Villa met koetshuis en tuinpaviljoen, gebouwd rond 1867 in opdracht van notaris Jean-Baptiste Wielant uit Herne. Ommuurde tuin van circa 1 hectare, voor één derde overschaduwd door bomen.
In 1859 kocht notaris Jean-Baptiste Wielant uit Herne twee percelen akkerland langs de Kapellestraat ten noordoosten van de dorpskern. De bouw van een villa met koetshuis en tuinpaviljoen ("zomerhuis") werd kadastraal geregistreerd in 1867, de bakstenen omheiningsmuur rond een tuinperceel van ongeveer 1 hectare in 1895. De architectuur van de villa is typisch voor de sobere landhuizen vóór de doorbraak van het eclecticisme in de late jaren 1860: een zogenaamd dubbel huis van baksteen, met arduin voor de plint, het bordes en de deur- en vensteromlijstingen, twee hoge bouwlagen en drie brede traveeën, de ingangstravee uitgewerkt als een middenrisaliet, een schilddak (momenteel pannen) met smeedijzeren nokversiering, geen mezzanine (waarmee dergelijke huizen vaak waren uitgerust). De versiering bleef beperkt tot de voorgevel: hoeklisenen verbonden door muizentandfriezen, ingediepte panelen onder de vensters van de verdieping, waarvan de onderdorpels verbonden worden door een kordonlijstje van gesinterde baksteen. Het koetshuis – later als "bureel" omschreven – leunt aan bij het oorspronkelijke notariaat op het aanpalende perceel en beantwoordt aan de typische koetshuisarchitectuur uit de late 19de eeuw: een eenlaags, langgestrekt volume onder zadeldak, met een in acht bogen verdeelde gevel, twee daarvan met poorten, de rest met ramen, vastgebouwd aan een tweelaags gebouwtje (de ontvangstruimte van de notaris).
Het tuinpaviljoentje tegen de omheiningsmuur in de noordwestelijke hoek van het domein is gebouwd in een kuil, waarin de kelderverdieping schuilgaat. Het vloerniveau valt samen met de bovenkant van de omheiningsmuur. In de afgeschuinde hoek van het paviljoen bevindt zich een rondboogdeur, geflankeerd door twee rondboogvensters, en alle gevelopeningen zijn omlijst met gesinterde baksteen. Het huidige zadeldak met pannen vervangt het oorspronkelijke, hexagonale, met leien bedekte tentdak. Een laantje, overschaduwd door acht bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), verbindt het huis met het paviljoen. De brug die ooit over de kuil heen de deur van het paviljoen verbond met het laantje, is verdwenen, op twee pijlers van de aanzet van de leuningen na.
Hoogstammige beplanting komt alleen voor in het gedeelte tussen de straat en het woonhuis – naast de bruine beuken van het laantje ook een zilverlinde (Tilia tomentosa). Van een eventuele oorspronkelijke beplanting is niets bewaard gebleven, aangezien geen van de bomen 250 centimeter stamomtrek heeft bereikt. Een groot gedeelte van deze ruimte wordt overschaduwd door opslag (voornamelijk gewone esdoorn – Acer pseudoplatanus). De ruimte achter het huis, bijna twee derden van het tuinperceel, is momenteel weide.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oude kadastrale legger 212 Herne, art. 316 nrs. 14, 31, 32 en art. 3627 nr. 3.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschetsen Herne 1867/17 en 1895/15.