Dit gebied is gelegen ten zuiden van Sint-Genesius-Rode, tussen Zevenborren en het Zoniënwoud. Het gebied is langs alle kanten door bewoning ingesloten, in het zuiden door de residentiële zone van Waterloo.
Het domein van het kasteel van Revelingen ligt in het westelijk deel van het gebied. Het zuidoostelijk deel heeft een agrarisch karakter. De omgeving van het Kasteel van Revelingen en het Elzenbos zijn bosgebieden. Voor het overige gaat het om een open landschap met akkerland en een aantal lijnvormige structuren, met name dreven, en een aantal beboste perceeltjes tussen de akkers. Het is een relatief hoog gelegen heuvelig gebied met een aantal holle wegen en taluds. In het noorden, nabij het Hof ten Hout, stroomt de Kwadebeek. Er zijn nog restanten van boomgaarden nabij de Sint-Gertrudishoeve. In deze streek werden neolithische vondsten genoteerd. In 1399 werd hier de Priorij Ter kluizen opgericht toen het Zoniënwoud nog tot hier reikte. In 1456 werd het door een brand verwoest en niet meer opgebouwd. Dit deel van het Zoniënwoud werd in 1836 gerooid door een suikerrafinaderij en nadien gebruikt voor de bietenteelt.
Ten oosten van de spoorlijn Brussel-Charleroi, die een deel van het omschreven gebied doorkruist, ligt de gesloten Sint-Annahoeve met kapel, volgens sommige bronnen een afsplitsing van de Landsrodehoeve en daterend uit circa 1850.
De Revelingen is een deel van het Zoniënwoud dat tot 1835 aan de rand van Sint-Genesius-Rode reikte. Het is een uitgestrekt domein, aangelegd in het midden van de 19de eeuw op een kort voordien voor bietenteelt gerooid deel van het Zoniënwoud en waarbij een kasteel, een oranjerie en een kasteelhoeve horen. De oudste kern is een aangepast laat-classicistisch boswachtershuis, gebouwd einde 18de of begin 19de eeuw. Het kasteeldomein werd circa 1851 naar het zuiden toe vergroot volgens de plannen van architect J.P.Cluysenaar, circa 1870 werd het naar het noorden toe vergroot. Ten zuidoosten ervan staat een oranjerie met een wagenhuis en een hoektoren, eveneens opgetrokken naar plannen van Cluysenaer. Langs de steenweg naar Eigenbrakel ligt de kasteelhoeve, eveneens van de hand van Cluysenaer. Tegen de oostvleugel ervan leunt achteraan de conciërgerie. De kasteelhoeve en de stallingen van Revelingen vormen een stijlvol geheel.
De imposante, halfgesloten Sint-Gertrudishoeve is eveneens een ontwerp van Cluysenaer en dateert vermoedelijk uit dezelfde periode. De hoeve ligt als beeldbepalend element temidden de velden. Na de rooiing van dit deel van het Zoniënwoud is deze zone vrijwel niet gewijzigd. De Waterloose Velden werden vanaf 1900 nagenoeg volledig ingenomen door verkavelingen.