Het gebied ligt tussen Poperinge, Elverdinge (Ieper) en Vlamertinge (idem) met een noordelijke uitloper langs de Grote Kemmelbeek. De weg tussen Elverdinge en Vlamertinge vormt de oostelijke grens, de weg tussen Vlamertinge en Poperinge (tot vallei van Robaartbeek) de zuidelijke, de weg tussen Poperinge en Elverdinge (vanaf vallei Robaartbeek) de noordwestelijke. De samenvloeiing van Robaartbeek en Poperingevaart behoort ook tot de afbakening. Het gebied ligt op het interfluvium tussen het bekken van de Poperingevaart (en Robaartsbeek) en het bekken van de Grote Kemmelbeek. In het gebied liggen talrijke bronniveau’s van zijbeken van beide bekkens (Ganzen- en Kortebeek). In het westen vormt de Robaartbeek en de samenloop met de Poperingevaart de grens van het gebied.
De geologische ondergrond bestaat uit klei van de Formatie van Ieper bedekt door een kwartaire zandleemlaag. In de westelijke helft van het gebied rond de Galgebossen (met uitzondering van de vallei van de Robaartbeek) is deze zandleemlaag zeer dun tot lokaal afwezig. Door de weinig doorlatende kleiige ondergrond heeft men hier stuwwater. In de oostelijke helft is deze zandleemlaag veel dikker wat zorgt voor drogere bodems zonder stuwwatertafel en bijgevolg betere landbouwgronden. Dit bodemkundig verschil vertaalt zich landschappelijk in een ander landgebruik.
De Galgebossen zijn een restant van een groot en uitgestrekt vroeg-middeleeuws bos tussen Watou en Beselare dat reeds op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) aanzienlijk geslonken was in oppervlakte. Ze bestaan uit loofbomen met gedeeltelijk hakhout en middelhout; het bos zelf wordt doorsneden door een geometrisch patroon van onverharde wegen. In het bos liggen enkele poelen die voor watervegetatie en fauna (amfibieën) waardevol zijn. De bosranden hebben een rijke flora. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd dit bos niet gekapt, wat uitzonderlijk is, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog wel. In de oostelijke helft liggen voornamelijk akkers zonder perceelsrandbegroeiing langs de onregelmatige perceelsgrenzen. In de valleien begeleidt een lint van weilanden de beken (Robaartbeek, Poperingevaart, Grote Kemmelbeek en in mindere mate de Korte Beek en Ganzenbeek). De Robaartbeek en de Grote Kemmelbeek hebben een zeer natuurlijke meanderende loop die soms diep ingesneden is. Beide beken worden gekenmerkt door het voorkomen van valleiranden en uitgesproken beekbegeleidende beplanting, welke het bochtig verloop visueel accentueren; langs de kleinere beken komt verspreide hogere oeverbegroeiing voor. De Vleterbeek is stroomafwaarts van Poperinge rechtgetrokken en uitgediept om als transportkanaal te kunnen dienen tussen Poperinge en de Ijzer te Elzendamme. De Poperingevaart heeft een aaneengesloten begeleidende opgaande bomenrij die de rechte loop benadrukt.
Verspreid in het landschap liggen enkele grote gave hoeves bestaande uit losstaande gebouwen, soms een restant van een walgracht en omringd door een bomenrij. Ze bevinden zich buiten de valleien. De Steentjesmolen in het noordwesten is verplaatst naar Merkem ter vervanging van de Beukelaremolen. Centraal ligt de Hospitaalhoeve met resten van een dubbele omwalling. De gebouwen (boerenhuis, stal, schuur, opstal) staan los van elkaar in een U-vorm. Tijdens de middeleeuwen fungeerden deze gebouwen als een melaatsentehuis, tijdens de Eerste Wereldoorlog deed het tijdelijk dienst als veldhospitaal voor Britse soldaten.
Het kasteeldomein van Vlamertinge is goed bewaard gebleven. Het kasteel is midden de 19de eeuw gebouwd in Vlaamse neorenaissancestijl met een symmetrische uitwerking. Ten zuidoosten van het kasteel ligt het neerhof met enkele losstaande hoevegebouwen. Ten noordoosten van het kasteel ligt de voormalige hovenierswoning die nu als boswachterswoning dienst doet. Achter dit gebouw staat de oranjerie. Net ten noorden van dit kasteeldomein ligt kapel de Onze-Lieve-Vrouw van Salette bij de oprit naar het kasteel. Het park bestaat uit enkele open wei- en graslanden afgezoomd door bos. Het kasteeldomein van Elverdinge dateert uit de jaren 1920 en is een eclectisch kasteel met neorenaissancistische inslag. Het kasteel, dat afbrandde tijdens de Eerste Wereldoorlog, is later in oorspronkelijke stijl opnieuw opgetrokken. Elders in het domein resten nog een ijskelder, een hovenierswoning, een Chinees paviljoentje en een ommuurde moestuin. In het park ligt een vijver met onregelmatige afgeronde vorm. De bomengroepen en parkbosgordels in het park zijn typisch voor de landschappelijke stijl. Verspreid in de weilanden bij het kasteel staan ook solitaire opgaande bomen. Zowel het kasteel als de kerk bevinden zich aan de rand van de vallei om het overstromingsrisico te beperken. Ten oosten van de muur rond het kasteelpark staat de kerk van Elverdinge die nog Romaanse funderingen van ijzerzandsteen heeft. Vlakbij staat een zeer hoge molenromp als restant van een vroegere stellingmolen die tijdens de Eerste Wereldoorlog dienst deed als observatiepost. Het gebied kent slechts weinig wegen die veelal parallel aan de valleien lopen. Kapellen met opgaande bomen erbij treft men geregeld aan langs wegen en aan kruispunten. In dit gebied liggen enkele Britse militaire begraafplaatsen uit de Eerste Wereldoorlog. Vanop deze hoogte heeft men een goed zicht op het landschap ten noorden van Ieper en Poperinge.
- Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.