Het kasteel van Hocht en Hochterbampd zijn - enigszins geïsoleerd - gelegen nabij de Maas, die de oostelijke grens van de gemeente Lanaken vormt en tevens de grens met Nederland. Begin 19de eeuw werd hier parallel met de Maas de Zuid-Willemsvaart getrokken. In de jaren 1930 volgde de aanleg van het Verbindingskanaal Briegden-Neerharen. De smalle sluis van Neerharen oogt spectaculair gezien het hoogteverschil van bijna 10 m. Bomenrijen langs de jaagpaden accentueren beide kanalen in het landschap.
Het kasteel van Hocht is in oorsprong een abdij, eind 12de eeuw gesticht door de heren van Pietersheim. Van het abdijcomplex resteren thans van west naar oost het poortgebouw, de ruime U-vormige hoeve, het abdissenkwartier (het huidige kasteel), de aalmoezenierswoning en de watermolen. De gebouwen zijn grotendeels 17de eeuws en in classicistische stijl. De poort maakt deel uit van de grotendeels bewaarde omheiningsmuur rond de abdij, in de 17de eeuw opgetrokken als maatregel tegen de verzwakkende tucht. De gebouwen bevinden zich in een park dat in de loop van de 19de eeuw zijn formeel karakter verloor en in landschappelijke stijl heraangelegd werd. De twee vijvers, de Hoge en de Lage vijver, worden gevoed door de Molenbeek, met in elke vijver een eilandje met bosschage. De ruïnes van het kerkkoor vormen een heuveltje met romantische tuinprieel. De hoeve is aan de zuidzijde door een hek van het kasteelpark afgesloten. Opmerkelijke lineaire elementen zijn de dreven en imposante bomenrijen, deels overgebleven van de vroegere aanleg, die door invoeging van graspartijen met bomengroepen en solitairen in de landschappelijke opzet werden opgenomen. De vanaf het poortgebouw oost-west verlopende dreef verbond de voormalige abdij met het westelijke kasteel en gehucht Pietersheim. Op de kruising met de weg naar Neerharen staat de vroegere portierswoning. Door de aanleg van het Verbindingskanaal werd het goed echter afgesneden van zijn natuurlijk centrum. Zuidelijk loopt een dijkvormig talud uit in een bosje.
De omgeving van de abdij-, nu kasteelsite wordt ingenomen door akkers, (laagstam)boomgaarden en enkele weiden, hier en daar afgelijnd door bomengordels. Het van oudsher bebouwde akkerland wordt er aangeduid door het toponiem Hochterveld. De horizon wordt begrensd door de begroeiing langs de kanalen. Aan de overzijde van de Zuid-Willemsvaart ligt de uiterwaard Hochterbampd, te bereiken langs de brug te Neerharen. De hoge kanaaldijk fungeert hier als winterdijk en is tevens ingericht als fietspad, vrij van gemotoriseerd verkeer. De naam verwijst naar de beemden (vochtige weilanden) van het voormalige Hocht. Vanuit de abdij voerde het Hochter Wegelke naar de Maas. Delen van het gebied zijn laag gelegen zodat ze regelmatig overstromen bij hoogwater van de Maas. De wisselende waterstanden gaan gepaard met sedimentatie- en erosieprocessen, zodat schrale grindbanken en klei- en zandafzettingen voorkomen. Nog steeds zijn voornamelijk op de zomerdijken langs de rivier graslanden aanwezig. Het open water is ontstaan door de grindwinning in de jaren 1950. Op de rijke afzettingen ontwikkelde zich ooibos (bossen in overstromingsgebieden), het oudste langs de Limburgse Maas. Vroeger talrijker voorkomende ooibossen langs de Maas zijn nagenoeg alle verdwenen. Op plaatsen die minder frequent overstromen evolueert dit verder naar hardhoutooibos. De overgangen van schrale grindvlakten naar ooibos worden begroeid door struwelen. Het gebied is, ook buiten de paden, vrij toegankelijk voor wandelaars, die er kunnen genieten van de variatie in het rivierlandschap en de zichten over de Maas. De hele omgeving is attractief voor zachte recreatie zodat er verschillende fiets- en wandelroutes zijn uitgestippeld.