoven, Zutendaal, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Kasteel Meylandt
Is gerelateerd aan
Watermolen Meylandtmolen
Is deel van
Heusden
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Domein Meylandt [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134639 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.