Arbeiderswoningen van twee of drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldaken (Vlaamse of mechanische pannen), uit de 19de eeuw. Hier stond eertijds de "Engel". In 1572 vermeld als herberg. Hieruit werd in de 17de eeuw de "Kleinen Engel" gesplitst, die in 1784 vermeld stond als stenen huis. Uit de "Engel" werd nogmaals het "Pakhuis" gesplitst dat in 1769 aangeduid stond als pakhuis met poort, paardenstal en kalfskot, echter reeds in 1770 opgesplitst in twee woningen. Gecementeerde baksteenbouw, nummer 35 bezet met tegels; rechthoekige muuropeningen. Nummer 39 hoofdgestel, met geprofileerde rechthoekige panelen.
VAN PASSEN R., Toponymie van Kontich en Lint, Gent, Vlaamse Academie voor taal- en letterkunde, 1962, p. 208, 336, 479.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n2 (Ho-Ra), Brussel - Gent. Auteurs: Wylleman, Linda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)