Dit landschap bevindt zich op grondgebied van Herzele, tussen Sint-Lievens-Essen en Sint-Antelinks. Door het gebied stromen de Ransbeek en de Beverbeek. In de vallei, waar de percelen als grasland gebruikt worden, komen heel wat taluds voor. Op verschillende plaatsen komen bronnen voor. Op de valleiflanken komen bossen voor; het Duivenbos is het grootste. Dit bos ligt juist ten westen van Sint-Antelinks, op een steile helling. De hogere, vlakkere gebieden liggen onder akkerland. In het gebied komen heel wat historische hoeven voor, onder andere het Hof te Ransbeek en de hoeve Tortelboom.
Het Duivenbos, dat ten noordoosten van de dorpskern van Sint-Antelinks ligt, is bodemkundig in de leemstreek te situeren. Geomorfologisch betreft het een smal, diep ingesneden v-vormig valleitje. De tertiaire afzettingen worden door Paniseliaan afzettingen gevormd. Het dalhoofd bevindt zich op ongeveer 80 meter. Het hoogteverval van ongeveer 40 m verloopt over een afstand van ongeveer 1 km. De hoogst gelegen bronnen bevinden zich op een hoogte van ongeveer 60 meter. Op verschillende plaatsen zijn kwelzones aanwezig. Het Duivenbos wijkt in zijn huidige vorm weinig af van het de situatie op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778), hoewel het bos een bewogen ontginningsgeschiedenis achter de rug heeft. Het bos was immers volledig ontgonnen in 1884. Na de stelselmatige ontginning werd het gebied langzaam opnieuw ingeplant met een huidig aandeel bos dat ongeveer met de kabinetskaart van de Ferraris te vergelijken is. Vooral in het midden van de 19de eeuw werd zeer veel bos en grasland omgezet naar akker. Sindsdien nam de hoeveelheid grasland en bos weer toe. De meeste huidige graslanden zijn reeds meer dan 100 jaar oud. Voornamelijk in de bronzone van de Ransbeek is de ontginningsgeschiedenis van het bos bijzonder kort geweest, hetgeen zich duidelijk vertaalt in de aanwezigheid van 'oud bos-soorten' en een zeer soortenrijke vegetatie.
Het hele gebied kent een lange geschiedenis als gesloten landschap, met op vrijwel alle perceelsranden bomenrijen en/of houtkanten. Op sommige perceelsranden is een bultig patroon waar te nemen dat wijst op de aanwezigheid van wortelbulten van verdwenen houtkanten. Het gebied is nu nog steeds vrij gesloten met bomenrijen en houtkanten langs de perceelsranden.
De parochiekerk van Sint-Antelinks, de Sint- Gertrudiskerk, was voorheen afhankelijk van de abdij van Nijvel. Aan de oude kerk uit de 12de en de 13de eeuw werd in 1635 een nieuwe toren gebouwd. De heden naar het westen geörienteerde neoclassistische kerk werd in 1846-48 geïntegreerd gebouwd aan de nieuwe toren van de vroegere kerk. De pastorij met voortuin heeft een 19de eeuw uitzicht. Het ‘Hof te Ransbeek’ is het voormalige hof van het kapittel van Nijvel. Het is aan straat in een beboomde omgeving ingeplant. De gesloten hoeve heeft het uitzicht van de 19de eeuw. De hoeve Tortelboom is een gesloten hoeve die uit de 19de eeuw dateert. De hoeve is in het golvende landschap ingeplant. De bakstenen gebouwen onder zadeldaken zijn rond een rechthoekige, deels gekasseid erf ingegroepeerd. De gebouwen dateren uit de 19de eeuw. Aan de straatkant, tegenover het woonhuis, staat een bakoven met muurankers (1866). Een Onze-Lieve-Vrouwekapelletje in baksteen dateert uit de 19de eeuw.