Dendrologisch en tuinkunsthistorisch belangrijk kasteelpark (10 hectare) in landschappelijke stijl, aangelegd einde 18de eeuw - begin 19de eeuw op oudere tuin percelen en belangrijk deel daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw; deel van een uitgestrekt domein met waterburcht en voormalig neerhof in de gebruikelijke hiërarchische structuur, kasteelboerderij, vijver, pinetum, bospark, bossen en landerijen. Uitzonderlijk voorbeeld van hoe de landschappelijke stijl, in drie fasen gerealiseerd, zich op de oude tuinmorfologie entte.
De heerlijkheid bezat als belangrijke verdedigingspost van het graafschap Loon een waterburcht bij de Laambeek, die Hendrik van Bastenaken in 1422 bouwde. De omgrachte neerhof-opperhofstructuur is nog steeds afleesbaar. Het kasteel werd in Maaslandse renaissancestijl vergroot door graaf Ferdinand van In- en Kniphausen in 1637, jaartal aangeduid in muurankers. Hij legde er ook renaissancistische tuinen aan.
Men ziet ze op de midden 18de-eeuwse tekening van Remacle Leloup, naast de huidige dreven, het neerhof, het waterkasteel met ophaalbrug, poorttoren, twee langsvleugels en een hoge donjon. De gesloten en ruime, vierkante tuin heeft zes parterres en een belvedère-paviljoentje in de hoek, bekroond met een bol. De beschrijving in Les Délices du païs de Liège vermeldt de uitgestrektheid van het land, zijn charmante ligging in een groot bos van opgaande bomen doorsneden door lanen en een groot aantal kanalen. Ze signaleert dat het woonhuis verschillende appartementen telt van 28 ruime vertrekken met cabinetten en doorloopruimten. Ook aan de tuin wordt aandacht besteed. "Hij ligt ten oosten en wordt aan drie zijden begrensd door schitterende lanen van hoge haagbeuk in hoefijzervorm, reikend tot de kasteelgracht, die de vierde grens vormt. Ten zuiden ligt een meer open tuin, omsloten door een mooie, in festoenen geknipte palissade en voorzien van leifruit in waaiervorm. Het kasteel, zoals het geheel domein, is omgracht en heeft fraaie bomenlanen op de dijk".
In 1741 kocht baron Gilles Lambert de Villenfagne het goed en vererfde het aan zijn neef Jean Ignace (1716-1793), baron van Vogelsanck en burgemeester van Luik, die tussen 1756 en 1789 wijzigingen doorvoerde en zijn wapens in het fronton liet aanbrengen.
Begin 19de eeuw tekende Philippe de Corswarem (1759-1839) vannit het zuidwesten een complex gebouw dat nog naar het Ancien régime verwijst met houten brug naar het neerhof, eenvoudig brughek, een haag als afboording van de gracht, een dreef achter het wagenhuis, een solitaire boom met achteraan de westgevel van de brouwerij en lagere beplanting op de parterretuin ten zuiden. De kaart van Boniver uit het eerste kwart van de 19de eeuw bevestigt deze dispositie. Bij de kruising van vier landwegen ligt het L-vormig kasteelcomplex met gracht, neerhof en twee aanhorigheden.
De als jonge man blind geworden baron van Vogelsanck, Jean Louis de Villenfagne (1752-1823), die niettemin een dendrologische belangstelling ontwikkelde, liet volgens de literatuur een vroeg-landschappelijke tuin aanleggen met 150 verschillende in- en uitheemse boomsoorten en struiken, on er meer op de oude, omgrachte tuin voor nut en sier, ten oosten bij het kasteel. De moestuin zelf verhuisde naar de nabijheid van het neerhof.
Het Primitief kadasterplan uit 1827 door H.A. Neven en de legger noteerden bij het kasteel (perceel nummer 586) de omgrachting als lustvijver (nummer 585) die ook loopt rond de oude eilandtuin van Leloup (nummer 578, nu weide), tuinpercelen (nummer 576, 577, 588) met paviljoen (nummer 575), het erf met de dienstgebouwen (nummer 587, waaronder de brouwerij) en de boomgaard (nummer 589). Percelen lustbos (nummer 569, 571, 572, 573, 579 594), weide (nummer 584, 560, 550, 590) of weide (nummer 578, 584, 590, 550, 560). Bij de boerderij (nummer 591) ligt een moestuin (nummer 593). Naast de lange rechte weg vanuit het dorp ten noorden (nummer 581) loopt er vanuit het noordoosten ook een gebogen toegangsweg, eerst in bos, dan als dreef tussen hooilanden naar het erf.
Opmerkelijk is dat de Primitieve percelen met de jaren hoegenaamd niet veranderen, terwijl hun uitzicht en gebruik wel evolueerde. In 1878 verdwijnt de brouwerij, worden de oostelijke en zuidelijke gracht rond de boomgaard ten noorden, bij de aanhorigheden gedicht en wordt in de boomgaard een wagenhuis en bakhuis gebouwd. In 1954 wordt de boerderij verbouwd.
De in 1854 door haar huwelijk met Jules Henri de Villenfagne, (1827-1904) ingetrouwde Camille Preston (1835-1903), van verre Ierse afkomst (Preston of the Lords of Gormanstone) en wonend in het nabije kasteel van Beverst, is vanaf 1875 verantwoordelijk voor de romantisering van het kasteelcomplex in neo-Vlaamse renaissance- en Tudorstijl. De kasteelgracht werd verandschappelijkt (onder meer kreeg ze kronkelende oevers) en de oude omgrachte parterretuin werd zodoende een eiland in een landschappelijke vijver. De inbreng van de kasteeldame blijkt als men de stafkaarten vergelijkt.
De eerste uitgave (1877, terreinopname 1868) verschilt wat bodemgebruik en perceelvormen betreft niet van het Primitief kadaster, en toont dus eigenlijk nog de vroeg-landschappelijke aanleg van de blinde baron. De uitgave van 1923 met de revisie op het terrein van 1886 toont hoe de oude eilandtuin ten zuiden verkleind is tot een eilandje in de verlandschappelijkte kasteelgracht. De siertuin ten oosten is een park met wandelpaden geworden; waar voorheen de boomgaard lag is nu een moestuin met zes kwadranten, ten oosten van nieuwe dienstgebouwen. In een latere fase tenslotte moderniseerde men de vroeg-landschappelijke aanleg en opende men de tuin visueel met zichtassen vanuit het kasteel op het landschap.
Vogelsanck vandaag
De kern van het domein is vandaag begrensd ten noorden door de autoweg E314, ten oosten De Drij Dreven, ten zuiden de Vrunstraat en ten zuiden en ten westen de Vogelsancklaan. Het behoort echter tot een 450 hectare groot goed in de valleien van de Laam- en de Echelbeek, een open en vlak landschap van grasland, bos, heide en vijvers. Daarin beslaat het kasteel zelf een rechthoek met binnenkoer, omringd door grachten, ten zuiden van de dorpskern van Zolder.
Verschillende dreven uit de vier windrichtingen komen samen bij het kasteel. De één kilometer lange Kasteeldreef is nu onderbroken door de autosnelweg maar liep voorheen vanaf Zolderdorp uit het noordnoordwesten naar het kasteel. Vanaf De Drij Dreven ten oosten vertrekt een tweede dreef, ook Kasteeldreef genaamd; vanaf de Vogelsancklaan ten zuiden een derde en vanaf de zelfde straat ten westen voert de Grote Dreef als vierde naar de de kasteelboerderij.
De hoofdtoegang ligt nu aan de Vogelsancklaan, aan de zuidzijde van het domein, aan een vernieuwd lunetvormig voorplein met lange rechte oprit in kassei, tussen weilanden. Het ingangshek bestaat uit een centraal poorthek en een vast hek tussen zes hekpijlers uit de tweede helft van de 20ste eeuw. Het vast hek is hergebruikt en staat op een bakstenen plint met halfrond beloop, tussen een haag van gewone els. De zes dunne pijlers zijn van baksteen met sokkel, deksteen en bekronende hergebruikte, gerestaureerde siervazen van hardsteen: vier barokke vazen met elk vier medaillons met de beeldenaars van Romeinse keizers tussen vier geketende hermen en twee rococo vazen met rocaillewerk, deksel en oren. De vier tuinvazen met medailons zouden kunnen dateren uit de tijd van Gilles Lambert de Villenfagne. Het lichtgroen geschilderd vast hek van smeedijzer, uit het begin van de 20ste eeuw, heeft een vierkante onderregel, decoratief uitgewerkt met gekruld omgekeerd V-motief tussen het uiteinde der spijlen, dubbele bovenregels met afwisselend ringen en knopen ertussen en ronde spijlen die één op drie hoger zijn en uitlopend op een lelie, tussen de krullen van de naastliggende spijlen. Het hoog inrijhek heeft vierkante stijlen en een dito makelaar, dubbele onder-, tussen- en bovendorpels gevuld met ringen en bekroond met vergulde pinakels.
Aan de Kasteeldreef in het dorp ligt een witgekalkt houten hek met voetgangersdoorgang, uit het tweede kwart van de 20ste eeuw. Het is de aanzet van een verjongde dreef van bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') die voordien naar Vogelsanck voerde en die vandaag doodloopt op de E 313. Nu is het een relict dat in het dorp nog herinnert aan de aanwezigheid van het kasteel en zijn heren.
Aan de 'Drij Dreven' bemerkt men nog een nieuw hek met in 1995 herbruikte achthoekige pijlers van blauwe natuursteen daterend uit 1875 en afkomstig van de brug naar het kasteel. Er naast, de restant van een oudere ingang, namelijk een zeshoekig bakstenen torentje met kanteling dat ook uit Camille Prestons' periode moet dateren. Aan de Vogelsancklaan staat een tweede gelijkaardig nieuw hek van dezelfde makelij.
Bomen
(Het cijfer tussen haakjes geeft de stamomtrek in cm op 150 cm hoogte.)
De Dendrologische Vereniging signaleert een uitzonderlijke verzameling, onder andere in het Pinetum, dat een volledige inventarisatie verdient, zoals grove den (Pinus sylvestris) uit einde 18de eeuw, aangelegd door de blinde Jean Louis de Villenfagne, baron van Vogelsanck. Verder noteerde de inventaris: grote trompetboom (Catalpa speciosa) (185 cm)geënt op gewone trompetboom (Catalpa bignonioides), Cedrus brevifolia (185 cm met kruin van 20 m, een kampioen), Sawaraschijncipres (Chamaecyparis pisifera) (196 cm en 236 cm aan de vork, 18 m hoog), Sawaraschijncipres, cultivar (Chamaecyparis pisifera 'Plumosa') (162 cm x 20m), zwarte walnoot (Juglans nigra) (216 cm), amberboom (Liquidambar styracyflua) (312 cm), tulpenboom (Liriodendron tulipifera) (250 cm, 28m hoog), Virginische kransmagnolia (Magnolia virginiana) (7 takken van 8 m hoog), Pinus koraiensis (294 cm, 299 cm en 28 m hoog), zwarte den (Pinus nigra) (355 cm, 380 cm en 35 m hoog), goudlork (Pseudolarix kaempferi) (150 cm, 20 m hoog), (Pyrus salicifolia 'Pendula'), moseik (Quercus cerris) (349 cm, 25 cm hoog), Quercus x leana, wilgbladige eik (Quercus x phellos) aangeplant in 1801 (254 en 236 cm), parasolden (Sciadopitis verticillata), reuzenlevensboom (Thuja plicata) (453 cm). Sommige exemplaren zijn ondertussen reeds verdwenen.
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BOSSCHE H., 2006: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 2: As, Beringen, Diepenbeek, Genk, Ham, Hasselt, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Lummen, Opglabbeek, Tessenderlo, Zonhoven, Zutendaal, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Vijvergebied tussen Laambeek en Slangebeek
Is deel van
Zolder
Is gerelateerd aan
Kasteel van Vogelzang
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Park van het kasteel Vogelsanck [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134644 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.