Restant van de landschappelijke tuin (1 hectare 35 are 60 centiare) rond een circa 1860 heropgebouwde en rond 1990 afgebroken pastorie, nu gemeenteplantsoen.
Het schaduwrijke plantsoen tussen de Sint-Niklaaskerk en het gemeentehuis is wat overblijft van de pastorie, die gesloopt werd rond 1990. De Ferrariskaart (1771-1775) toont de Sint-Niklaaskerk, het ommuurde kerkhof en het pastoriegoed. Dit omvatte drie gebouwen en een grote tuin. De kladversie van de in 1823 opgestelde Primitieve kadasterkaart toont min of meer dezelfde configuratie, maar met meer details. Naast de pastorie (perceel 1161, op de 'nette' versie hernummerd tot 1204) staat een schuur (1160, later 1203). Eén belangrijk detail komt niet op de Ferrariskaart voor, maar bestond toen ongetwijfeld: de twee boogvormige vijvers (percelen 1158 en 1159, later 1201 en 1202), die aan een (relict van een) ringgracht doen denken en vermoedelijk verband houden met het ontstaan van Liedekerke, want de Sint-Niklaaskerk bood van 1092 tot 1146 onderdak aan een kapittel. Van het pastoriegebouw dat (in min of meer gewijzigde vorm) rond 1860 zal worden afgebroken – een dubbel huis van vijf traveeën – bestaan twee 17de-eeuwse afbeeldingen, waarvan één uit 1641 in deel twee van de 'Flandria illustrata' van Sanderus.
De kladversie van de Primitieve kadasterkaart toont bovendien twee details die op de definitieve versie niet meer worden afgebeeld:
Het pastoriegoed besloeg 54 are, maar de percelen boomgaard, hopland, weide en akker (nummers 1156, 1157, 1163, 1164 en 1165, later 1199, 1200, 1206, 1207 en 1208) – extra muros maar binnen het stratenblok – werden wellicht ook door de pastoor benut. De verdere evolutie van het pastoriegoed valt uit geen enkel document af te leiden, ook niet uit het kadaster dat geacht wordt elke substantiële wijziging bij te houden. De vijvers worden kadastraal pas afgevoerd in 1928, maar vermoedelijk waren ze toen al geruime tijd verdwenen, want op de stafkaart van 1864 (Dépôt de la Guerre, 1871) worden ze niet meer afgebeeld. De bouw van de pastorie kan evenmin aan de hand van kadastrale bescheiden gedateerd worden. Vermoedelijk gebeurde dit rond 1860, want toen werd het schuurtje dat aan de zuidelijke vijver grensde afgebroken (de afbraak van de oude en de bouw van de rond 1990 afgebroken pastorie worden pas geregistreerd in de kadastrale opmetingsschets van 1981/59, 120 jaar na datum en vlak voor de afbraak).
Op luchtfoto's uit 1963 is de 19de-eeuwse pastorie zichtbaar: een bakstenen dubbel huis van twee bouwlagen onder schilddak, drie traveeën breed en drie diep – een type van herenwoning dat vanaf 1840 tot circa 1865 veelvuldig werd gebouwd. De voorgevel was naar de huidige Steinfurtstraat gekeerd, waar zich ook de toegang bevond. Half verscholen achter de pastorie is een nieuw bijgebouw (remise) zichtbaar, eveneens met schilddak maar zonder verdieping.
Op de luchtfoto's wordt een tuin getoond waaruit elk spoor van geometrische beddenindeling verdwenen is. In de plaats daarvan zien we een landschappelijk park van 1 hectare 35 are 60 centiare, aangelegd volgens een concept dat we ook terugvinden in de meeste villatuinen uit de late 19de eeuw: het huis centraal, door wat open ruimte omgeven, met een naar de rand toe verdichtende, hoogstammige beplanting, die de afbraak van de pastorie grotendeels overleefde en behouden bleef in het huidige gemeenteplantsoen.
De omheiningsmuur werd gesloopt in 1969. Uit het type van metselwerk kan worden afgeleid dat deze muur ongeveer gelijktijdig met de villa-pastorie werd gebouwd. Alleen aan de kant van de kerk bleef een muurfragment bewaard. Op de plek waar zich de pastorie bevond werd een rond, betegeld pleintje aangelegd. In hoever de betegelde paden in het huidige plantsoen overeenstemmen met de oude paden valt niet meer uit te maken. Het heuveltje met de kapel en de twee zomerlinden ten noorden van dit pleintje behoort waarschijnlijk tot het oorspronkelijke microreliëf.
De op één na oudste bomen – witte paardekastanjes (Aesculus hippocastanum) met circa 250 centimeter stamomtrek (standaard gemeten op 150 cm hoogte) – bevinden zich vooral langsheen de Opperstraat (vooraan op de hier afgebeelde luchtfoto). De lichte kroon op de luchtfoto is vermoedelijk de nog bestaande vederesdoorn (Acer negundo). Van de beplanting uit de tijd van de villa-pastorie (rond 1860) is de ginkgo (Ginkgo biloba) met 321 centimeter stamomtrek aan de rand van het centrale pleintje het enige overblijfsel.
Bron: DENEEF, R., 2005: Historische Tuinen en Parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Pajottenland - Zuidwestelijk Brabant: Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik, Liedekerke, Pepingen, Roosdaal, Sint-Pieters-Leeuw, Ternat, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Liedekerke
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Restant van de pastorietuin van de Sint-Niklaasparochie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134755 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.