Koninklijk Park en aansluitend Nieuw Park, beide in landschappelijke stijl, horend bij het Militair kamp van Beverlo en daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw. Belangrijke bomen. Twee militaire begraafplaatsen, een Belgische uit 1928 en een Britse voor de gesneuvelden van 1939-1940, sluiten bij het Nieuw Park aan.
Onstaan en vroegste geschiedenis
Koning Leopold I liet het Kamp van Beverlo in 1835 oprichten tegen de Nederlandse buurstaat, op een moment dat de landsgrenzen hier nog niet vast lagen. Het kamp werd in een eerste fase aangelegd door de genietroepen en vanaf 1846 door de 'sans floches' of strafcompagnie en door de Landbouwschool van Gembloux, naar plannen van generaal en minister van oorlog P.E.F. baron Chazal (1808-1892), die er met een monument wordt herdacht, en van kolonel Demanet. Intensieve aanplantingscampagnes waren nodig als scherm tegen het stuifzand van het heidegebied. Aanvankelijk bestond het kamp uit strohutten en houten barakken, die vanaf 1846 vervangen werden door gebouwen in duurzamer materialen.
Een eerste park van 6 hectare werd aangelegd in 1837 op een in twee verdeeld rechthoekig terrein met in het zuidelijk gedeelte een landschappelijk park rond de 'Baraque du Roi' en ten noorden een parkbos als een klassiek sterrebos met vierkant grondplan, centrale cirkelvormige open plek en acht radiale dreven. Deze aanleg leest men op de kaart van Vander Maelen 9/3.
De kaart van Vander Maelen 4/15 laat een meer geëvolueerde toestand zien, na de uitbreiding van 1846-1851 tot 40 hectare. Het noordelijk parkbos is verdwenen, het park rond de koninklijke barak 'Palais du roi', is vergroot in noordelijke en westelijke richting en ten zuiden ligt het 'Nieuw' park, zoals het nu nog wordt genoemd. De 'Guide Castaigne' besprak het kamp in volgende bewoordingen: "Heeft men niet toegegeven aan luxe, dan heeft men voor al de lichte constructies wel elegantie nagestreefd en zelfs een rustiek karakter gezocht dat hier wel past en aangenaam is om zien. Men heeft er stap voor stap een bewonderenswaardig en handig getekend park aangelegd met grasvelden en parterres, mooie bomen, lange lanen. De werkelijk weelderige vegetatie bezorgt deze plek een zekere frisheid en aantrekkelijkheid en geeft ze een poëtische allure".
De Dépôt-kaart (opname 1871, uitgave 1876) toont hoe het legerkamp in zijn totaliteit georganiseerd was, welke centrale plaats de beide parken – op de kaart als één geheel 'Parc royal' genoemd – daarin innamen en hoe het dorpsplein, en later de dorpsbebouwing, er bij aansloot. De aanleg reflecteert de bestemming en de militaire hiërarchie. Het park ligt ten zuidoosten in de gemeente en is ingeschreven in de rasteraanleg van het kamp, opgevat als een dambord met centraal het Koninklijk Park en ten zuiden het Nieuw Park, benaming die pas verschijnt op de stafkaart van 1935. Vanuit het voormalig Koninklijk Paviljoen vertrokken twee nu nog bestaande radialen naar het noordoosten en het zuidoosten als ganzenvoet in het kamp. Het dorp neemt de noordwestelijke hoek in. Het noordelijk park werd naderhand het Park der Officieren en was aanvankelijk aangelegd bij het nu verdwenen houten Huis van de Koning, een ontwerp van kapitein Lery uit 1835, dat op de afbeeldingen een Russische uitstraling heeft. Zoals ook in Laken het geval, was de spoorlijn tot daar doorgetrokken. Het nieuw Park werd het Park der Onderofficieren en was ondergronds verbonden met het koninklijk verblijf. De kaarten met de terreinopname van 1887 en 1935 laten de wijzigingen en verschuivingen zien in het padenpatroon, maar ook de verdwijning van het koninklijk paviljoen, de vervanging van de kerk door een veel grotere, nu gelegen op een ruime kavel in de as van het Koninklijk park. Eertijds was de ingang tot het park aangeduid met kettingpalen van natuursteen, uitlopend op bollen. Het Nieuw Park is nu als gemeentelijk park opengesteld en sluit zowel de Britse als de Belgische Militaire Begraafplaats in.
Het Koninklijk Park
Het Koninklijk Park is nu begrensd door de Leopold I-laan ten noorden, de Zegeplaats ten oosten, de Leopold II-laan ten zuiden en de Koningin Louisalaan ten westen. Het Nieuw Park is begrensd ten noorden door de Leopold II-laan, de Gravin van Vlaanderenlaan ten oosten, de Graaf van Vlaanderenlaan ten zuiden en de Vlaanderenlaan ten westen.
Het Koninklijk park strekt zich nu uit bij het voormalig paviljoen van de Minister van Oorlog, nu Astridclub of Mess der Officieren, in 1835 in hout gebouwd, in 1886 in baksteenmetselwerk heropgetrokken en in 1950 gerestaureerd. Het park heeft zachtglooiende grasvelden met rondwegen, solitaire bomen, bomengroepen en groengordels en kunstmatig opgeworpen dammen aan de kavelranden. Dezelfde boomsoorten komen in de verschillende parkdelen voor. De oorspronkelijke padenstructuur uit de tweede helft van de 19de eeuw is bewaard. Het paviljoen van de Commandant van de Genie, nu Directie der Militaire Bouwwerken, in de zuidwestelijke hoek van het Koninklijk Park, in verzorgde architectuur in pittoreske stijl uit 1869, heeft eveneens een tuin in landschappelijke stijl met vijver en rustieke parasol met rieten bedaking.
Een openbaar parkje werd aangelegd begin van de 20ste eeuw rond de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk uit 1899-1903, gebouwd door kapitein Lebrun en zijn geniesoldaten. Het geodetisch punt met bakstenen sokkel op een artificiële heuvel dateert uit 1851 zoals aangegeven in een jaarsteen en ligt ten zuiden in het Koninklijk Park. Ernaast, blijft de uitgegraven waterpartij als poel over.
Het Nieuw park
Het Nieuw park in landschappelijke stijl heeft een meer groots karakter en ligt bij de mess der Onderofficieren of Club Prinses Paola. Het bestaat uit grasvelden met een rondweg en een bomengordel en behoudt eveneens de oorspronkelijke padenstructuur. De meeste gebouwen verdwenen mettertijd.
De ijskelder uit 1837, 80 m3 groot en van baksteenmetselwerk werd in het Nieuw park gebouwd in functie van het Militair Hospitaal en voor het Huis van de Koning. Voorheen stond op de top een rustiek achthoekig paviljoentje van boomstammen en een strodak, een geliefde stijl in de 19de eeuw, verwant met de muziekkiosk die zich eertijds bevond op het Koningsplein in Leopoldsburg.
De Begraafplaatsen
De Belgische Militaire Begraafplaats werd aangelegd in 1928 aan de Leopold II-laan en werd achteraan uitgebreid voor Belgische gefusilleerden van de Tweede Wereldoorlog en voor enkele Russische soldaten. De oorsprong is echter iets ouder: in 1916 werden hier eerst Duitse soldaten begraven en pas na de Eerste Wereldoorlog ook Belgische. Een zwart geschilderd, modernistisch smeedijzeren hek met kader en middenregel van vierkante buizen, een blindbord in de onderste helft en tussenregels van platte staven in de bovenste helft, dient als toegang. Die is gevat tussen lage muren van bruine breuksteen met geaccentueerd voegwerk en lantaarns van smeedijzer met gehamerd glas, van dezelfde makelij. Een brede rechte laan in rode steenslag leidt naar het witgeschilderd memoriaal voor de onbekende krijgsgevangenen; een tweede gelijkaardig memoriaal gedenkt de onbekende politieke gevangenen uit de Tweede Wereldoorlog. Op het grasveld liggen de soldatengraven gealigneerd volgens een geometrisch patroon. De bomen van het park dienen als beschuttend scherm, en een gesnoeide laurierhaag lijnt de begraafplaats af.
De Britse Militair begraafplaats ligt aan dezelfde laan en is van de straat gescheiden, niet door een muur of haag maar door een gracht, wat het een open karakter bezorgt. Het heeft een ingemetselde gedenksteen 'Leopoldsburg War Cemetery 1939-1945' in de ingangspartij. Die is gebouwd in verzorgd baksteenmetselwerk met plint en deksteen van witte natuursteen, heeft slanke pijlers met bekronende hoge vazen, gevat tussen lage muurtjes met een ingebouwde zitbank, eveneens in witte natuursteen. Het laag hekje heeft vierkante stijlen, regels, getorste spijlen, een bekronend siervaasje op de stijl en een siervoluut tussen de spijlen. Het gedenkkruis in witte natuursteen staat op een getrapte sokkel van hetzelfde materiaal. Op het uitgestrekte gazon liggen de grafstèles van witte natuursteen in lange bloemenbedden op rij. Hier ook spelen de bomen van het park met hun volume en kleur de functie van achtergrond en scherm. Een losse haag van azalea, rododendron en magnolia, achteraan in apsisvorm beëindigd en aangevuld met enkele schijncipressen, benadrukt de grens. De naam van de ontwerper Philip Hepworth is vermeld op een steen in de memoriekapel.
Bomen
Het cijfer tussen haakjes is de stamomtrek in cm, gemeten op 150 cm hoogte.
In het Koninklijk Park:
Laan van Amerikaanse eik (Quercus rubra) en van zomereik (Quercus robur), en twee parallelle laantjes van tamme kastanje (Castanea sativa) en van grootbladige linde (Tilia platyphyllos). Twintig kogelacacia's (Robinia pseudoacacia 'Umbraculifera') op het pleintje bij de Astridclub of de mess der officieren. Verder kogelesdoorn (Acer platanoides 'Globosum'), Amerikaanse eik, bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina), Europese lork (Larix decidua), fijne spar (Picea abies), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), gewone lijsterbes (Sorbus aucuparia), gewone robinia (Robinia pseudoacacia), grootbladige linde, grove den (Pinus sylvestris), Hollandse linde (Tilia x vulgaris), hemelboom (Ailanthus altissima), Californische schijncipres (Chamaecyparis lawsoniana), Noorse esdoorn (Acer platanoides), ruwe berk (Betula pendula), tamme kastanje (Castanea sativa), twee maal twee exemplaren Ierse taxus (Taxus baccata 'Fastigiata') aan het gazon bij de Officierenclub, een jonge Weymouthden (Pinus strobus), witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), zilveresdoorn (Acer saccharinum), Coloradozilverspar (Abies concolor) en zomereik.
En de opgemeten exemplaren: gewone esdoorn met bont blad (Acer pseudoplananus 'Leopoldii') (164 cm), gewone esdoorn met donkerroodpurperen bladonderkant (Acer pseudoplatanus 'Atropurpureum') (220 cm, met kopent), tamme kastanje (241 cm), bruine beuk (313 en 524 cm), varenbeuk (Fagus sylvatica 'Asplenifolia') (217 cm), amberboom (Liquidambar styraciflua) (114 cm), Weymouthden (174 cm), witte abeel (Populus alba) met twee takken (183 en 165 cm), zomereik met bolstaand blad (Quercus robur 'Cuculata') (316 cm), Quercus x heterophylla (349 cm) met voetent en laag vertakt, Amerikaanse eik met zwamaantasting (378 cm) en een gezond exemplaar (358 cm), gewone robinia (214 cm) en veldiep (Ulmus carpinifolia) (184 cm) in slechte staat.
In het Nieuw Park:
Amerikaanse eik, bruine beuk, fijne spar, gewone lijsterbes, gewone taxus, Californische schijncipres, ruwe berk, tamme kastanje, zomereik. Kaukasische zilverspar (Abies nordmannia) (212 cm), witte paardenkastanje met zwam en 6 stammen waarvan één uitgescheurd (520 cm aan de voet), tamme kastanje (293 cm), bruine beuk (265, 328, 444, 450 en 512 cm, de laatste in slechte gezondheid), ongedoornde valse christusdoorn (Gleditsia triacanthos 'Inermis') (112 cm), fijnspar (195 cm) en mammoetboom (Sequiadendron giganteum) (511 cm).
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BOSSCHE H., 2006: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 2: As, Beringen, Diepenbeek, Genk, Ham, Hasselt, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Lummen, Opglabbeek, Tessenderlo, Zonhoven, Zutendaal, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & van den Bossche H. 2006: Kamp van Beverlo: Koninklijk Park, Nieuw Park en militaire begraafplaatsen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/161827 (geraadpleegd op ).
Het Kamp van Beverlo, ten zuidoosten van de dorpskern van Leopoldsburg, omvat twee ruime parken: het Koninklijk Park en het Nieuw park. Het zijn parken in een landschappelijke stijl met riant karakter, die dateren uit de tweede helft van de 19de eeuw.
Koning Leopold I liet het militaire kamp in 1835 oprichten in de toenmalige Grote Heide van Beverlo, tegen de dreiging van de Nederlandse buurstaat. Het werd aangelegd door de strafcompagnie, de zogenaamde ‘sans-floches’, en door de Landbouwschool van Gembloux, naar plannen van toenmalig minister van oorlog baron P.E.F. Chazal en kolonel Demanet. Aanvankelijk bestond het kamp uit strohutten en houten barakken, maar vanaf 1846 werden deze vervangen door gebouwen in duurzamer materialen. De parken liggen centraal in de rasteraanleg van het legerkamp, opgevat als een dambordschema. In de aslijnen vanuit het voormalige Koninklijk Paviljoen vertrekken twee radiale wegen, naar het noordoosten en het zuidoosten. De aanleg reflecteert de bestemming en de militaire hiërarchie.
Het Koninklijk park strekt zich uit bij het voormalig paviljoen van de minister van Oorlog, nu de Astridclub of Mess der Officieren. Het werd in 1835 in hout gebouwd, in 1886 in baksteenmetselwerk heropgetrokken en in 1950 gerestaureerd. Het park heeft zacht glooiende grasvelden met rondwegen, solitaire bomen, bomengroepen, groengordels, een kleine poel of vijver en opgeworpen dammen aan de kavelranden. De oorspronkelijke padenstructuur uit de tweede helft van de 19de eeuw is bewaard. Het paviljoen van de Commandant van de Genie, nu de Directie der Militaire Bouwwerken, ligt in de zuidwestelijke hoek. De villa werd in 1869 gebouwd in pittoreske stijl en heeft een verzorgde architectuur. De tuin heeft een vijver en is eveneens aangelegd in landschappelijke stijl. Ten westen van het Koninklijk Park ligt het grote ereplein van het kamp. De omgeving wordt ingenomen door bossen met daartussen huisvestings- en kazerneblokken.
Op de hoek van de Prins Boudewijnlaan en de Leopold I-laan ligt bij een leegstaand paviljoen nog een landschappelijke tuin uit de tweede helft van de 19de eeuw. In een ruime kavel, in de as van het koninklijk park staat de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk, in 1899-1903 gebouwd door kapitein Lebrun en zijn geniesoldaten. De parkaanleg is echter recenter.
Het Nieuw park is gesitueerd ten zuiden van het Koninklijk park, bij de Club Prinses Paola of de Mess der Onderofficieren. Het bestaat uit grasvelden met een rondweg en een bomengordel. Ook hier is de oorspronkelijke padenstructuur behouden. De meeste gebouwen verdwenen echter mettertijd. In het park werd in 1837 een ijskelder van baksteenmetselwerk gebouwd, 80 m3 groot, in functie van het Militair Hospitaal en het Koninklijk Huis.
Langs de Leopold II-laan liggen twee militaire begraafplaatsen. De Belgische Militaire begraafplaats werd aangelegd in 1928. Het Brits Militair Kerkhof heeft een ingemetselde gedenksteen ‘Leopoldsburg War Cemetry 1939-1945’. Het Nieuw park is nu als gemeentelijk park opengesteld.
Bron: Ankerplaats 'Parken van het Kamp van Beverlo'. Landschapsatlas, A70042, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2001: Kamp van Beverlo: Koninklijk Park, Nieuw Park en militaire begraafplaatsen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/174146 (geraadpleegd op ).