Het gebied van de Kraenepoel behoort tot het grote Bulskampveld, een in de middeleeuwen tot heide gedegradeerd boslandschap. In deze heidevelden lagen verschillende vijvers. Een van die vijvers was de Kraenepoel. Deze vijver kan niet als prototype van de veldvijvers beschouwd worden. Zijn geschiedenis en zijn toekomst zien er totaal anders uit. In oorsprong was het waarschijnlijk een veldsteengroeve en/of turfwinningsgebied. Later kreeg de vijver de nieuwe functie van visteeltvijver.
Nadat de Kraenepoel in de 17de eeuw zijn economische functie grotendeels had verloren, vervaagden zijn contouren vermoedelijk gedeeltelijk. Het omringende heidegebied kwam onder druk te staan als gevolg van de demografische, industriële en agrarische groei die Vlaanderen vanaf de tweede helft van de 18de eeuw kende. De heide ging als open landschap verloren. Enkele floristische indicatorsoorten bleven over. Begin 19de eeuw werd het landschap van de Kraenepoel en zijn onmiddellijke omgeving omgevormd in een vandaag nog altijd goed herkenbare structuur. In tegenstelling tot alle andere vijvers van het Bulskampveld werd de Kraenepoel niet drooggelegd. De andere vijvers van het Bulskampveld waren ontstaan door afdamming van beekjes. Hun ligging is nu nog in het landschap te herkennen door vochtige depressies. Nadat het kanaal Gent- Brugge gegraven was, kon er vis van aan zee aangevoerd worden en was de teelt in de veldvijvers overbodig. De vijvers werden leeggelaten. Toch koos men voor het behoud van de Kraenepoel als visvijver. Rond de vijver kwam een dijk met beukendreven. De vijver werd met een veldstenen muurtje omzoomd. De omgevende bossen kregen een drevenpatroon en de percelen werden in rabatten gelegd. Afwateringssleuven en -slootjes werden in en rond de Kraenepoel gegraven. Voor het beheer als visvijver was de aanleg van een leegloop- en overloopconstructie nodig. Dit zijn allemaal cultuurhistorische elementen, die enerzijds diverse aspecten van het vroegere ven- en heidelandschap deden vervagen of zelfs vernietigden, maar die anderzijds ook een reeks heide- en venplanten tot diep in de 20ste eeuw overlevingskansen hebben geboden. Deze geschiedenis maakt van de Kraenepoel een uniek gebied. De kernsoorten van het oorspronkelijk voedsel- en kalkarme milieu van de heidelandschappen zijn nog aanwezig. Omwille van dit unieke karakter kan de Kraenepoel niet als een typisch voorbeeld van de voormalige veldvijvers beschouwd worden.
De ‘Villa Cranenpoel’, in 1902 gebouwd, ligt op een verhevenheid aan de oever van de Kraenepoel. Ze is in Normandische stijl, met imitatievakwerk, opgetrokken. Rond de kerk ligt het kerkhof dat met een ijzeren hekken is afgesloten. Rondom het kerkhof staan er 15 bakstenen kapelletjes. De parochie is vermoedelijk midden 13de eeuw ontstaan. Over de bouwgeschiedenis van de kerk, die voor het eerst in 1435 wordt vermeld, is weinig bekend. Tijdens de godsdiensttroebelen van de 17de eeuw werd ze vernield en wederopgebouwd. In 1944 brandt de kerk volledig uit en werd ze opnieuw gebouwd in 1950, grotendeels naar het vroegere model.
Het zogenaamde Mariahove bevindt zich op de plaats van het voormalige Kasteel van Bellem. In de buurt van het huidige kasteel stond indertijd het buitengoed van de familie Wyts. In 1577 werd deze heerlijkheid door koning Filips II verkocht aan Karel Rym. Zij bleven heren van Bellem tot 1715. Rond 1635 kochten zij het oude buitengoed van Wyts en bouwden kort daarna een nieuw kasteel. In 1655 werden Bellem en Schuurvelde tot baronie verheven. Het kasteel zou midden 18de eeuw tot puin vervallen. Het domein werd in 1808 door de Gentse textielbaron van Caneghem als “nationaal goed” gekocht. Hij liet het kasteel weer volledig opbouwen . In 1855-1860 werden door de nieuwe eigenaars aanpassingen aangebracht in neoclassicistische stijl. Sinds 1963 werd het eigendom van de ‘Federatie van de zustercongregaties van het bisdom Gent’. Sedert 1965 is het een retraitehuis voor religieuzen, Mariahove.
Achter Mariahove ligt een uitgestrekt park dat grotendeels omgracht is en vermoedelijk in de 19de eeuw heraangelegd is in landschappelijke stijl met een grote grillige vijver en kronkelende paden. Het Markettebos, ten zuiden van het omgrachte park, is ervan gescheiden door de spoorweg. Met dreven is er de zogenaamde ‘achtster’ gevormd: op het centrale punt staat een siervaas.