Het landschap ‘Lippelobos en kasteeldomein Hof te Melis met omgeving’ is gelegen op grondgebied van de gemeenten Sint-Amands en Londerzeel, op de overgang tussen de Zandstreek en de Kleistreek, op de grens van de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant. De begrenzing wordt gevormd door de Provinciale weg en het centrum van Lippelo in het noorden en noordoosten, de Molenbeek in het oosten, Kruisheide in het zuiden en Drie Huizen en de provinciegrens in het westen. Het gebied bestaat uit een agrarisch gebied met veel weilanden, afgewisseld door akkers en kleine bossen. Centraal in dit landschap ligt het Hof te Melis, een omgracht geheel met voorhof en bijgebouwen en het kasteelcomplex uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, en het omgevende Lippelobos.
De gemiddelde hoogte van het gebied bedraagt circa 5 tot 7,5 meter +TAW. Het domein Hof te Melis ligt tussen de beekvalleien van de Paasheideloop en de Grote Molenbeek in. Een vertakking van de Paasheideloop ontspringt in het noorden van het domein. In het zuidoosten bevinden zich verschillende grachten. Ook in het agrarisch gebied rond het domein zijn verschillende grachten aanwezig.
Volgens de tertiair-geologische kaart primeert in het noorden van het gebied de grijsblauwe klei van het Lid van Zomergem, behorend tot de Formatie van Maldegem (eoceen, 53 tot 33,7 miljoen jaar geleden). In de rest van het gebied wordt het tertiair gevormd door de donkergrijze tot grijsgroene, fijne, glauconiet- en glimmerhoudende zanden met pyrietconcreties van het Lid van Onderdale, behorend tot de Formatie van Maldegem (eoceen). Pleistocene (2,6 miljoen tot 10 000 jaar geleden) en holocene (10 000 jaar geleden tot heden) sedimenten bedekken het tertiair pakket.
De bodems bestaan overwegend uit matig natte tot matig droge lemig zandbodems met verbrokkelde ijzer en/of humus B horizont. In het noorden en het zuidoosten komen matig natte licht zandleembodems met verbrokkelde ijzer en/of humus B horizont en matig natte zandleembodems met structuur B horizont voor.
Het reliëf, de voedselrijkdom, het grondprofiel en de watertafel kennen een sterk variatie binnen het bosgebied rond het Hof te Melis. Als gevolg daarvan is het oude Lippelobos dan ook rijk aan verschillende bostypen en overgangssituaties met elk een typische flora en fauna. Het bos is een belangrijk broed-, pleister-, overwinterings- en voedselgebied voor talrijke vogelsoorten: als broedplaats voor onder andere boomklever, kleine bonte specht, ransuil, bosuil, kerkuil, steenuil, fluiter, zwarte roodstaart, nachtegaal en goudvink; als overwinteringsplaats voor ransuil en buizerd. Dankzij de in het bos bewaarde ijskelder vinden ook vleermuizen hier een geschikte habitat.
Het Lippelobos zelf is samengesteld uit twee ruimtelijk duidelijk van elkaar verschillende delen. Enerzijds is er het bos rond het kasteel (het binnenbos), dat met vele dreven en parkbeplantingen eerder het uitzicht heeft van een wandelbos, anderzijds is er het buitenbos dat een minder georganiseerde indruk geeft. Beiden worden van elkaar gescheiden door een brede wal of gracht. Dit centraal gelegen boscomplex staat in contrast tot de open weilanden langs de westzijde. Als geheel betreft het een gevarieerd landschap met structureel verschillende entiteiten die elk een typisch uitzicht hebben. De Biologische Waarderingskaart (versie 2, 1997-2010) geeft het Lippelobos weer als een zuur eikenbos en zuur beukenbos. De noordwest-zuidoost lopende dreef in het zuidwesten van het gebied bestaat overwegend uit beuk (Fagus sylvatica). Op het moment van de bescherming (1984) komen in het gebied soms voor de streek zeldzame soorten als eenbes, bosveldkers, heksenkruid, maarts viooltje, dubelloof, koningsvaren, eikvaren en krabbenscheer voor. Het bos is op dat moment tevens uiterst belangrijk en waardevol wat de fungi betreft; het is de groeiplaats van meer dan 100 zwamsoorten met zeldzame exemplaren als dennenvoetzwam en eikhaas.
Het Hof te Melis, gelegen in het noordoosten van het gebied, bevindt zich in het Lippelobos, dat historisch gezien een afscheuring van het grote Buggenhoutbos is, waarvan het de verste noordoostelijke uitloper vormde. Het kasteel bestaat uit een voorhof met bijgebouwen en het eigenlijke kasteelcomplex met verschillende volumes uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, geïnspireerd op neo-Vlaamse-renaissancestijl, maar teruggaand op een oude site. Bij de oudste vermelding van het kasteel in 1448 is er sprake van een boerderij, leengoed van de heren van Grimbergen, toen toebehorend aan Maria Taye en vervolgens eigendom van verschillende vooraanstaande families. Sinds de 18de eeuw is het in het bezit van de familie de Beughem de Houtem, waarvan de laatste eigenaar overleed in 1961. Het oorspronkelijk complex lag te midden van de Breut- en Kasteelheide en groeide uit tot het kasteel van de heerlijkheid Melis met de Wolfputhoeve als afhankelijk pachthof (tot 1977). Volgens een eerste, beknopte beschrijving uit 1649 zou dit er uit gezien hebben als een versterkte woonst, aan vier zijden gesloten, met toren(s), schietgaten, slotgracht en ophaalbrug.
Op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) wordt het “Château de Melis” weergegeven als een dubbel omgracht domein met binnen de eerste omgrachting een langgestrekt gebouw, een kleine boomgaard aan de westzijde en moestuinen aan de oostzijde. Binnen de tweede omgrachting bevindt zich via een brug bereikbare kasteel met nog twee losstaande gebouwen en een moestuin. Het kasteel wordt weergegeven door het binnen- en buitenbos, van elkaar gescheiden door een gracht. Ook de monumentale dreven, de Wolfputhoeve (ten westen) en het nu moerassige gedeelte (toen een vijver) in de zuidoostelijke hoek van het bos zijn op deze kaart te herkennen. Op de kaart van Vandermaelen (1846-1854) is het zuidelijke deel van het bos bij het “Château de Melis” ontgonnen, is de vijver verdwenen en heeft het drevenpatroon een kleine wijziging ondergaan. In het begin van de 20ste eeuw (Institut Cartographique Militaire, 1903) is het zuidelijke deel opnieuw bebost. Aan de hand van deze historische kaarten kan afgeleid worden dat dit landschap gedurende de laatste eeuwen structureel weinig veranderd is.
Getuigenissen uit de 19de en 20ste eeuw spreken van een kapel, een vijver, een prieeltje en ijskelder in het bos. Voortgaande op iconografische bronnen bestond het complex voor de Eerste Wereldoorlog uit een voorhof, omgeven met bijgebouwen en met toegang tot een binnenhof, nog volledig omsloten met volumes van twee bouwlagen en vierkante toren met uitgewerkte spits. Naar aanleiding van een bezetting door de Duitsers in 1914 werd het domein beschoten vanuit het fort van Bornem. In 1920 startte Edmond-Jules de Beughem met de heropbouw van het eigenlijke kasteel waarbij afgeweken werd van het vroegere grondplan, de bijgebouwen bleven intact. In 1745 werd het kasteel door Lodewijk XV ingenomen als militair hoofdkwartier en voor een tweede keer in mei 1940 door Leopold III. Van de vroegere kasteelhoeve Wolfputhoeve (ten westen van het domein) bleef enkel de site met omwalling bewaard; alle originele gebouwen werden afgebroken en vervangen.
Het kasteelpark met enkele open zichten (bijvoorbeeld naar de Kasteeldreef) loopt uit in een boslandschap, het oude Lippelobos. Vanaf de Kasteeldreef loopt een oprijlaan in schuine richting naar een eerste poortgebouw met uitgewerkt portaal. Binnen de eerste omgrachting ligt het ommuurd voorhof, bestaande uit een naar Frans model symmetrisch aangelegde voortuin in hoefijzervorm rondom bloemenborders, aan drie zijden omgeven met losstaande bijgebouwen (de vroegere wasplaats, melkerij, koetshuis en schrijnwerkerij). Vanaf dit voorhof geeft een met leeuwen versierde brug met poortgebouw toegang tot het eigenlijke kasteel binnen de kasteelwal. Het binnenhof wordt gevormd door het L-vormig kasteel en losstaande hoekgebouwen, verbonden door muurpartijen. In het binnenbos is nog een ijskelder bewaard. De ‘Kapel Onze-Lieve-Vrouw Van Meesen’, gelegen langsheen de kasteeldreef, zou teruggaan tot 1901.
Op de historische kaarten is te zien dat de gronden direct langs de Grote Molenbeek in gebruik zijn als graslanden. De overige gronden rond het Hof te Melis zijn in gebruik als akkers. Rond 1900 neemt het areaal bos op deze gronden toe, met name rond het kasteelpark. Ook de oppervlakte weilanden neemt toe met de tijd, tot nu waar het grootste oppervlakte beslaan is met weilanden.
Auteurs: de Haan, Aukje; Plomteux, Greet; Van den Bremt, Paul; De Sadeleer, Sibylle; Cox, Lise; Hillaert, E.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: de Haan A. & Plomteux G. & Van den Bremt P. & De Sadeleer S. & Cox L. & Hillaert E. 2015: Lippelobos en kasteeldomein Hof te Melis met omgeving [online], https://id.erfgoed.net/teksten/169189 (geraadpleegd op ).
Het landschap ‘Lippelobos en kasteeldomein Hof te Melis’ is gelegen op grondgebied van de gemeenten Sint-Amands en Londerzeel, op de overgang tussen de Zandstreek en de Kleistreek, op de grens van de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant. De begrenzing wordt gevormd door de Provinciale weg en het centrum van Lippelo in het noorden en noordoosten, de Molenbeek in het oosten, Kruisheide in het zuiden en Drie Huizen en de provinciegrens in het westen. Dominerend in dit landschap is ‘Hof te Melis’ en het omgevende Lippelobos.
Op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) vinden we reeds het domein ‘Hof te Melis’, omgeven door het binnen- en buitenbos, van elkaar gescheiden door een gracht. Ook de monumentale dreven, de Wolfputhoeve en het nu moerassige gedeelte -toen een vijver- in de zuidoostelijke hoek van het bos zijn op deze kaart te herkennen. De vallei van de Molenbeek werd op dat moment gekenmerkt door beemden, nu echter hier en daar vervangen door bos. Op de kaart van Vandermaelen (1854) is het zuidelijke deel van het bos ontgonnen, de vijver verdwenen en heeft het drevenpatroon een kleine wijziging ondergaan. In het begin van de 20ste eeuw (topografische kaart 1903) is het zuidelijke deel opnieuw bebost, net als enkele kleine delen in de zuidwestelijke hoek van het gebied en langs de Molenbeek. Op basis van de gegevens van deze historische kaarten kunnen we echter stellen dat dit landschap gedurende de laatste eeuwen structureel weinig veranderd is en daarom een belangrijke historische waarde heeft.
Ook het gebouwenpatrimonium, dat dit landschap siert, heeft een lange geschiedenis achter zich. Zo gaat de oudste vermelding van Hof te Melis terug tot 1448; er was toen sprake van een boerderij. ‘Hof te Melis’ lag oorspronkelijk te midden van de Breut- en Kasteelheide; het ‘hof te Wolputte’ -nu Wolfputhoeve’- was er een uitbreiding van. Het eerste werd het kasteel, het tweede de kasteelhoeve. Volgens de namen van de oudste bezitters gaat het terug tot een hertogelijk domein. Er was zeker oorspronkelijk een ‘Voorhof’ en een motte aan verbonden volgens het klassieke mottetype. Maar de vele veranderingen die in de loop van de geschiedenis door de kasteelheren werden doorgevoerd, hebben de oorspronkelijke vorm dusdanig veranderd dat enkel de plaats van het huidige kasteel nog herinnert aan de oude motte. Bij beschietingen in 1914 werd het kasteel grondig beschadigd, doch de bijgebouwen bleven gespaard. Het huidige kasteelcomplex, geïnspireerd op neo-Vlaamse-renaissancestijl dateert dan ook uit het begin van de 20ste eeuw. In het omgevende bos bleef wel de ijskelder bewaard. Van de vroegere kasteelhoeve vinden we enkel de site met omwalling terug; alle originele gebouwen werden afgebroken en vervangen. De ‘Kapel Onze-Lieve-Vrouw Van Meesen’, gelegen langsheen de kasteeldreef, zou teruggaan tot 1901.
Niettegenstaande ‘Hof te Melis’ in de loop van haar geschiedenis uitgroeide tot dorpskasteel, lijkt het geen eerste rol te hebben gespeeld in de dorpsontwikkeling van Lippelo. Lippelobos dat het kasteel omgeeft, vertoont heel wat variatie in reliëf, voedselrijkdom, grondprofiel, alsook hoogte van de watertafel. Als gevolg daarvan is het oude Lippelobos dan ook rijk aan verschillende bostypes en overgangssituaties met elk een typische flora en fauna. Vooral vogels en -dankzij de ijskelder- ook vleermuizen vinden hier een geschikt habitat. Het oude bomenbestand vertegenwoordigt daarnaast ook een belangrijke dendrologische waarde. Zo staat in het ‘binnenbos’ wellicht de dikste eik van de provincie Antwerpen, waarvan de ouderdom op meer dan 400 jaar wordt geschat. Het kasteel ‘Hof te Melis’ is in werkelijkheid in het boslandschap ingeplant. Het Lippelobos zelf is samengesteld uit twee ruimtelijk duidelijk van elkaar verschillende delen. Enerzijds is er het bos rond het kasteel of ‘binnenbos’, dat met vele dreven en parkbeplantingen eerder het uitzicht heeft van een wandelbos. Anderzijds is er het ‘buitenbos’ dat een ‘minder georganiseerde’ indruk geeft. Beiden worden van elkaar gescheiden door een brede wal of gracht. Dit centraal gelegen boscomplex staat in contrast tot de open weilanden langs de westzijde met prachtig zicht op het kasteel. Als geheel betreft het een gevarieerd landschap met structureel verschillende entiteiten die elk een typisch uitzicht hebben. Het schilderachtige oude gebouwencomplex met omgevend park van kasteel Hof te Melis, enkele mooie, monumentale dreven, alsook oude solitaire bomen dragen bij tot de aanzienlijke esthetische waarde van dit landschap. In het zuiden aansluitend op het landschap ‘Kasteel Groenhof’ en omgeven door een landelijk gebied waar de industrialisatie nog niet is doorgedrongen, vertegenwoordigt het landschap van ‘Hof te Melis’ een hoge belevingswaarde.
Bron: Ankerplaats 'Domein Hof te Melis met omgeving'. Landschapsatlas, A12401, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2001: Lippelobos en kasteeldomein Hof te Melis met omgeving [online], https://id.erfgoed.net/teksten/162386 (geraadpleegd op ).