Leefdaal is gelegen in de vallei van de Voer, een bijrivier van de Dijle, tussen Leuven en Tervuren en ten noorden van het plateau van Duisburg. De wegen die afdalen naar de vallei in de nabijheid van het kasteel zijn holle wegen die wel een brede bestrating gekregen hebben. Het dorp bevindt zich aan de rechteroever van de Voer. De noordelijke valleiflank wordt gedomineerd door het Kasteel van Leefdaal, thans bekend als het Kasteel de Liedekerke. In het kasteeldomein bevindt zich een restant van een mogelijks Romeins wegtracé en een nabijgelegen grafheuvel. Langsheen de Slagberg bevindt zich een verbouwd restant van een vroegere, vermoedelijk 17de-eeuwse watermolen op de Voer. Delen van de Voervallei zijn drassig en tellen meerdere bronnen. Op historische kaarten, waaronder de kabinetskaart van de Ferraris zijn talrijke vijvers gesitueerd, sommige mogelijk in verband te brengen met watermolensites.
De heerlijkheid Leefdaal of 'Levedale' stamt uit de 11de of 12de eeuw. Oorspronkelijk stond er een feodale burcht op de plaats van het huidige kasteel: deze had een defensieve ligging op een terras van de heuvelhelling. In het huidige gebouw is nog een deel terug te vinden van de oorspronkelijke donjon, die in de 15de eeuw zou moeten gesitueerd worden, de periode waarin de familie de Merode in het bezit kwam van Leefdaal. Het huidige met een kruisribgewelf overkluisde niveau vormt een deel van de kelderverdieping van de donjon. Van het oorspronkelijke slot werden de ringmuur en de poorttoren afgebroken, enkel twee ronde torens vooraan bleven over. Aan de oostgevel is een 17de-eeuwse kasteelkapel aangebouwd.
Na 1775 kwam het domein in het bezit van de familie de Liedekerke. Verbouwingen gebeurden in de 19de eeuw, maar het kasteel behield wel in grote lijnen de 17de-eeuwse bouwkenmerken. De siertuinen ondergingen verschillende wijzigingen en evolueerden van een klassieke geometrische inrichting van de nutstuinen in de 17de en 18de eeuw naar een gemengde formele en landschappelijke inrichting op het einde van de 19de eeuw. Daarbij werd het parkbos uitgebreid tot tegen de steenweg Leuven-Tervuren. Actueel resteert van de formele inrichting nog een verlaagde tuin met trappen en een buxusparterre. Vanaf de verlaagde tuin is een fraaie vista uitgewerkt op een vijver in de vallei van de Voer. Deze waterpartij is vermoedelijk als siervijver aangelegd tijdens het interbellum, in aansluiting op de plannen van de late 19de-eeuwse parkaanleg. Ten oosten van het kasteeldomein liggen akkerlanden. De band met het dorp is duidelijk herkenbaar aan de verbindingsdreef die van het kasteel naar de kerk loopt. De Sint-Lambertuskerk van Leefdaal heeft een Romaanse oorsprong, de toren dateert van het begin van de 13de eeuw. De kerk werd verbouwd in de 17de en 18de eeuw. Binnen de kerkring bevindt zich een ommuurd kerkhof en aansluitend is ook een grote kapelanie bewaard, waar tegenover een vermoedelijke vrijheidsboom is geplant. In de nabijheid van het dorp staat verder ook een staande wip van de schuttersvereniging 'Jongmansgilde Sint-Jan', opgericht begin 17de eeuw, heropgericht in 1839 en algemeen gekend als de 'Jefkes'.