omvat de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Het Onze-Lieve-Vrouwhoekje
Deze bescherming is geldig sinds
Dit gebied omvat de Ijzervallei tussen Diksmuide en Stuivekenskerke (Diksmuide) met aansluitend waardevolle en gave graslandcomplexen, de dijken en de historische kern van Stuivekenskerke. De Handzamevaart is één van de grotere zijbeken en mondt ter hoogte van Diksmuide in de Ijzer uit. De gekanaliseerde en rechtgetrokken Ijzer stroomafwaarts van Diksmuide (zogenaamde benedenloop) heeft zeer lang onder invloed van de zee gelegen en is pas vanaf de middeleeuwen bedijkt geweest wat ontginning van aangrenzende gronden mogelijk maakte.
In de ondergrond treft men het zogenaamde basis- of oppervlakteveen aan dat bedekt is door sedimenten van de latere overstromingsfasen. De Ijzer is langs weerszijden bedijkt (de zogenaamde 'Verschen Dijk') maar vertoont nog een bochtig verloop met enkele meanders. De dijken dateren waarschijnlijk uit de 11de eeuw en worden her en der geaccentueerd door bomenrijen. Op sommige plaatsen is een zeer natuurlijk oeverprofiel aanwezig met erosieverschijnselen in de oever (onder meer afkalven). Deze afkalving biedt tevens beperkte mogelijkheden voor verlandingsvegetatie.
Tijdens de vroege middeleeuwen deden de gronden tussen de Oude Zeedijk en de Ijzer –toen een slikken- en schorrengebied– dienst als extensief weidegebied voor schapen. Sinds de 11de eeuw zijn ze ontgonnen. Na de bedijking en bemaling klonken deze gronden in waarbij de vroegere geulen in reliëf kwamen te staan ten opzichte van de aangrenzende komgronden. Door de zeer natte omstandigheden van deze gronden werden de aangrenzende graslanden als wei- of hooiland gebruikt. Dit graslandgebruik in langdurig stabiel gebleven. Dergelijke waardevolle graslanden liggen onder meer vlakbij Diksmuide en aan de rechteroever ter hoogte van het Tempelhof (en iets meer stroomafwaarts van Oud-Stuivekenskerke). De perceelsvorm is onregelmatig en wordt bepaald door de grachten en de loop van de Ijzer. De grotere grachten staan immers meestal loodrecht op de loop van de Ijzer en zorgen voor de afwatering van de kleinere bij de percelen. De perceelsrandbegroeiing is grotendeels verdwenen, enkel de rietkragen benadrukken het grachten- en perceleringspatroon. Sommige percelen vertonen microreliëf dat waarschijnlijk te wijten is aan klei-uitgravingen, veenontginning en mogelijks oude getijdengeulen.
Dankzij het open landschap heeft men vanuit het gebied rond Diksmuide een zicht op de noordelijke rand van Diksmuide waarbij het reliëfverschil tussen de graslandpercelen en de nederzetting van Diksmuide zeer opvallend is. Diksmuide ligt immers op het interfluvium tussen Ijzer en Handzamevaart en bevindt zich op een uitloper van het zandleemgebied dat tijdens het holoceen niet meer overstroomd werd, dus niet tot de polder behoort. Het graslandcomplex rond het Tempelhof bevat nog enkele gave perceelsrandbegroeiingen bestaande uit knotbomenrijen en wordt in het oosten begrensd door een weg met begeleidende bomenrij. Een hoogspanningsleiding doorkruist evenwel dit gebied.
Stroomafwaarts van Diksmuide aan de linkeroever binnen de bedijking ligt de Dodengang die refereert naar het strategisch belang van de Ijzer tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hier resten delen van de loopgraven en de frontlinie uit deze periode. De Ijzertoren in Kaaskerke (Diksmuide) is een enorme blikvanger voor de gehele omgeving en vormt een monument voor de Vlaamse Beweging en is zo rechtstreeks verbonden met het oorlogsverleden. Ook de voormalige maalderij en oliefabriek, zogenaamd 'De Bloemmolens', aan de samenvloeiing van de Ijzer en de Handzamevaart vormt een baken in het gebied. Dit gebouw was tijdens de Eerste Wereldoorlog een strategisch uitzichtpunt. Grenzend aan de Beerstblotebroeken bevindt zich het wederopgebouwde begijnhof van Diksmuide, teruggaand tot de 13de eeuw.
Het dorp Stuivekenskerke lag vóór 1870 een tweetal kilometer zuidwaarts van wat nu oud-Stuivekenskerke heet. De dorpskern bestaat uit een kerk met kerkhof en het Viconialandgoed, een omwalde kasteelhoeve met aansluitend een kapel en twee oorlogsmonumenten. De Viconiahoeve is wederopgebouwd op de site van een vroeger klooster en vormde tijdens de Eerste Wereldoorlog een voorpost van de Belgische frontlijn. De kerk vormt in dit open en vlakke landschap een blikvanger. Vanaf de kasteelhoeve loopt een dreef naar de kerk en verder in noordelijke richting. De overige bebouwing is eerder laag en klein wat dit dorp een meerwaarde biedt. Vlakbij Stuivekenskerke ligt het natuurreservaat van de Viconia-kleiputten dat bestaat uit enkele verlaten kleiontginningen en graslanden. De ondergelopen kleigroeves vormen nu een rust- en foerageerplaats voor water- en weidevogels. Daarnaast is de aanwezige vochtminnende vegetatie waardevol. Ten noorden van Stuivekenskerke, nabij het vaartgehucht Tervate, staat aan de linkeroever van de Ijzer nog een oorlogsmonument voor de Belgische Grenadiers.
Bron: Ankerplaats 'Ijzer tussen Diksmuide en Stuivekenskerke'. Landschapsatlas, A30015, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs: Strobbe, Marika; Deventer, Wouter; Lievens, Filip
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Beerst
Is deel van
Diksmuide
Is deel van
Kaaskerke
Is deel van
Keiem
Is deel van
Stuivekenskerke
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: IJzervallei tussen Diksmuide en Stuivekenskerke [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135137 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.