Landhuis in eclectische stijl gebouwd in 1922 in opdracht van de Brusselse industrieel Jean Noirhomme, gelegen in landschappelijk park aangelegd in zelfde periode met enkele 19de-eeuwse bomen en oudere elementen, waaronder serre, duiventoren, kippenhok, tuinvaas en moestuin; landhuis in 1950 ingericht als rusthuis, aanzienlijk uitgebreid in 1970.
De 'Residentie Koning Albert' is één van de drie rusthuizen van het Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders (N.I.O.O.O.). Het met Ierse taxussen (Taxus baccata 'Fastigiata') ingelijste borstbeeld van 'koning-ridder' Albert I bij de parking aan de ingang van het domein brengt deze bijzondere bestemming in herinnering. Het kasteel waarin het rusthuis is ondergebracht werd in 1922 gebouwd door de Brusselse industrieel Jean Noirhomme – eclectisch neoclassicisme in similisteen en bleke baksteen, typisch voor de wederopbouwperiode, ook voor de heropbouw van diverse kastelen die tijdens de Eerste Wereldoorlog werden platgebrand (opvallende gelijkenis met het kasteel de Maurissens te Lubbeek, heropgebouwd naar ontwerp van Chrétien Veraart). Noirhomme omringde zijn kasteel met een park van anderhalve hectare en incorporeerde in zijn landgoed ook fragmenten van een aanpalend, omstreeks 1860 door André Winssinger aangelegd landgoed. De 'zetel' van het domein Winssinger was het nog bestaande gebouwencomplex (1856 volgens de jaarankers, maar met een oudere kern) in Vlazendaal, de laagte ten zuidoosten van het domein Noirhomme. Noirhomme annexeerde een ravijnbosje (56,5 are) met een vijvertje en een moestuinperceel (1 hectare). Op dit perceel had Winssinger rond 1905 een tuiniershuisje, serres en een pittoresk kippenhok met duiventorentje (van baksteen met speklagen van glazuursteentjes) laten bouwen.
De huidige hoofdtoegang bevindt zich in de noordwesthoek van het domein, op de hoek van de Keperenbergstraat en de Doornstraat, maar het smeedijzeren hek tussen pijlers (baksteen met speklagen) aan de Vlazendaalstraat in de noordoosthoek geeft de oorspronkelijke oprit aan, nog bestaande maar in onbruik geraakt. De oude oprijlaan loopt doorheen het ravijnbosje, mondt uit in de vlakte ten zuiden van het kasteel, op de grens met het moestuingedeelte, en buigt terug af naar het kasteel toe. De door bomen omkaderde vista vanuit het kasteel tussen het kippenhok en de serres door, met Vlazendaal en de Pedevallei op de achtergrond, vormt de voornaamste architecturale component. In de noordoosthoek van het domein ligt een met zomerlinde (Tilia platyphyllos) beplant heuveltje, expliciet weergegeven op de stafkaart van 1924 (ICM, 1933), vermoedelijk ooit bedoeld als uitkijkpunt over Vlazendaal.
Het kasteel werd in 1948 overgedragen aan het 'Oeuvre nationale des Anciens Combattants...', voorloper van het N.I.O.O.O., en ingericht als rusthuis. In 1970 werd er een moderne vleugel tegenaan gebouwd. Een groot gedeelte van de beplanting is vrij jong – onder meer twee trompetbomen met geel blad (Catalpa bignonioides 'Aurea'), Italiaanse populieren (Populus nigra 'Italica'), pluim-es (Fraxinus ornus), blauwe atlasceder en himalayaceder (Cedrus atlantica 'Glauca', Cedrus deodara). Maar rond het kasteel staan zilverlinden (Tilia tomentosa), beuken (Fagus sylvatica) en Amerikaanse eiken (Quercus rubra) die tot de oorspronkelijke beplanting behoren. De oudste, 19de-eeuwse bomen – tamme kastanjes (Castanea sativa) en beuken (Fagus sylvatica) – en sporen van een prieel of loofgang van haagbeuk (Carpinus betulus) bevinden zich in het ravijnbosje, voormalig eigendom Winssinger.
Merkwaardige bomen (Opname 16 juni 2000. Het cijfer in vet geeft de stamomtrek, gemeten op 150 cm hoogte.)
- 10. Oostenrijkse den (Pinus nigra subsp. nigra) 247
- 23. tamme kastanje (Castanea sativa) 382
- 26. parrotia (Parrotia persica) 148(100)
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Dilbeek 1906/24, 1923-1924/72-2.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant,Oude kadastrale legger 212 Dilbeek, art. 620 en art. 1633.
- HALFLANTS J. e.a. (red.), Kasteel de Maurissens Pellenberg, Cataloog Open Monumentendagen 12 & 13 september 1998, Lubbeek, Heemkring Libbeke, 1998.