omvat de aanduiding als beschermd monument Achelse Kluis
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Tomp van Grevenbos met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
Het gebied ligt in de vallei van de Warmbeek, ten oosten van de dorpskern van Achel. Het is een vlak landschap dat zich uitstrekt vanaf de Belgische-Nederlandse grens tot aan de het kanaal Bocholt-Herentals. Belangrijke erfgoedelementen zijn onder andere het domein van de Achelse Kluis, de kasteeldomeinen van Beverbeek en Genebroek, de site van de Tomp, het voormalige Franciscanessenklooster Catharinadal en de Watering.
De Warmbeek doorstroomt het gebied in noordelijke richting en overschrijdt de grens ter hoogte van de Achelse Kluis. De Warmbeek is een typische Kempense laaglandbeek die gevoed wordt door regenwater. Kenmerkend voor de vallei is de grote afwisseling van graslanden, broekbossen en populierenaanplantingen. Op de hoger gelegen delen is het natuurlijk bostype het voedselarme, zure eiken-berkenbos. Dit type bos komt nog veel voor tussen de Lange Els en het Wad. De Lange Els ligt ten zuidwesten van de Tomp en is evenals de vijver van de Tomp, een zeer oude vijver. De waardevolste vegetatietypes komen voor waar de Warmbeek gebufferd wordt door de boscomplexen van o.a. de Haarterheide en de Binnenheide.
De Achelse Kluis is een voormalige priorij, gelegen aan de Warmbeek, de Stokkenloop en de Prinsenloop, op de Belgisch-Nederlandse grens. Omstreeks 1650 bouwden katholieken uit Valkenswaard en Schaft een houten kapel vlak over de grens op het grondgebied van Achel. In 1686 stichtte Petrus Wijnants IJsebrants van Eijnatten uit Eindhoven in de pastorie, die bij de grenskapel hoorde, een kloostergemeenschap van broeders-eremieten (kluizenaars) met een sterk monastiek ideaal, de ermitage van St.-Jozef of Achelse Kluis. De kleine communiteit die werd gevormd, nooit meer dan dertien broeders, begon met de ontginning van de omliggende moeras-, bos- en heidegronden aan beide zijden van de grens. In 1798 werd het klooster opgeheven en onteigend. De gebouwen werden verpacht, raakten in verval en werden gedeeltelijk afgebroken. In 1845 werd de oude kluis aangekocht door de trappisten van Westmalle, om er het in 1838 te Meersel-Dreef gestichte klooster van Sint-Benedictus in onder te brengen. Vanaf 3 juli 1845 werd met het herstel en inrichting van de resterende gebouwen begonnen. Het huidige gebouwencomplex bestaat uit een poortgebouw, een gastenhuis, voormalige opslag- en graanschuren en de abdijkerk, gesitueerd rond een binnenplein, de voormalige eremietenkapel, het oud kapittel, en twee haakse vleugels van het oorspronkelijk gesloten geplande nieuwe klooster van architect Ritzen. In 1993 verkochten de monniken het grootste gedeelte van de omliggende gronden om verder beheerd te worden als natuurgebied. De omgeving van de Kluis wordt nu getypeerd door vochtige weilanden, doorsneden door slootjes met rietkragen, loof - en naaldbossen en heiderestanten.
Ten zuidoosten van de Achelse Kluis ligt het kasteeldomein van Beverbeek. Het kasteel is gebouwd in 1889 in Tudorstijl door de familie Slegers-Schaetzen. Het ligt in een ruim park in landschappelijke stijl met o.a. kastanjebomen en zomereiken en een vijver met een eilandje voor het kasteel. Het kasteel vormt samen met de laathoeve van Beverbeek een historisch complex. In de onmiddellijke omgeving van het kasteel vinden we dan ook een historisch stabiel bodemgebruik met historisch stabiele bossen en weilanden en akkers op plaggenbodems, grotendeels nog omgeven door bomenrijen en houtkanten van zomereik, beuk, berk en populier. De voormalige laathoeve van Beverbeek ligt ten noordwesten van het kasteel. Dit omgracht goed gaat terug tot de 14de eeuw. Het gebouwencomplex bestaat uit meerdere gebouwen met o.a. een langgestrekt gedeelte met woonhuis, stallingen en een losstaand bakhuis, gegroepeerd rond een erf. Het geheel wordt door zomereiken omzoomd. Het woonhuis werd recent gemoderniseerd.
Ten zuiden, langs de Warmbeek, ligt de zogenaamde Tomp die teruggaat op de romp van een 15de-eeuwse stenen windmolen. De ruïne werd in 1967-1968 gerestaureerd als mottetoren en omgeven door grachten en een palissade. Deze woontoren ligt in een waterrijke omgeving, op circa 500m ten zuidoosten van het verwoeste slot Grevenbroek. Tot voor de restauratie van 1968 bestond deze cirkelvormige toren slechts uit twee niveaus en enkele muurfragmenten van het derde niveau. De site is volledig omgracht en in het zuiden ligt een grote vijver. Het geheel wordt omgeven door broekbosjes en bomenrijen van zomereik. Op het domein staat eveneens een vijfhonderd jaar oude den.
Het voormalige slot van Grevenbroek was een echte waterburcht gebouwd aan de samenloop van de Warmbeek en de Vliet. De oorsprong van de burcht gaat terug tot de 2de helft van de 13de eeuw. Het slot bestond uit een herenwoning en een neerhof, met elkaar verbonden door een ophaalbrug en omgeven met een dubbele omwalling en een ringmuur. Tussen de Molendijk en de Koebroekerweg zijn de grondvesten van de torens en enkele brokstukken van de muren bewaard gebleven. Het voormalige waaghuis, opgericht tussen 1771 en 1775, ligt ten oosten van de Tomp. Het waaghuis werd opgericht om de terugkerende geschillen tussen de molenaars en de inwoners van Grevenbroek in te dijken. Het gebouw werd na de Franse Revolutie omgevormd tot een gewone boerderij en omstreeks 1960 gedeeltelijk gesloopt. Heden rest nog enkel een rechthoekige ruïne. De watermolen het Mulke is één van de banmolens van de heerlijkheid Grevenbroek. Eertijds werd deze molen opgericht aan de samenloop van de Beverbeekloop en de Warmbeek maar in 1742 werd de molen verplaatst en meer ten zuiden aan de Warmbeek heropgericht. De voormalige stuwweier voor het huis is nu akker en weiland. De molenvijver van de eerste molen bestaat echter nog.
De oudste bestaande Kapel van Achel, de kapel Onze-Lieve-Vrouw in de Nood, ligt aan de militaire dijk, aan de rand van het wandelbos de Warande. De kapel werd gebouwd in 1838 door toedoen van de toenmalige bewoonster van het kasteel Genebroek. Catharinadal verwijst naar de heilige Catherina van Siënna. Vanuit de dorpskern van Achel vertrekt een beukendreef die langs en gedeeltelijk door de landerijen van het vroeger klooster Catharinadal loopt en naar het kasteel Genebroek voert. Het voormalige franciscanessenklooster Catharinadal werd in 1432 door twee gezusters Jacobs Lamberts uit Neerpelt opgericht. Oorspronkelijk was het een groot ommuurd complex met een ringgracht met drie binnenhoven omringd door verschillende gebouwen waarvan de middelgrote kapel en de eetzaal de voornaamste waren. Het goed werd ten gevolge van de Franse Revolutie als zwart goed verkocht. De kerk werd afgebroken en de overige gebouwen werden tot boerderij omgevormd. Het gebouwencomplex bestaat onder andere uit een voormalige langgestrekte hoeve met woonhuis, een haakse dwarsschuur en een heropgetrokken schapenstal. Achter de achtermuur ligt de moestuin en een perceel weiland. Het zogenaamde Spinhuis is eveneens een overblijfsel van het voormalige klooster en wordt in de volksmond ‘De Kelder’ genoemd wegens de nu nog deels bestaande gewelfde kelders onder het gebouw.
Het kasteel Genebroek was oorspronkelijk een hoevecomplex. Het werd voor het eerst vermeld in 1496, in 1742 werd het eigendom van de eremieten van de Kluis. Vanaf 1747 tot de 19de eeuw was het domein eigendom van de adellijke familie de Hubens die omstreeks 1758 een nieuw kasteel bouwde. De familie Cornet d’Elzius de Peissant gaf het kasteel in 1882-85 zijn huidig uitzicht. Vandaag is het een brasserie en restaurant. Het complex is volledig omgeven door een binnen- en buitengracht, gelegen in een ruim Engels park met achteraan een berceau van haagbeuk en vooraan een boomgaard. Het kasteel heeft twee toegangen; met name de Kasteeldreef, eertijds een eigen weg die kort na de Eerste Wereldoorlog met beuken werd beplant, en de Beukendreef, een dreef die oorspronkelijk liep van de ruïne van het kasteel Grevenbroek naar de huidige linker zijgevel van het kasteel, de oorspronkelijke voorkant. De Watering van Sint-Huibrechts -Lille ligt ten zuiden van het kasteel Grevenbroek. Het grootste gedeelte van deze Watering bestaat momenteel uit populierenbossen met een onderbegroeiing van grove brandnetel. Op de noordelijke percelen werden recenter, loofhoutsoorten zoals gewone es, zomereik, tamme kastanje en els aangeplant.
In het gebied de Grote Haart, bij de grens met Hamont, ligt een groot archeologische gebied. In 1962-64 werden hier vier grafheuvels onderzocht. De gevonden urnen worden bewaard in het gemeentelijk Museum Grevenbroek.
Bron: Ankerplaats 'Vallei van de Warmbeek en kasteel van Beverbeek'. Landschapsatlas, A70027, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs: Van den Broeck, Myriam; Geyskens, Bart; Bats, Hubert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Hamont-Achel
Is deel van
Neerpelt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vallei van de Warmbeek en kasteel van Beverbeek [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135298 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.