Historiek
Kapel toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw. Rechthoekige kapel gelegen op hoek met Reepkenslei. Gehucht en kapel ontlenen hun naam aan de vroegere herberg "het Reepken", sedert 1564 vermeld als afspanning. Oudste vermelding in 1440 als "capelle langs de heerstraete". Oorspronkelijk bestemd voor de eredienst der pestlijders, want in de onmiddellijke nabijheid bevonden zich tot de 17de-eeuwse pesthuisjes, eigendom van de Heilige Geesttafel. De bestemming als razernij ging verloren in de 17de eeuw en van toen af toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw.
In 1649 verkocht de Heilige Geesttafel gronden van de pesthuisjes aan particulieren en circa 1675 verschenen daar enkele gebouwen waaronder een herberg. Echter afgebroken bij verbreding van de weg in 1968. In de twee woningen werden muurschilderingen aangetroffen van circa 1675 met godsdienstige (onder meer Sint-Franciscus) en wereldlijke taferelen (onder meer doedelzakspeler, schutterstafereel). Waarschijnlijk uitgevoerd door de Kontichse landmeter Egidius de Decker.
Vlakbij de kapel stond de galg en dus vermoedelijk stopten de ter dood veroordeelden even bij dit bedehuisje. De benaming Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw werd voor eerst vermeld in begin 18de eeuw. Beschadigd tijdens Beeldenstorm, verbouwd in 1632-33 en 1650-52. Bouwvallig geworden en herbouwd in 1755-56 vermoedelijk naar ontwerp van P. De Doncker uit Brussel.
Verkocht als zwart goed aan A.L. Van Vorst, die het gebouw in 1828 verkocht aan de pastoor van Kontich. Beschadigd tijdens Tweede Wereldoorlog en hersteld in 1956.
Beschrijving
Sober classicistisch gebouwtje van twee traveeën en driezijdige koorsluiting, onder zadeldak (leien), gedateerd 1756 (console westgevel, interieur). Baksteenbouw op arduinen plint. Geprofileerde en bepleisterde kroonlijst. Noordelijke voorgevel afgezet met vlakke gecementeerde pilasters met eenvoudig kapiteel, onder driezijdig fronton met geprofileerde lijsten en in 1956 gecementeerd en versierd tympaan. Steekboogvensters in vlakke omlijsting van arduin. Gedrukte rondboogdeur in geprofileerde omlijsting van arduin met imposten en inzwenkende siersluitsteen. Eenvoudige houten deurpanelen, vensteropeningen met gesmeed ijzeren traliewerk in rocaillestijl, een van circa 1756 en vermoedelijk uitgevoerd door Cornelius Marckx.
Interieur
witgeschilderd tongewelf met pseudo-kruisribben op kroonlijst met rocaille console.
Mobilair
Onze-Lieve-Vrouwebeeldje uit de eerste helft van de 16de eeuw; Sint-Rochus en Sint-Franciscus van Assisi beelden uit de 17de eeuw; beeld Heilige Lucia van Syracuse, witgeschilderd hout, eerste helft van de 17de eeuw. Portiekaltaar met voorstelling Heilige Geest (Duif), gemarmerd hout, circa 1730, afkomstig van brigittijnenklooster van Hoboken, overgebracht circa 1784.
- OLYSEAEGERS J. en VAN HERCK J., Oude muurschilderingen te Kontich, in Noordgouw, cultureel tijdschrift van de provincie Antwerpen, Antwerpen, 1970, jaargang X, aflevering 3-4, p. 163-183.
- VAN PASSEN R., VAN PASSEN J. en VAN HERCK J., De kapel van O.-L.-Vrouw van de Reep 1756-1956, Kontich, s.d. (1956).
- VAN PASSEN R., De Reepkenskapel te Kontich (1756-1956), in De Toerist, Antwerpen, jaargang XXXV, nummer 13, 1 juli 1956, p. 492-494.
- VAN PASSEN R., Geschiedenis van Kontich, uitgave gemeentebestuur Kontich, 1964, p. 290.
- VAN PASSEN R., Toponymie van Kontich en Lint, Gent, Vlaamse Academie voor taal- en letterkunde, 1962, p. 511.