erfgoedobject

Kasteelpark Terlaemen

landschappelijk element
ID
134643
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134643

Juridische gevolgen

Beschrijving

Op een 18de-eeuwse site geënt parkje, met traceerbare sporen van de geome­tri­sche aan­leg en deel van een do­mein van circa 60 hectare; in 1882 uitgebreid 18de-eeuws kas­teel en belangrijk hekwerk uit de zelfde tijd.

Het goed was een voormalige, in 1293 al ver­melde Loonse heerlijkheid bij de Laem­beek, die er haar naam aan gaf. Het kas­teel werd in de tweede helft van de 18de eeuw als jacht­huis ge­bouwd voor graaf Jean de Borch­gra­ve. Remacle Leloup maakte mid­den 18de eeuw een teke­ning, waarop Ter Lae­men nog een boerde­rij is, gesitu­eerd aan de rand van bos­sen. Binnen een brede ronde omgrachting lagen een ruim, blijk­baar bakstenen ­huis en land­gebouwen in vakwerk. De toe­gang, aange­duid door twee hoge naaldbomen, gebeurde via een hou­ten brug naar het erf. Buiten de omgrachting lag een tuin met vier kwadran­ten en een loof­gang als toe­gang. De beschrijving in Les Délices du païs de Liège, waarvoor de tekening was bedoeld, onthult nog dat het kasteel in vruchtbaar gebied was gele­gen en dat het omringd was door hoge bomen als van een bos, waarin twee mooie lanen waren uitge­spaard. Zoals de gebouwen was ook de tuin toen verwaarloosd, maar hij behield nog "des beautés qui font juger avantageusement de ce qu'il a été". Hij was vierkant, omhaagd met haagbeuk en had haagbeuk­prieeltjes in drie hoeken. Het was blijkbaar een stil­aan over zijn tijd geraakte tuin met een 'klassieke' geometrische aanleg met parterres.

Bij Ferra­ris (1774-1775) liggen de parter­retuinen met twee pavil­joenen tussen de Laem­beek en het nu duidelijk vier­kant omgrachte hof met brug, U-vormig neer­hof en all­een­staand huis tegenover de open zijde. Deze configuratie met ringgracht ziet men ook op het Primitief kadasterplan van 1827; enkel de noor­del­ijke neerhofvleu­gel verdween naderhand. De Primitieve legger noteerde ten noor­den van de Laambeek, tuinen (per­ceel nummer 1041, 1043) ten westen, een boom­gaard (nummer 1040) ten zuiden, verder bouw- en hooiland en vij­vers. We­duwe Lau­rens Pal­mers, ren­te­nier­ster was toen eige­naar. Blijkbaar was het één van de vele be­zittingen van jeneverstoker en grootgrondbezitter Laurent Renier Palmers (1765-1839) en zijn echt­genote Marie Thérèse de Borman (1779-1844).

De situatie is ook vandaag nog herkenbaar, met de inrit over de gracht ten noorden, het huis ten oos­ten en een dienstge­bouw ten zuiden. Op de Laembeek, plaat­selijk ver­breed tot molen­vijver versche­nen op het Primitief kadaster een graan-, olie- en hen­nep­mo­len. In 1882 zijn de zui­de­lijke en weste­lijke gracht ge­dempt en verkregen de ge­bouwen hun hui­dig volume. De molenvijver verdween van het kadaster in 1892. Ook de Dépôt- en ICM-kaarten (uitgaven 1877 en 1923) geven Ter Laemen zoals het nog bestaat. De configuratie klimt dus tot de 18de eeuw op.

Ter Laemen ligt aan de weg van Bolder­berg naar Zolder, in bos- en water­rijk gebied, ten noorden van de Laam­beek, ten oosten van het ge­hucht Vieversel en het Albertkanaal, en ten zuiden van de auto­weg E314 Leuven-Aken.

Een lange, smalle voortuin tussen het huis en de straat is begrensd door een wit geschilderd smeed­ijzeren straat­hek van 18 tra­veeën, eveneens uit de 19de eeuw. De twee poorthekken hebben klim­mend be­loop, te­nietl­opend in de flankeren­de tra­veëen, verder recht­hoe­kig stijl- en regelwerk, dub­bele gebogen boven­regels en ronde spijlen, per twee boven­aan onderl­ing halfcirkelvormig verbon­den. Een liggende krul en voluut van­gen het klim­mend beloop op. Het vast hek heeft gelijk­aardige spijlen, elke travee benadrukt door de samenge­bundelde stij­len, ver­sierd met voluut en krul en uit­lopend in een hoger uitstekend leliemo­tief. E­en­vou­dige stangen dienen als steunbeer en zijn voor de poor­thekken ­ verstevigd met krul en voluut. De voortuin heeft paden in rode schist, een gras­perk met bloe­mperken, klim­planten tegen het hek en bomen in de rand.

Ten noorden ligt er een oprit in rode steenslag, over de reste­ren­de noor­delijke grachtarm. Via het inrij­hek bereikt men de ach­teraan gelegen erekoer met het kasteel ten oosten en een dienst­gebouw ten zui­den. Hagen van Loni­cera niti­da en van beuk geven het huis een groene voet. De witgeschil­derde vier­kante 19de-eeuwse hek­pijl­ers van bak­steen op vier­kan­te sokkel, lopen uit op een gepunt leien piramide­dakje. Het wit ge­schil­derd smeed­ijze­ren hek heeft een klim­mend bel­oop, recht­hoekige stij­len, make­laar, onder-, tussen- en bovenregels en ronde spijl­tjes en spijlen met lanspunt. Een lig­gende voluut onder­steu­nt het klim­mend beloop en ineengestren­gelde krullen sieren als centraal motief het midden­veld.

Het erf in rode steenslag heeft een centraal rond gras­veld met mid­deni­n een bloem­perk met éénjari­gen en taxusboll­en. De reste­rende gracht ten wes­ten en ten zuiden doet dienst als lang­ge­rek­te park­vij­ver. Het erf sluit ten westen aan op een ruim recht­hoekig ­ gras­veld, dat voorheen de boomgaard was. Nu heeft het een bomen­rand en een apsis­vor­mige beëindiging. Ten westen ligt een loof­gang van door­ge­schoten haag­beuk en een recente kleine moes- en fruit­tuin.

Meerdere terracottavazen sieren de tuin. Op het ronde gras­veld is het een sier­vaas met fes­toe­nen, op een ge­profil­eerde sokkel uit de 20ste eeuw. Eén terra­cotta vaas als mid­del­punt van een buxus­haagje draagt het in­schrift 'Eta­blisse­ment bre­veté / IZOU ARD/Ch. de Mons 41/ Bruxelles/ Belgi­que'. Op het westelijk grasplein staat een zonnewijzer op een hardstenen sokkel met leis­tenen wijzerplaat en jaar­tal 1761, met inscrip­tie 'sol non accidat super gracun­dium destram'.

Ten noorden, over de gracht, is er een tweede ruim recht­hoe­kig­ gras­veld begrensd door een ­dreef van geknotte grootbladige linde (Tilia pla­typ­hyl­os) (115, 157, 170 cm stamomtrek op 150 cm hoogte, uitgegroeid) aan de zuidkant en van zomereik (Quer­cus robur) (148-248 cm stamomtrek op 150 cm hoogte) aan de noordkant, naar de ten westen gele­gen bossen. Tus­sen beide dre­ven is een quincunx aangeplant van gewone beuk (Fagus syl­vatica) (98, 264 cm als uiter­ste stamomtrekken op 150 cm hoogte) en een gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus).

Ten zuiden, achter de dienstvleugel, ligt een nog jonge boom­gaard met bomen­gordel en soli­tai­ren. Hij is van de erekoer ge­schei­den door een eveneens wit ge­schil­derd hek van giet- en smeed­ijzer met vijf traveeën en een cen­traal poort­hek, uit de 19de eeuw. Het hangt tussen vier ronde zuilen met basis en bekro­nende gesteelde en meer­voudig gepunte bol en heeft vierkante regels, stijlen en lagere make­laar en gebogen boven­regels met krulwerk. Ronde spij­len lopen teniet in de bovenre­gel en de korte on­derspijl­tjes zijn gepunt. Het vaste hek heeft dub­bele boven­regels, doorlopende spijlen met lanspun­ten en trekstangen met voluut, veran­kerd in de bodem.

Aan de overzijde van de Ter Laemenlaan liggen uitgestrekte­ vijvers met eilandjes.

Bomen

Naast de reeds vermelde bomen, komen ook voor: Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) en Euro­pese vogelkers (Prunus padus), Amerikaanse eik (Quercus rubra) en tamme kastanje (Castanea sativa), naast een gewone haagbeuk (Carpi­nus betu­lus) (200 cm stamomtrek op 150 cm hoogte) en een Oostenrijkse den (Pinus nigra subsp. nigra) (233 cm stamomtrek op 150 cm hoogte).

  • Kadasterarchief Limburg, Primitief ­ plan, 1827, A. Neven.
  • Kadasterarchief Limburg, legger van 1844.
  • Kadasterarchief Limburg, Opmetingsschets van 1882.
  • DE SAUMERY P.L. (?) 1977: Les Délices du païs de liège, (Liège, 1744), Anastatische herdruk, Brussel, 4, 216.
  • S.N. 1993: Met Leloup op reis. Limburg door een 18de-eeuwse bril bekeken. Tentoon­tellingscatalogus, Hasselt, 66.
  • VAN AERSCHOT-VAN HAVERBEECK S. 1981: Bouwen door de eeuwen heen: inventaris van het cultuurbezit in België : architectuur. 6n2 : (He-Z) Provincie Limburg, arrondissement Hasselt, Gent, 582-584.

Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BOSSCHE H., 2006: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 2: As, Beringen, Diepenbeek, Genk, Ham, Hasselt, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Lummen, Opglabbeek, Tessenderlo, Zonhoven, Zutendaal, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Kasteel van Terlaemen

  • Is deel van
    Zolder


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteelpark Terlaemen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134643 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.