is aangeduid als vastgesteld landschapsatlasrelict Abdij van Postel en de Ronde Put
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Abdij van Postel
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap De Ronde Put en omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
Tot op vandaag is Postel een schaars bewoond gehucht, waar groen een prominente plaats inneemt. De relatieve ongereptheid van Postel is in hoofdzaak te danken aan het feit dat het gebied tot voor kort in handen bleef van een zeer gering aantal grootgrondbezitters, waaronder de Norbertijnen van de abdij van Postel en de familie van Broqueville van het kasteel van Postel.
Op natuurwetenschappelijk gebied verdient dit gebied een zeer hoge waardering. De Ronde Put en omgeving betreft, dankzij de uitgestrektheid en ongereptheid, immers één van de interessantste gebieden van de Kempen. De afwisselende vegetatietypes van droge heide, grove dennen, elzenbroek struweel en oude bossen resulteren in een belangrijke botanische waarde. De combinatie van open water met natte vegetaties, oud bos en weilanden biedt ideale mogelijkheden voor water- en prooivogels, waarvan enkele zeldzame exemplaren in het gebied broeden. Maar ook insecten, vlinders, reptielen en amfibieën gedijen hier goed. Gelegen in de centrale Kempen, heeft dit landschap de typische compartimentenstructuur van eenheden bos, afgewisseld met eenheden weiland. De Ronde Put en het gehucht Postel, met de abdij en het kasteel, vormen twee zwaartepunten in het landschappelijk geheel. Een indrukwekkend drevenpatroon geeft het geheel de typische blokvormige structuur. De combinatie van het ongerept natuurgebied (de Ronde Put) te midden van oud cultuurlandschap met bossen en kleinschalige landbouwpercelen en het in het gebied aanwezige bouwkundig erfgoed, geeft het gebied een zeer hoge esthetische waarde.
Het land werd steeds gebruikt in functie van landbouw, bosbouw en later ook jacht. Vanaf de 12de eeuw tot aan de Franse Revolutie domineerde de orde van de Norbertijnen het gebied met loofbosontginningen, vorming van heide en aanleg van akkers, drooglegging van moerassen en vanaf het begin van de 17de eeuw herbebossing van de heide. Vanaf de late middeleeuwen tot in de helft van de 19de eeuw werden sommige veenmoerassen uitgebaat ten behoeve van brandstofvoorziening. Op de kabinetskaart van de Ferraris (1771-1777) herkennen we de Ronde Put als onderdeel van een reeks van onbegaanbare, grote moerassen, omgeven door heide. In de omgeving van de abdij herkennen we boomgaarden, loofbossen, naaldbossen, drassige weiden en akkers. Bijna een eeuw later, op de kaart van Vandermaelen (1854) zien we weinig verandering in het landschap, uitgezonderd een licht toegenomen aandeel loofbos. Op de kaart van het MGI uit 1909 heeft de ronde Put zijn huidige vorm en herkennen we tevens huidige ontginnigs- en wegenstructuur in de omgeving van de abdij. De bossen van Lange Linneput en Hoge Heide zijn ongeveer 90 jaar oud, die van de Kommiezenheide overschrijden zelfs de eeuw. Het Hoge Moer (aansluitend op de Moeren) in de noordoostelijke hoek van het gebied vormde tot de jaren 1960 het laatste stuk hoogveen van de Kempen, maar moest jammer genoeg wijken voor landbouwontginningen en deels ook voor de aanleg van de autosnelweg.
De ligging van Postel op een knooppunt van belangrijke reisroutes, bracht de abdij van Floreffe vermoedelijk tussen 1128 en 1138 tot de beslissing hier een nieuwe stichting -in de vorm van een polyvalente landbouwkolonie- tot stand te brengen. Deze groeide doorheen de geschiedenis uit tot een zelfstandige priorij en later tot abdij. Deze werd opgeheven tijdens de Franse Revolutie, de periode waarin het gehucht Postel werd ingelijfd bij Mol. In 1797 werd het aangeslagen goed verkocht aan de Antwerpse bankroetier Petrus de Meulenaer, die het volledig landgoed in 1844 verder verkocht aan de maatschappij van mevrouw le Candèle de Ghysegem. In 1847 werd de ‘société anonyme placée sous la protection de Sa Majesté le Roi des Belges et la surveillance du Gouvernement pour l’exploitation du domaine de Postel, grand 4445 hectares’ officieel Gesticht, waarbij een totaal van 105 hectare gronden en gebouwen weer werden afgestaan aan de Norbertijnen, die er voor de heropbouw en uitbouw terugkeerden. Deze naamloze venootschap verdeelde in 1851 het grondgebied van Postel in drie delen: Het Postels centrum met de gronden langsheen de steenweg Postel-Retie behoorde toe aan de familie le Candèle (totaal 1587 hectare, de schenking aan de Norbertijnen inbegrepen); de heidegebieden grenzend aan Luykgestel en Lommel (980 hectare), in 1858 toegewezen aan de bezitters van het eerste deel; de moer- en turfgronden en heidegebieden grenzend aan de gemeentegronden van Retie, Arendonk, Reusel, Bladel en Eersel werden in 1857, samen met het Postels Grootbos, werden toegewezen aan graaf Filips van Vlaanderen. Enkele grotere eigendommen (de Ronde Put, de Moeren en het Hoge Moer) werden in 1962 door prins Karel verkocht aan particulieren, waaronder de familie Coppens.
Het oudste bouwwerk, behorende tot de abdij van Postel, is de laatromaanse Sint-Nikolaaskerk, opgetrokken uit tufsteen van de Eifelstreek. Als inwijdingsjaar wordt 1190 aangehaald, maar stijlkritisch wordt ze eerder toegeschreven aan de 13de eeuw en verspreid worden sporen teruggevonden van diverse verbouwingen. Andere zeer oude gebouwen van de abdij gaan terug tot de 16de eeuw, hoewel allen voltooid in de 17de eeuw. Het betreft de beiaardtoren (1610), de brouwerij (1611) en de 1200 meter lange ringmuur. Zij kwamen er dankzij de eerste abt van de tot abdij verheven priorij. Als gevolg van haar lange geschiedenis, kunnen we de abdij vandaag beschrijven als een ommuurd en omgracht kloostercomplex met constructies in diverse stijlen, gaande van de romaanse kerk tot hedendaagse architectuur. De abdij heeft tot op heden een belangrijke invloed op Postel en de omgeving. Ten zuiden van de abdij ligt het Kasteel de Broqueville dat in 1868 werd opgetrokken door baron Stanislas de Broqueville, neef van le Candèle, en naderhand nog verschillende keren werd gerenoveerd en hersteld. Het betreft een neotraditioneel complex op een rechthoekige plattegrond. Naast deze twee opvallende bouwwerken, treffen we in het gebied nog verschillende oudere en typische hoeven aan, al dan niet vergezeld van schuur en stal. Zij dragen bij tot het landelijke en authentieke karakter van dit gebied.
Bron: Aanduidingsdossier ankerplaats 'Abdij van Postel en de Ronde Put', definitieve aanduiding 27/04/2009. Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs: Meesters, Ludo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
De Ronde Put en omgeving
Is deel van
Mol
Is deel van
Retie
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Abdij van Postel en de Ronde Put [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135365 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.