Dit gebied situeert zich rond de vallei van de Maarkebeek, op het grondgebied van de dorpen Etikhove, Edelare, Leupegem en Maarke-Kerkem. In het zuiden meandert de Maarkebeek. De beek is dikwijls vergezeld van beekbegeleidende vegetatie. Ten noorden daarvan ligt een steile helling met taluds, die grotendeels onder grasland ligt. Op de top van de heuvel ligt de kouter, een open akkerlandgebied. Holle wegen komen op de helling en heuveltop voor. De ‘Naamloze Boom’ maakt er ook deel van uit.
Cultuurhistorie
Sinds het einde van de 18de-begin 19de eeuw is het landschapsbeeld hier weinig geëvolueerd. Beekbegeleidende vegetatie accentueert nog altijd de loop van de Maarkebeek in de vallei. Op de kouter en de minder steile stukken overweegt akkerland, op de steile helling voornamelijk weiland met perceelsrandbegroeiingen en enkele bossen, ook al zijn die intussen wel wat in oppervlakte geslonken. De woonkernen zijn in die tijd wel wat uitgebreid.
Volgens de legende werd in 1452 een Mariabeeld dat voorheen toebehoorde aan de pastoor van Volkegem na zijn dood aan een kerselaar opgehangen, op de plaats van de huidige O.-L.-Vrouw van Kerselare. De eerste steenlegging van de oudste kapel, ressorterend onder de abdij van Ename, bisdom Kamerijk, vond plaats op 10 juli 1457. In 1570 werd de kapel vergroot door de baron van Pamele, vermoedelijk ingevolge een gelofte door zijn vader Joos nadat die in Egypte door een krokodil was aangevallen. De gebalsemde krokodil werd later als votiefbeeld in de kapel opgehangen en in 1804 en 1860 vervangen door een houten krokodil. Na een brand in 1962 werd de kapel volledig vernield en vervangen door een moderne betonnen kapel iets meer westwaarts. De muurschilderingen refereren aan de afgebrande kapel en de krokodil. Ten noorden en oosten van de kapel staan van oudsher herbergen en het pomphuisje, een gewit bakstenen gebouwtje in de vorm van een kapel, vroeger met strodak, nu met een leien dak. Ten oosten van de verdwenen kapel staan twee rijen linden, aangeplant in de 20ste eeuw. De kapel van Kerselare is nog altijd een bekend bedevaartsoord (vooral tijdens de meimaand). Rondom de huidige bedevaartskapel ligt de ommegang van ‘O.-L.- Vrouw van zeven Weeën’, daterend uit de jaren zestig.
Het Kezelfort is op de Edelareberg gelegen. Het werd in 1822-24 gebouwd als 'gedetacheerd werk' van de vesting Oudenaarde, tevens onderdeel van vestingen langs de Schelde. In de nasleep van de Slag bij Waterloo werd de Wellingtonbarrière opgericht, een reeks vestingen die onder impuls van de Hertog van Wellington tussen 1815 en 1830 gebouwd werden in het zuiden van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden als versterking tegen Frankrijk. Intussen zijn de terreinen van het voormalige fort door de fruitteelt van de hier gevestigde conservenfabriek.
Op de Maarkebeek komen verschillende molens voor. Een daarvan is de Ladeuzemolen ter hoogte van de wijk Ladeuze. Hierbij hoort ook het molenaarshuis, een boerenburgerhuis met kleine aanhorigheden naast de Maarkebeek. Waarschijnlijk bestond de molen al voor 1500. De voormalige koren- en oliemolen hing af van het thans verdwenen nabijgelegen kasteel van Ladeuze. In 1909 werd er een stoommachine bijgeplaatst in een kleine aanbouw tegen de voorgevel. De graanmaalderij werd verwijderd in de periode 1960-70. Sedert 1975 is het als woning in gebruik.
De Borgtstraat, ongeveer 1 km ten westen van het centrum van Maarke-Kerkem, refereert wellicht aan het in 1571 vermelde goed of hof Ter Borgt. De molen, voor het eerst in 1155 vermeld, is aan het voormalige molenaarshuis gehecht. In de 16de eeuw is het een korenwatermolen die eigendom van de graaf van Lalaing was. In 1911-12 was er een uitbreiding van de bedrijfsgebouwen en de plaatsing van een stoommachine. Deze bleef in werking tot 1967.
Op de zuidflank van de Kapelleberg staat de Sint-Vincentiuskapel een bedevaartskapel, midden een ruim en omhaagd grasperk, met enkele linden. De jongste restauratie bracht aan het licht dat het koor tot de Romaanse periode teruggaat. In 1569 werd voor het eerst de kapel ‘Ten Berghe’ vermeld. In 1597 werd ze hersteld na verwoesting in 1580. In 1900 was de kapel nog gewit maar problemen met vochtigheid gaven aanleiding tot het cementeren van de buitengevels. Op de helling tussen de Kapellekouter en de Maarkebeek staan verschillende indrukwekkende gesloten hoeven, dikwijls uit de 18de eeuw, met aanpassingen in de 19de en 20ste eeuw. Sommige gaan op oudere kernen terug.
- Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
- Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.