Hoeve met losstaande bestanddelen uit de 19de eeuw, vroegere toegang langs dreef aan westzijde namelijk verbinding met Zilverbergstraat. Woonstalhuis (nok loodrecht op de straat), parallel gelegen langsschuur (nok loodrecht op de straat) aan noordzijde, wagenhuis (nok parallel aan de straat) aan westzijde, erf met merkwaardige waterput van blauwe hardsteen (in slechte toestand), uit de 17de of 18de eeuw (?). Het "goet van Paeus kinderen" komt reeds voor in 1399 en in 1492-93 is er voor eerst sprake van hoeven "De Pau". Deze benaming is afgeleid van de familie Paul Oorspronkelijk was het een dubbelhoeve waarvan de belangrijkste omgracht was.
Rechthoekige bakstenen gebouwen van één bouwlaag onder zadeldaken (Vlaamse pannen en golfplaten). Woonhuis met onderkelderde noordoost- en zuidoostzijden; getraliede en beluikte rechthoekige vensters met arduinen dorpels, twee rondboogvormige zoldervensters bij de oostelijke zijgevel. Rechthoekige deur. Sterk verbouwd stallinggedeelte met rechthoekige vensters en poorten. Langsschuur van vijf traveeën aangeduid door middel van lisenen. Uitgespaarde zuidwesthoek waarin poort. Enkele steekboogvenstertjes en rechthoekige poorten. Wagenhuis met vier steekboogpoorten. Noordelijke zijgevel met heiligennisje.
VAN PASSEN R., Toponymie van Kontich en Lint, Gent, Vlaamse Academie voor taal- en letterkunde, 1962, p. 484. 485.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n2 (Ho-Ra), Brussel - Gent. Auteurs: Wylleman, Linda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)