Teksten van Binnenbos en omgeving

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135031

Binnenbos en omgeving (beschermd landschap) ()

Het Binnenbos en omgeving vormt een vrijwel intact, kleinschalig landschap dat hier nog een uitgestrekt geheel vormt. Een aantal beken met de bijhorende valleien domineren het gebied waarin afwisselend open structuren (beemden, graslanden, akkers, moerassen en rietvelden) en gesloten structuren (struwelen, loof- en naaldbossen, kasteeldomeinen) voorkomen die verbonden zijn door wegen, houtkanten, bomenrijen en dreven.

Fysische geografie

Topografie

Het Binnenbos bevindt zich tussen de dorpskernen van Zandhoven (ten westen) en Pulderbos (ten oosten) en het Albertkanaal (ten zuiden). Het landschap is grotendeels gelegen in de valleien van de Kleine Wilborrebeek, de Pulse Beek, de Kleine Beek en de Dorpsloop. Deze beken zijn vrij ondiep: het hoogteverschil tussen de beek en de hoogste punten uit de omgeving bedraagt 2 meter. Ook het verval is vrij gering: de hoogte daalt van 9 tot 6 meter +TAW over een lengte van 2 kilometer. De gemiddelde hoogte van het gebied bedraagt circa 5 tot 7,5 meter +TAW.

Geologie en bodem

Volgens de tertiair-geologische kaart primeren in dit gebied de groene tot grijsbruine, weinig glauconiethoudende, fijne zanden met schelpen aan de basis van de Formatie van Lillo (plioceen, 5,3 tot 2,6 miljoen jaar geleden). De substraten bevinden zich op geringe of matige diepte. Tijdens het weichseliaan (115 000 tot 10 000 jaar geleden) werden ze overdekt met een typisch gelaagd, lemig of zandig materiaal. Tijdens het holoceen (10 000 jaar geleden tot heden) werd het pleistoceen (2,6 miljoen tot 10 000 jaar geleden) materiaal overstoven met zand van lokale afkomst. De verspreiding van die zandige afzetting schijnt nauw samen te hangen met het bestaan van vroegere of huidige valleien, hetgeen doet vermoeden dat ze afkomstig is uit die valleien. In recente tijden werd alluvium met een uiteenlopende korrelgroottesamenstelling afgezet in de valleien. Venig materiaal wordt dikwijls aan het oppervlak of op geringe of matige diepte aangetroffen.

Het Binnenbos ligt grotendeels in beekvalleien. In deze valleien treft men zeer natte gronden op licht zandleem aan naast sterk en zeer sterk gleyige gronden op zandleem met reductiehorizont en grotendeels met zandsubstraat beginnend op geringe of matige diepte. Plaatselijk komen er daarenboven venige bovengrond en veensubstraat beginnend op geringe diepte voor. Op een drietal plaatsen (ter hoogte van Hof ter Donk, Draaiboom, centraal gelegen hoeve) vindt men sterk tot zeer sterk gleyige gronden op lichte klei met reductiehorizont. Ter hoogte van het Binnenbos komen matig droge tot matig natte lemig-zandgronden voor naast matig droge licht-zandleemgronden met diepe antropogene humus A horizont. Deze gronden zijn plaggenbodems ontstaan door jarenlange aanvoer van heideplaggen en bosstrooisel. Naar Hof ter Donk toe komen er natte gronden op licht zandleem en matig natte lemig-zandgronden met verbrokkelde textuur B horizont voor. Ter hoogte van de Blauwe Hoeve treft men matig natte zandgronden met diepe antropogene humus A horizont aan, naast matig natte zandgronden met duidelijke humus en/of ijzer B horizont en matig droge zandgronden met weinig duidelijke humus en/of ijzer B horizont. Deze laatste twee bodemtypes zijn podzolbodems (ontstaan onder vroegere heide).

Vegetatie

Zoals ook uit de bodemkundige gegevens af te leiden is, vormen de bossen en de (licht) bemeste graslanden in oppervlakte het belangrijkste deel van het landschap. Het geheel wordt aangevuld met tal van houtkanten, bomenrijen en dreven. Op de drogere delen komen een aantal naaldhoutaanplanten voor. Door de verscheidenheid van de verschillende begroeiingen op een vrij kleine schaal ten gevolge van de sterk variërende milieuomstandigheden (vochtigheidsgradiënten, bodemtypen, beheer) kan dit gebied vanuit floristisch en vegetatiekundig standpunt van uitzonderlijk belang geacht worden, temeer omdat het esthetisch aspect door de kleinschalige variatie van open, halfopen en gesloten structuren met een verscheidene opbouw een grote waarde heeft.

De meest representatieve socio-ecologische groepen in het gebied zijn de bossen en de (licht) bemeste graslanden op matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige tot natte grond: voor beiden komen 45 procent van de in het Kempens district groeiende plantensoorten in het gebied voor. De Biologische Waarderingskaart (versie 2, 1997-2010) geeft het Binnenbos weer als zuur eikenbos, gemengd loofhout, alluviaal essen-olmenbos, nitrofiel alluviaal elzenbos, (vrij) vochtig elzen-eikenbos, eiken-haagbeukenbos en mesotroof elzenbos met zeggen.

Voor de bossen zijn vooral de bossen op relatief voedselrijke, vochtige tot natte grond en van brongebieden, bossen op matig voedselarme, droge, zure grond en bossen op gerijpte, (matig) voedselrijke, matig vochtige tot droge grond met meer dan de helft van de in het Kempens district voorkomende plantensoorten vertegenwoordigd. Een groot aantal van de soorten zijn er daarenboven zeldzaam tot zeer zeldzaam of behoren tot de heel zeldzame soorten in Noord-België. Vermeldenswaardige soorten zijn bittere en bosveldkers, bosmuur, boswederik, verspreidbladig goudveil, elzenzegge, zwarte bes, bosandoorn, boszegge, eenbes, reuzenpaardenstaart, gele dovenetel en grote keverorchis. Dit geldt ook voor de deelgroep van de alluviale bossen (op min of meer hydromorfe grond) met soorten als boskortsteel, groot heksenkruid, gulden boterbloem, muskuskruid, slanke sleutelbloem en vogelkers.

Naast de bossen zijn vooral de graslanden op vochtige tot natte gronden het meest waardevol. Ze zijn gelegen in de beekdalen. Ook hier komen zeldzaamheden voor, zoals kleine en grote ratelaar, knolsteenbreek, paardenbloemstreepzaad, adderwortel, hazenzegge, brede orchis, moerasstreepzaad, moesdistel en gevlekte orchis. In deze zones en in het Boutersemhof komen ook de planten van zoete waters en oevers en de verlandingsvegetaties in zoete, matig voedselrijke en voedselrijke waters voor met soorten als middelste waterranonkel, blauw glidkruid, grote egelskop, oeverzegge, scherpe en stijve zegge, gevleugeld sterrenkroos en witte waterkers. Een deel van deze graslanden zijn beplant met populieren.

Fauna

Het Binnenbos en omgeving vormen een aantrekkelijke gebied voor talrijke vogelsoorten. De ijsvogel behoort tot de schaarse broedvogels; vrij talrijke broedvogels zijn onder meer de boomklever, braamsluiper, gekraagde roodstaart, goudhaantje en grauwe vliegenvanger.

Bij de zoogdieren werd onder meer de aanwezigheid van waterrat, bosspitsmuis, veldspitsmuis, egel, mol, haas, konijn, wezel en ree vastgesteld. Hazelworm, levendbarende hagedis, gewone pad en groene en bruine kikker behoren tot de reptielen en amfibieën die hier kunnen aangetroffen worden. Tot de voornaamste vlindersoorten worden onder andere het groot koolwitje, klein geaderd witje, oranjetip, de citroenvlinder en het landkaartje gerekend.

Cultuurhistorie

De kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) toont dat de huidige landschapsopbouw en -structuur nagenoeg gelijk gebleven is aan deze uit de tweede helft van de 18de eeuw. Het patroon van waterlopen, wegen, paden, dreven, kasteelparken, hoeven, bossen en graslanden bepaalde toen reeds het landschap. In het huidige landschapsbeeld is de beboste zone toegenomen (meer bepaald in het centrale en het zuidwestelijk deel van het landschap). Het “Pulderbosch”, een loofbos, wordt omgeven door vochtige weilanden in de beekvalleien. Zowel de weilanden als de beeklopen worden afgebakend door bomenrijen. Buiten de valleien komen omhaagde akkers voor. Verschillende dreven lopen door het landbouwgebied. Het kasteel Bautersemhof (“Château Bautersom”) wordt voorgesteld als een omgracht kasteel met een moestuin binnen de omgrachting, hierop aansluitend bevindt zich, ten zuiden van het kasteel en binnen een tweede omgrachting, een parkbos. Kasteel Hovorst (“Château Hovorst”) is een dubbel omgracht kasteel, omgeven door moestuinen (ten oosten en ten zuiden) en een parkbos met ganzenvoet ten noorden. Het kasteel is bereikbaar via een dubbele dreef.

Op de kaart van Vandermaelen (1846-1854) is te zien dat ongeveer een eeuw later het beboste areaal merkbaar is teruggedrongen. De beboste zones zijn voor een deel omgezet naar hooilanden en akkers. Opvallend is ook dat blijkbaar het overgrote deel van de dreven gekapt is en soms zelfs geheel verdwenen (zoals ten zuiden van het Boutersemhof). De parkaanleg rond het Boutersemhof is grondig heringericht.

Op de tweede uitgave van de topografische kaart van het Institut Cartographique Militaire (1923), waarvoor de terreinverkenning rond de eeuwwisseling werd uitgevoerd (van 1898 tot 1909) is te zien dat het bebost areaal opnieuw uitgebreid is. Het bereikt nu ongeveer de huidige oppervlakte en contouren. Enkel in de valleien van de Molenbeek en de Kleine Wilborrebeek zijn de beemden nog vrijwel geheel in gebruik.

De topografische kaart van het Nationaal Geografisch Instituut (2006) toont dat in het landschapsbeeld de beboste zone nog iets toegenomen is en dan met name langsheen de Wilborrebeek. Dreven, kleine landschapselementen en paden vormen nog steeds belangrijke elementen in dit kleinschalige landschap.

In het zuiden van dit gebied bevindt zich het domein Hovorst, dat het kasteel van Hovorst, de kasteelhoeve, de watermolen, een brouwerij en een boerenwoning met stal omvat. Het kasteel van Hovorst, een rechthoekig gebouw in neo-Vlaamse renaissancestijl, was vanaf circa 1400 bijna ononderbroken in het bezit van de familie van de Werve. Het huidig uitzicht kreeg het kasteel bij de verbouwing van 1913-1914 naar ontwerp van architect Pierre Langerock. Het kasteel bevindt zich in een omwald en omhaagd domein in de as van een beukendreef en wordt omgeven door een beboomd park. Ten westen van kasteel bevindt zich het koetshuis. Ten zuidwesten van het kasteel staat de langgestrekte kasteelhoeve. Ook de watermolen maakte deel uit van het kasteeldomein. De oudste bronnen over de watermolen gaan terug tot 1210. In 1630 werd de molen herbouwd en in 1662 opnieuw. De watermolen werd in 1885 nogmaals herbouwd. Ten zuiden van het kasteel en ten westen van de watermolen bevindt zich de voormalige brouwerij, zogenaamd ‘De Valk’ uit de tweede helft van de 19de eeuw. Ten noorden van het kasteel staat een 18de-eeuwse boerenwoning met stal onder hetzelfde dak.

Het kasteeldomein Bautersemhof, oorspronkelijke het voormalig cijnshof van Bautersem, omvat naast het landhuis en het park gelegen binnen de omgrachting ook twee hoeves aan de aansluitende dreef. In de 13de eeuw werd de omheinde hoeve genoemd naar het geslacht van Bautersem waarvan Hendrik IV van Bautersem reeds in 1270 vermeld wordt als heer van Zandhoven. In de 17de eeuw werd het hof verbouwd tot hof van plaisantie. In de 19de eeuw vonden verbouwingen plaats. Bij de ingang van het kasteel staan twee hoeves, opklimmend tot de 18de eeuw. Het landhuis bevindt zich in een park met dubbele 8-vormige omgrachting en een honderdjarige ceder voor het kasteel.

De Schoutvorsthoeve, gelegen in het noorden van het gebied aan het oude binnenpad naar Pulderbos, werd reeds vermeld in 1566 en werd volledig herbouwd in 1715. Het was eertijds vermoedelijk de zetel van de Hoofdrechtbank van Zandhoven, mogelijk tevens woonplaats van de vorster, helper van de schout. In de besloten tijd werden er in 1798 geheime godsdienstoefeningen gehouden. Ten oosten van deze hoeve bevindt zich langs de Kleine Wilborrebeek de zogenaamde 19de-eeuwse Boskapel of kapel van Onze-Lieve-Vrouw.

  • Onroerend Erfgoed Antwerpen, Beschermingsdossier DA000820, Binnenbos en omgeving (M. De Borgher, 1994).
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische basiskaart numerieke reeks, Nationaal Geografisch Instituut, uitgegeven in 2009, schaal 1:10.000.

Auteurs:  Steyaert, Rita; Cox, Lise; De Borgher, Marc; De Schepper, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Binnenbos en omgeving [online], https://id.erfgoed.net/teksten/169595 (geraadpleegd op ).


Vallei van de Kleine Wilborrebeek (landschapsatlas 2001) ()

De ankerplaats ‘Vallei van de Kleine Wilborrebeek met de kasteeldomeinen Hovorst en Boutersem’ is gelegen op grondgebied van de gemeente Zandhoven en wordt begrensd door de dorpskernen van Zandhoven en Pulderbos in het westen, noorden en oosten en het Albertkanaal in het zuiden. Het landschap is grotendeels gelegen in de valleien van de Kleine Wilborrebeek, de Pulse Beek, de Kleine Beek en de Dorpsloop. Het Binnenbos en omgeving betreft een voorbeeld van een oude landschapsstructuur en landschapsopbouw die reeds ontstaan is in de 18de eeuw.

Uit de historische kaart van Ferraris uit 1777 maken we op dat ook toen de waterlopen, paden, dreven, kasteelparken, bos en graslanden de bepalende elementen waren in het landschap. Iets meer dan een halve eeuw later (Vandermaelen, 1854) is het bosareaal merkbaar teruggedrongen; beboste zones hebben plaats moeten maken voor akkers en hooilanden. Opvallend ook is het verdwijnen van heel wat dreven. In het begin van de 20ste eeuw (MGI, 1909) is het aandeel bos opnieuw toegenomen. Enkel in de valleien van de Molenbeek en de Wilborrebeek zijn de beemden nog bijna volledig in gebruik. In het huidige landschapsbeeld is de beboste zone nog iets toegenomen, en dan met name langsheen de Wilborrebeek, maar nog steeds vinden we langsheen de waterlopen ook graslanden terug. Dreven, kleine landschapselementen en paden vormen ook vandaag belangrijke elementen in dit kleinschalige landschap.

Niet enkel de landschapsstructuur heeft een belangrijke historische waarde; binnen de grenzen van deze ankerplaats vinden we immers ook heel wat bouwkundig erfgoed. Kasteel Hovorst gaat tenminste terug tot de 15de eeuw en wordt dan ook vermeld bij Ferraris. Het betreft een omwald en omhaagd kasteel in de as van een beukendreef en omgeven door een beboomd park. het kasteelgebouw kreeg zijn huidige uitzicht bij verbouwingen in het begin van de 20ste eeuw. De domeinstructuur is goed herkenbaar en relatief gaaf bewaard gebleven in vergelijking tot wat we terugvinden op de MGI-kaart uit 1909. De watermolen, horende bij Kasteel Hovorst werd opgetrokken in 1662 en herbouwd in 1885. Ten westen van deze watermolen staat de voormalige brouwerij ‘De Valck’ met een neoclassicistisch burgerhuis uit de 2de helft van de 19de eeuw. Ook ‘Boutersomhof’, het voormalige cijnshof van Boutersem, wordt reeds vermeld bij Ferraris. Oorspronkelijk betrof het een omheinde hoeve uit de 13de eeuw, doch vandaag is het een landhuis uit de 19de eeuw. Opvallend zijn de dubbele, 8-vormige omgrachting en de 100 jarige ceder voor het kasteel. Bij de ingang van het Boutersemhof staat ook nog een hoeve, die opklimt tot de 18de eeuw. De ‘Schoutvorsthoeve’, gelegen aan het oude binnenpad naar Pulderbos, werd reeds vermeld in 1566, doch volledig herbouwd in 1715. Het was eertijds vermoedelijk de zetel van de Hoofdrechtbank van Zandhoven, mogelijk tevens woonplaats van de vorster, helper van de schout. In de besloten tijd werden er in 1798 geheime godsdienstoefeningen gehouden. De ‘Boskapel’, gelegen aan de Wilborrebeek, betreft een kleine bakstenen kapel uit de 19de eeuw.

De wetenschappelijke waarde van deze ankerplaats wordt in de eerste plaats bepaald door de geomorfologische opbouw van de valleien en hogere gronden met de bijhorende bodemtypen. Daarnaast is er de verscheidenheid van de verschillende begroeiingen op een vrij kleine schaal ten gevolge van de sterk variërende milieuomstandigheden als vochtigheidsgradiënten, bodemtypen en beheer, alsook het historisch stabiele bos. We vermelden ook de botanische waarde van zowel de graslanden en de bossen als de moerassen en de oevers van de beken. Dit kleinschalige landschap in de vallei van de Kleine Wilborrebeek vormt nog een uitgestrekt geheel waarin de beken met hun valleien ruimte krijgen en als opvallende ruimtelijke structuren ook de hoofdgraat vormen. De afwisseling van open (graslanden, beemden, moerassen) en gesloten (struweel, loof- en naaldbos) vegetaties die verbonden zijn door paden, wegels en wegen en worden aangevuld met houtkanten, bomenrijen en dreven resulteert in een esthetisch waardevol compartimentenlandschap met een kenmerkend uitzicht. De aanwezigheid van de kastelen met hun domeinen, alsook de watermolen en enkele hoeven dragen bij tot de hoge belevingswaarde van dit landschap. kleinschalig Kempisch gebied wordt de hoofdgraat gevormd door een aantal waterlopen met hun valleien. Om de intrinsieke waarden van dit landschap te behouden, is het ten zeerste gewenst dat de antropogene invloeden, die zich langsheen de randen van het gebied manifesteren, niet verder in de ankerplaats doordringen.


Bron: Ankerplaats 'Vallei van de Kleine Wilborrebeek met de kasteeldomeinen Hovorst en Boutersem'. Landschapsatlas, A10041, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Binnenbos en omgeving [online], https://id.erfgoed.net/teksten/162343 (geraadpleegd op ).