Het omschreven gebied ligt ten zuiden van Pepingen, in de vork gevormd door de wegen Asse-Leerbeek-Edingen en Ninove-Leerbeek-Halle. Leemgronden zijn kenmerkend in dit sterk heuvelend landschap, met holle wegen en ruggen tot 70 meter hoog en meer. Hydrografisch stromen hier de Roskambeek, de Bellingenbeek en de Teleweidebeek, die afwateren naar de Zuunbeek, welke op haar beurt deel uit maakt van het Zennebekken. Naast Bogaarden en Bellingen omvat het afgebakende gebied ook de gehuchten Hoesnaeke, Geiling, Plutsingen, Teleweide en Terheugen.
Bogaarden en het landschap in de omgeving ervan zijn gedurende twee eeuwen nagenoeg ongewijzigd gebleven. De woningspreiding, wegeninfrastructuur en het bodemgebruik bleven onveranderd, met uitzondering van een deel van de hooilanden waar canadapopulieren werden aangeplant. De boerderijen van waaruit in de 18de eeuw het gebied werd uitgebaat bestaan nog en zijn nog in bedrijf. Het hof Ter Kammen met een imposant rococowoonhuis was eertijds een brouwerij van de abdij van Cantimpré. Het is een gesloten hoeve met gewitte bakstenen gebouwen omheen een geplaveide binnenplaats. Vermelden we verder in de omgeving het Hof te Plutsingen, het Hof van Sergeantens, het Hof Tasseneirs en de Kamsmolen bij Heikruis. De omgeving van de Sint-Theodarduskerk heeft een sfeervolle aankleding met onder meer een aantal fraaie neoclassicistische gevels uit de 19de eeuw. De Romaanse kerktoren dateert vermoedelijk uit de 11de eeuw en werd opgetrokken uit groenachtige breuksteen, ontgonnen in de omgeving. Hij is in alle richtingen als een baken in het landschap herkenbaar. Het kerkhof ligt hoger dan de straat en is met een muur omgeven.
Bellingen is een landelijk dorp zonder echte kern maar met een aantal Brabantse vierkantshoeves aan de Roskambeek. Het centrum omvat een 19de-eeuwse pastorij, de laatgotische kerk, enkele imposante vierkantshoeves en de overblijfselen van de Onze-Lieve-Vrouwpriorij. Deze priorij werd in 1182 gesticht als afhankelijkheid van de augustijnerabdij van Cantimpré (Kamerijk). ze kende een snelle bloei dank zij de steun van de heren van Edingen. Na de verwoesting van de abdij van Cantimpré werd Bellingen een tijdlang verheven tot abdij maar werd in 1796 opgeheven. Heel wat gebouwen getuigen nog van de welstand ten tijde van het bestaan van de priorij. In de omgeving liggen ook de hoeve Roskam en het Klooster Terloo. Het dorpsgezicht is er de laatste 150 jaar nagenoeg niet gewijzigd. De 17de-eeuwse gotische Onze-Lieve-Vrouwkerk vormt met de voormalige abdijhoeve een indrukwekkend geheel in het landschap. De meeste van de huidige hoevegebouwen stammen uit de 19de eeuw. Een omheiningsmuur uit natuur- en baksteen verbindt de hoeve met de kerk. Ten zuiden van Bellingen ligt op een helling het Moeliebos (Mouilliebos) en het Daleveld. Het Moeliebos is een typisch voorbeeld van de bron- en beekbegeleidende bosjes in de leemstreek, het bestaat uit een diep ingesneden, asymmetrisch, bebost beekdal omgeven door glooiende weiden. Deze alluviale bosjes zijn tevens zeer soortenrijk. Het zijn delen van het diep ingesneden leemplateau ten zuidwesten van Halle. De westflank van het valleitje, het Daleveld, bestaat uit zwak of matig gleyige leemgronden, die weinig doorlatend zijn.
Pepingen is een landelijke gemeente in het Pajottenland. De dorpskern wordt gekenmerkt door de beeldbepalende bebouwing in de onmiddellijke omgeving van de Sint-Martinuskerk. Een drietal imposante 19de-eeuwse hoevegebouwen vormen samen met de kerk een interessante configuratie, volgens een bijna vierkantig patroon. Deze zijn het Godsgasthuis Van Der Stokken en een tweetal (voormalige) hoeves aan de westzijde van de parochiekerk Sint-Martinus. De landelijke omgeving ten zuiden van het Godsgasthuis Van der Stokken en de straatwand tegenover de kerk, gekenmerkt door een vrij gaaf bewaarde, homogene 19de-eeuwse architectuur zijn ook waardevolle elementen binnen de dorpskern. Van de landelijke omgeving van het Godsgasthuis Van der Stokken rest echter nog enkel een klein stukje vlak naast de hoeve. De Ninoofsesteenweg snijdt de gemeente in twee delen.
- DE MAEGD C. en VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2N, Gent.
- Motivatienota dorpskern pepingen, intern document Onroerend Erfgoed, 2010.
- Archief Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, DB000720, Dorpskern, beschermingsdossier (Greta Paesmans, 1978).