Dit gebied ligt ten westen van de haven van Zeebrugge en ten zuiden van De Fonteintjes en omgeving. In het noorden wordt ze begrensd door de Graaf Jansader en in het zuiden door de weg die langs de Isabellavaart loopt volgens het tracé van de Graaf Jansdijk (Evendijk).
Deze polder bevat in de ondergrond grotendeels klei (volgens de bodemkaart 'dekkleigronden') en langs de westelijke grens zand van vroegere geulen. Door hun lage ligging hebben deze gronden een permanent hoge grondwaterstand, wat verklaart waarom ze grotendeels onder grasland zijn blijven liggen. Tussen de percelen lopen kleine grachten en in de percelen ontwateringslaantjes. De rietbegroeiing in de grachten en laantjes benadrukt visueel de grillige percelering. De meeste graslanden vertonen microreliëf dat een natuurlijke of een kunstmatige oorzaak kan hebben. Sommige zijn tijdens de middeleeuwen of later voor turfwinning ontveend. Het natuurlijke microreliëf kan te wijten zijn aan de inklinking van de bodem toen die beter gedraineerd werd. Deze polder was tijdens de 11de en 12de eeuw nog overstroomd. In de kleine depressies is nog zilte vegetatie aanwezig.
De weinige bebouwing in het gebied ligt rond de dijk bij de Isabellavaart en bestaat uit kleine hoevetjes. Nabij de boerderij verderaf van de dijk is al nieuwbouw bijgekomen. Dit gebied heeft een zeer open karakter en heeft nog een doorkijk naar het duinengebied van De Fonteintjes.