Teksten van Domein Oude Gracht

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135370

Domein Oude Gracht (aanduidingsdossier + actualisatie oa. BE) ()

Domein Oude Gracht gaat qua benaming terug tot 1620 en verwijst naar een "gegraven waterleiding". Van oorsprong bestond het geheel al uit verschillende eigendommen. Het centrale gedeelte van het domein werd ingericht als park in landschappelijke stijl met open weiden, vijvers, bomengroepen,... Dit park kan qua aanleg beschouwd worden als één van de meer zeldzame bewaarde parkentiteiten met een dergelijke waarde en omvang in de Antwerpse regio. De site omvat dreven, solitaire bomen, doorzichten, bossages, clumbs, vijvers, exotische boomsoorten, een monumentale brug en poort, exotische bruggetjes, paviljoentjes en een boothuis van knoestig exotisch wortelhout, hoevegebouwen en landhuizen.

Het kasteeltje dat er rond 1880 werd opgetrokken ter vervanging van een eerdere hof van plaisantie is na de tweede wereldoorlog afgebroken omdat het door oorlogsschade in vervallen toestand verkeerde. De relatie tussen het domein en het dorp Hoogboom is een typisch voorbeeld van de gezamenlijke evolutie van het dorp en kasteeldomein. Het domein bestaat verder uit een gevarieerd eerder gesloten landschap met afwisseling van bossen, dreven en enkele weilanden en akkers. In het zuidoosten bevind zich het domein Eikelenberg die eerder een agrarisch karakter heeft. De gebouwen (oa. dienstgebouwen, hoevetjes en eenvoudige huizen) staan verspreid over het domein en zijn in bezit van verschillende eigenaars, toch is de oorspronkelijke structuur zeer goed bewaard gebleven. Het domein vormt een afgesloten geheel en is slechts op enkele plaatsen toegankelijk via toegangsdreven met poorten.

Fysische geografie

Geologische opbouw

Het geologisch substraat over het gehele gekarteerde gebied bestaat uit de zogenaamde Kempische klei, die ontstonden gedurende het Pleistoceen.

Naast zuivere kleilagen komen in deze afzettingen talrijke grove zandlenzen voor en zelfs grindlaagjes. In de late perioden van het Pleistoceen werd deze afzetting sterk geërodeerd, terwijl de zandige lagen door kryoturbatie verschijnselen en door verspoeling sterk met de klei werden vermengd.

De klei zandige ondergrond is dikwijls bedekt met een leemhoudende, laat Pleistocene afzetting. De niveo fluviatiele afzetting is van het recenter opgestoven dekzand gescheiden door een residuair grindlaagje. Op het pleistoceen materiaal werd nooit een duidelijke begroeiingshorizont aangetroffen. Beide vaststellingen wijzen erop dat het Pleistoceen sterk geërodeerd werd.

Geomorfologie en bodemgesteldheid

Het grootste gedeelte van het gebied bestaat uit middelmatige zandgronden, met een duidelijke humus of/en ijzer B horizont en een kleinere oppervlakte lemige zandgronden. Beide types gronden worden gekenmerkt door hoofdzakelijk matig natte tot natte gronden. De drogere gronden in het domein betreffen de weilanden in de omgeving van de hoeven en voor een deel in de Eikelenbergheide.

Door de parkaanleg en vijveraanleg die het landschap kenmerkt komen in het gebied een groot aantal vergraven terreinen voor. Deze situeren zich in hoofdzaak rond de parkaanleg van het kasteel "Oude Gracht" en "Eikelenberg, alsook in de omgeving van enkele recentere woningen in het domein, waaronder in "De Uitlegger".

Topografie, hydrografie en gebruik

Het landschap wordt gekenmerkt door een vlak reliëf, waarbij de waterafvoer gebeurt via evenwijdig stromende beken die in zuidwestelijke richting afwateren, waaronder de "Bunderbeek", de "Oudegrachtse beek", de "Nieuwebeek" en de "Oude Mishagenbeek".

Door het beperkte reliëfverschil en de aanwezigheid van een watertafel op de kleiige ondergrond is de waterafvoer beperkt, waardoor hoofdzakelijk nattere gronden voorkomen in het gebied.

Het bodemgebruik bestaat grotendeels uit parkaanleg en bebossing, met in hoofdzaak naaldhoutaanplantingen op de matig natte tot natte gronden, gekoppeld aan enkele weilanden op de drogere delen in de omgeving van de hoeven. De landbouwactiviteit in het gebied is in vergelijking tot de tijdens de eerste wereldoorlog sterk verminderd, doch de weiden werden bewaard als wezenlijk onderdeel van het landschapspark. De weiden en enkele akkers worden momenteel verhuurd aan lokale boeren, en worden gebruikt om koeien en paarden te laten grazen.

Biologische gegevens
Biologische waardering

Fytogeografisch is het domein gelegen in het Kempisch district, dat gekenmerkt wordt door quartaire zandafzettingen.

Het voorgestelde landschap werd op de biologische waarderingskaart van België, aangeduid als biologisch zeer waardevol en biologisch waardevol. In vergelijking tot de BWK1 zijn er nu meerdere percelen met een waardering van geringe biologisch waarde. Het betreft hier vnl. de poloterreinen en enkele weilanden die in beide BWK’s omschreven worden als soortenarm cultuurgrasland, maar in de recentste versie een lagere quotering krijgen dan in de eerste versie.

In de teksten bij het kaartmateriaal wordt het gebied omschreven als een groot en bijna ongeschonden kasteelpark dat een erg bosrijk groengebied vormt met een redelijk hoge biologische waarde. Het kasteelpark wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk naaldhoutbossen en arme loofhoutbossen met rododendronstruiken als onderbegroeiing. Deze bossen worden doorsneden door brede dreven en worden gekenmerkt door de aanleg van typische kasteelparkgrachten en onderhouden graslandjes, alsook door de aanwezigheid van erg oude exotische bomen.

De vegetatietypes in het gebied worden op de kaart aangeduid als:

Kasteelpark (Kpk), in de omgeving van het vroegere kasteel 'Oude Gracht' en rond 'Eikelenberg; Park (Kp) en Eutrofe plassen (Ae) in de omgeving van de vijvers en parkaanleg; Zeer soortenarm weiland (Hx), op het polo-plein en in de omgeving van de villa bij 'De Uitlegger'; Zeer soortenarm weiland met bomenrijen (Hx+Kb(q)) en akkers op zand (Bs), op de weilanden en akkers rond de hoeven.

De bossen in het domein worden voor het grootste deel omschreven als: Oude-Pinus-aanplantingen met ondergroei van struiken (Pmb); Oude Pinus-aanplantingen met ondergroei van hoge struiken en grassen (Pmb+Pmh) Oude Pinus-aanplantingen met ondergroei van grassen (Pmh).

Naast deze overheersende bostypes treft men ook enkele kleinere beboste oppervlakten aan bestaande uit: Oude Pinus-aanplantingen met ondergroei van struiken, gecombineerd met zeer arm zuur eikenbos (Pmb + Qb); Gesloten Pinus-aanplantingen (Pa); Loofhoutaanplantingen met jonge Pinus-aanplanting (N+Pi) Heide met dominantie van pijpestrootje en zeer arm zuur eikenbos (Cm+ Qb).

De biologisch zeer waardevolle zones zijn vnl de zones met Zeer arm zuur eikenbos (Qb)

De bebouwing in het domein werd aangeduid als bebouwing in landbouwgebied (Ur), voor wat betreft de hoeven en als minder dichte bebouwing met natuurlijke begroeiing (Un), voor wat betreft de recentere woningen.

Landschapsarchitectuur en flora

Het eigenlijke park, centraal gelegen in het domein Bunge en voor het grootste gedeelte omgeven door grachten, is aangelegd in Engelse landschapsstijl.

Overal in Europa stond tot diep in de 18de eeuw uitsluitend de formele tuin met zijn geometrische vormen in de belangstelling. Nadat de formele aanleg de grenzen van zijn mogelijkheden bereikt had, volgde de landschapsstijl met zijn natuurlijke en schilderachtige composities. Tot het begin van de 20ste eeuw bleef de landschapsstijl voortbestaan voor de grotere parken. In tegenstelling met de beginperiode greep men voor de directe omgeving van het gebouwencomplex terug naar de formele tuin, die door zijn geometrische vormen goed bij de architectuur van de gebouwen aansloot.

De beplantingen werden gedurende de ontwikkeling van deze landschapsstijl gevarieerder en vooral exotischer.

Bovendien moest 'de kunst als kunst herkenbaar zijn', m.a.w. een landschapspark mocht niet in de omringende natuur overgaan. Men bereikte dit door boomsoorten te gebruiken die in het natuurlijk landschap minder voorkomen.

Door de eigenaars van het domein Oude Gracht werden destijds dan ook volgende park- en exotische boomsoorten aangeplant, teneinde de luister van het domein te vergroten en de bezoeker te overbluffen. Volgende soorten zijn of waren terug te vinden in het domein; treurbeuk; Gele pavia; Trompetboom; Californische cipres; Bruine beuk; Tilia petiolaris DC.; Bergiep; Acer pseudoplatanus cv. 'Atropurpureum'; Japanse sierkers; Malus floribunda Vanh.; Crataegus laevigata cv. 'Paul's Scarlet' (Paul); Amandelboompje; Prunus cerasifera cv. 'Atropurpurea' Ehrh.; Tulpenboom; Moerascypres; Fraxinus excelsior cv. 'Aspleniifolia' L.; Himalaya ceder; Blauwe douglas; Acer negundo subsp. californicum; Gouden regen; Amerikaanse es;Zomerlinde; Winterlinde; Ulmus carpinifolia Gled.; Wilgbladige eik; Valse christusdoorn; Amberboom; Japanse noteboom; Gewone zilverspar, Westelijke hemlockspar; Tamme kastanje; Gewone plataan; Parasolden; Wintereik; Witte paardekastanje; Magnolia x soulangiana Soul. en Magnolia acuminata (L.)L.

Op de natte tot matig droge zandgrond en de natte lemige zandgrond, gelegen binnen de eigenlijke omgrachting van het domein 'Oude Gracht', treft men naast de reeds beschreven aanleg van het eigenlijke park, matig bemeste graslanden op vochtige, natte en droge grond aan.

Voornoemde vegetatietypen worden afgewisseld met zeer gesloten bosstructuren en dreven, welke gedeeltelijk aangeplant werden in functie van de eigenlijke parkaanleg:

De vegetatie in en rond de vijvers en grachten, gelegen rond het centrale gedeelte van het park, kan onderverdeeld worden in vegetaties van voedselrijke wateren, verlandingsvegetaties in matig voedselrijke, stagnerende ondiepe tot diepe wateren en verlandingsvegetaties in voedselrijke, periodiek droogvallende wateren.

De vegetatie van het beboste gedeelte, gelegen in het noord westelijk en noordelijk gedeelte van het voorgestelde landschap, op matig natte tot natte zandleemgronden bestaat vooral uit aanplanten van naaldhout. Dit sterk beboste gedeelte, met de dominantie van adelaarsvaren, vormt, landschappelijk gezien, een geslaagde overgang naar het weiland binnen de eigenlijke omgrachting.

In de zuid oostelijke richting, ten zuiden van de Oudegrachtse beek met inbegrip van de Eikelenbergheide is het landschap, in tegenstelling tot het eigenlijke parkgedeelte, meer grootschalig.

Dit gedeelte van het gebied omvat :

  • een zeer soortenarm grasland met belangrijk drevencomplex tegen de 'Nieuwe beek', op matig droge tot natte zandgronden.
  • een tweede zeer uitgestrekt weidegebied in het zuiden van het voorgestelde landschap, aansluitend op het eigenlijke parkgedeelte (hoevecomplex dienstwoningen).
  • een sterk bebost gedeelte dat sporadisch wordt afgewisseld met kleinere akkers en weiden strekkende vanaf de Oude Mishagenbeek tot tegen het Oude Eikelberghof.

Het noorden van het gebied, aansluitend op voornoemd grootschalig landschap, bestaat uit het natuurgebied 'De Uitlegger', dat beheerd wordt door het Agentschap Natuur en Bos van de Vlaamse Gemeenschap.

Het gedeelte tussen het eigenlijke park en het educatief uitgewerkte wandelpad, langsheen de kunstmatige heuvelrug en dito waterpartij, werd bijna uitsluitend opgeplant met Grove den (Pinus sylvestris L.).

Cultuurhistorisch landschap

Toponymisch gaat de naam "Oude Gracht" terug tot 1620, hij verwijst naar een "gegraven waterleiding".

In het begin van de jaren 1700 stellen we vast dat een gebied van 71 bunders en gelegen langsheen de Mishagenstraat en de Oude Grachtse weg, toebehoorden aan 'Mishagen', terwijl andere kleinere en grotere percelen op naam stonden van een vijftigtal eigenaars.

Tussen Eikelenberg en Oude Gracht bevinden zich een twintigtal 'huysinge en steden'. Een van die steden aan de noordkant van de Oude Grachtweg, de CLARISSEHOEVE, was in 1713 eigendom geworden van Anna Cornelia Van Soest, begijn te Antwerpen, als deel van de nalatenschap van wijlen haar vader.

In 1767 vermaakt zij haar bezittingen gedeeltelijk over aan haar nicht Maria Van Busdom, weduwe Van Bleeuwen en een tweede maal gehuwd met Stephanus Willems en gedeeltelijk aan Maria Theresia Van Bleeuwen, dochter van vorige.

De familie Moretus

Op 25 februari 1780 verkocht Maria Theresia Van Bleeuwen, echtgenote van Sieur Georges Laudaens, juwelier te Antwerpen, een zeer groot domein gelegen op de Oude Gracht aan jonker Paulus Francis Josephus Moretus, ingezetene van Antwerpen en afstammeling van Jan Moretus (Moerentorf).

Dit domein besloeg een totale oppervlakte van 11 bunderen en 242 1/2 roeden, genaamd "Claerisse ende Ruyters Guyshoeve", gelegen te Ekeren tegen de baan op de Oude Gracht, voorkomend op de figuratieve kaart van landmeter Peter Stijnen dd. 04 juni 1776, .

De familie Van den Berghe

In 1803 werd de parochie 'Brasschaat' opgericht bij decreet van de Préfect van het departement der Twee Nethen; in deze Napoleontische tijd was het dorp inderdaad een deel van Frankrijk. In dit decreet werd gesteld dat de grens van de nieuwe parochie liep "doorheen het eigendom van de heer Van den Berghe en langs de lange laan van de heer Moretus naar het domein Donck" (hiermee werd een groot domein bedoeld, thans verkaveld in grote en kleine percelen en gelegen tussen de Oude Gracht en de huidige Koningin Astridlaan).

Met deze eigenaar werd François Van den Berghe bedoeld, gehuwd met Maria Thérèse De Knyff en afkomstig van 's Hertogenbosch.

Baron Osy de Zegwaert

In 1870 verkochten de erfgenamen van Henriëtte Moretus het domein van Hoogboom aan Baron Eduard Osy de Zegwaert, gouverneur van de provincie Antwerpen, voor de som van 659.580 Fr. Hij liet rond 1880 het oude hof van plaisantie afbreken om iets noordelijker een nieuw neo renaissancistisch kasteeltje te bouwen.

Baron Eduard Osy de Zegwaert was voor Hoogboom een weldoener; het is dank zij hem dat de parochie St. Jozef en Hoogboom een eigen kerk kreeg. Nu nog is de naam Osy de Zegwaert een bekende klank in Hoogboom. Getuige hiervan zijn de "obiits" met het wapenschild van de Osy's welke nog steeds in de kerk hangen; het balkon links vooraan op het koor en de grafkelder op het kerkhof.

Na het overlijden van de baron verkochten de erfgenamen, (drie zonen en vier dochters) het grootste gedeelte van het domein, 265 ha, aan de n.v. LAETITIA CAMPESTRIS en nadien tussen 10 juni en 29 september van datzelfde jaar nogmaals 27 ha. Wat overblijft wordt door de erfgenamen Osy zelf ingekocht of aan derden overgemaakt.

De familie Bunge

Alle aandelen uit voornoemde n.v. worden in 1913 overgenomen door de industrieel, Eduard Bunge, die zijn domein Calesberghe te Schoten zou verlaten om zich te vestigen in Hoogboom. Op dat ogenblik bedroeg de oppervlakte 292 ha, waarvan 132 ha op het grondgebied van Brasschaat en 160 ha op het grondgebied van Ekeren.

De heer Eduard Gustave Bunge werd geboren te Antwerpen op 16 oktober 1851 als zoon van Carl Gustav Bunge en Laura Maria Fallenstein von Meuhlen. In 1885 huwde Eduard te Antwerpen Sophie Marie Karcher, geboren te Le Havre op 3 juli 1863.

Het kasteel genaamd "LAETITIA CAMPESTRUS", wordt door de heer Bunge betrokken op 1 juni 1914. E. Bunge was van 1885 tot 1927 voorzitter van de maatschappij N.V. Bunge gesticht door zijn vader in 1850 en gelegen aan de Arenbergstraat 21. Deze maatschappij dreef handel met de hele wereld, maar vooral met Zuid-Amerika. Deze werkzaamheden waren voor Eduard Bunge evenwel geen belemmering om actief bekommerd te zijn met het lot van de gewone mensen die op zijn domein werkten en met de ellende en de noden elders.

Tijdens de oorlog 1914 18 is de Oude Gracht eveneens het centrum van een grootscheepse hulpverlening aan de door de oorlog getroffen bevolking. Uit Amerika worden scheepsladingen vol met voeding, geneesmiddelen en kleding aangevoerd naar het verarmde en beproefde België. Een staf van medewerkers uit het buitenlandse Rode Kruis, waarvan er een aantal op het kasteel verblijven, zorgt voor de distributie in de steden.

In de uitgestrekte weiden van Oude Gracht worden honderden koeien uitgezet en extra stallen gebouwd om de dieren onderdak te verschaffen.

Eduard Bunge en de Oude Gracht... De zorg voor zijn domein is een geliefkoosde ontspanning en een geschikte afwisseling voor de zware verantwoordelijkheid van het zakenleven.

Het domein heeft echter veel te lijden gehad van het oorlogsgeweld en de gevolgen hiervan zijn nog steeds zichtbaar. In 1914 1918 werden er loopgrachten gegraven en niet minder dan 48 bunkers gebouwd. Achter de loopgrachten werden alle bomen en struikgewassen geveld zodat de soldaten vrij uitzicht hadden op de aanstormende vijanden. Op mooie dagen en bij helder weer kon men zelfs de kerktoren van Putte zien. Het struikgewas en de bomen werden na de oorlog weer aangeplant, maar van de 48 bunkers werden er slechts negen terug afgebroken.

In de jaren 1921 1922 werd het park grotendeels herzien en hersteld, waarbij wegen werden verlegd en vijvers en waterlopen werden bijgegraven. De ruim veertig betonnen bunkers die tijdens de oorlog 1914 18 gebouwd werden, verdwenen bij deze aanleg grotendeels onder het zand en gaven het ontstaan aan een kunstmatige heuvelrug met ernaast de waterpartijen van het uitgegraven zand. De aanleg was zo opgevat dat het kasteel op een eiland van ongeveer 42 ha kwam te staan. Het "binnengoed", zoals het eilandje algemeen wordt genoemd, was en is nog steeds bereikbaar over acht bruggen waarvan zeven houten plus de stenen brug aan de hoofdweg naar het kasteel. Deze heraanleg gaf het ontstaan aan het huidige waardevolle landschapspark. Tussen 1923 en 1927 had de heer Bunge de oppervlakte van zijn domein vergroot tot 446 ha. Voor het onderhoud van de parken, het werk op de boerderij en de velden, het onderhouden en bijbouwen van dienstwoningen, had de heer Bunge ongeveer honderd mensen in dienst. Het is dank zij de heer Bunge, die een verwoed "polospeler" was, dat het "Poloplein" in 1921 tot stand kwam op de nieuw verworven gronden. Het aanleggen van het plein gebeurde volledig met losse graszoden welke gestoken werden uit de polderdijken en aangebracht werden door verschillende boeren uit onze inmiddels verdwenen polderdorpen. Het poloplein heeft in de tweede wereldoorlog een belangrijke rol gespeeld als vliegveld voor de Duitsers. Van toen dateert de betonnen baan die half rond het plein loopt. Op verschillende plaatsen bemerken we nu nog uitschieters waar vliegtuigboxen hebben gestaan voor de Duitse vliegtuigen.

Eduard Bunge stierf op 18 november 1927 en kreeg zijn laatste rustplaats achteraan op het kerkhof van Hoogboom. Zijn domein werd verdeeld tussen vier van zijn vijf dochters, Erica, Eva Maria, Hilde en Sophie Laura.

Erica gehuwd met Milton McIntyre Brown erfde het kasteel samen met 123 ha park en zouden het vanaf 1930 bewonen, voorheen woonden zij op Eikelenberg. In 1939 week het gezin echter uit, waarna zij het kasteel niet meer zouden terugzien, doordat het ten gevolge van opgelopen oorlogsschade, in een dergelijk vervallen toestand was geraakt dat het rond het midden der jaren 50 afgebroken werd. De grondvesten bleven evenwel ter plaatse. In 1969 werd een oppervlakte van ongeveer 80 ha, dat toebehoorde aan de heer Milton Brown en gelegen was langsheen het anti tankkanaal, verkocht aan de heer Karel Hens. Dit stuk van de Oude Gracht werd door ingewijden steeds 'Siberië' geheten wegens de noordelijke ligging In 1982 zou opnieuw een verdeling plaatsvinden van de eigendom Brown, waarbij de eigendom verdeeld werd over een tiental eigenaars. De verkoopakte bepaalt evenwel dat niets aan de oorspronkelijke toestand mag worden gewijzigd.

Eva (gehuwd met Andrew James Widderson) erfde het huidige 'Oud-Eikelenberg' met 70 ha park en verkocht het door aan de familie Bracht die het ging bewonen

Hilda (gehuwd met William Hallam Tuck), erfde de Meersse bossen en de Koude Heide samen 65 ha groot. Rond 1960 verkocht zij 20 ha aan Karel Hens die tevens andere delen in gebruik nam voor zijn veevoederbedrijf.

Sophie (gehuwd met Felix Rhodius) erfde het gedeelte Struyen nabij de Heidestraat goed voor 46 ha en liet een gedeelte ervan verkavelen.

Dora (gehuwd met Victor Théodore Bracht) kreeg het kasteel 'Calinckxberge' te Schoten en deelde niet mee in de verdeling van de Oude Gracht.

Deze verdeling heeft aan het uitzicht en het karakter van het gebied weinig of niets veranderd. Zoals Eduard Bunge het domein zijn uitzicht gegeven heeft, zo is het ook bewaard gebleven. Enkel het kasteel is verdwenen.

In 1983 werd een belangrijk deel van het domein gelegen in het zogenaamde Siberië en 90 ha groot aangekocht door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap uit handen van de familie Hens. Het kreeg de naam "De Uitlegger". Het beheer gebeurt er door de afdeling "Bos en Groen" aan de hand van een goedgekeurd beheersplan.

Het centrale deel van de Oude Gracht, waar het vroegere kasteel stond is in beheer en eigendom van N.V. De Oude Gracht, dat eveneens over een goedgekeurd beheersplan voor haar gebied beschikt. Het overige gedeelte met de hoeven behoort toe aan verschillende eigenaars.

Bespreking op basis van de historische kaarten en ander kaartmateriaal
De kabinetskaart van de Ferraris (ca. 1777)

Het centrum van het huidige domein kan men op deze kaart terugvinden als het gehucht "Oude Gracht", dit gehucht wordt gevormd door een aantal verspreide hoeven en hun aanhorigheden langsheen de huidige weg Oude Gracht, waarbij hun inplantingsplaats grotendeels overeenkomt met deze van de heden nog aanwezige gebouwen langs deze weg.

Het grondgebruik in de omgeving van deze hoeven wordt gekenmerkt door een complex patroon van akkers omgeven met hagen, enkele sparrenbossen en de aanwezigheid van verbindingsdreven. Verder weg van deze hoeven bestaat het landschap uit heide. In een strook zuidelijk van de weg Oude Gracht en aan de huidige toegang van het domein op de kruising van de Oude Gracht met de Hoogboomsteenweg treft men aanplantingen aan van hoogstammig hout.

De herkenbare wegen rond het domein zijn de Hoogboomsteenweg, de straat Mishagen, de reeds vernoemde Oude Gracht en de qua ligging nog iets afwijkende Heidestraat-Zuid.

Een gedeelte van de percelering weerspiegelt zich heden nog steeds in de huidige structuur van het landschap, evenals de aanwezigheid van de Bunderbeek

De historische kaart van Van der Maelen (1854)

Ten tijde van Van der Maelen bleef de beboste oppervlakte plus minus status-quo, vermits het aantal nieuwe bosjes vooral beperkt bleef tot enkele bosjes langs de straat Mishagen. Het grondgebruik op de kaart werd aangeduid als bos, met voornamelijk dennenbos 'bois de sapin' en heide 'bruyère' voor de rest van het gebied.

Sommige van de bestaande gebouwen langsheen de dreef Oude Gracht kregen een naam, zoals nl. 'Roskam', 'den Uytlegger Cab.' (afk. cabane) en 'Chateau Oude Gracht'.

Het kasteel waarvan op dat moment sprake is betreft het kasteel dat in 1880 werd afgebroken en gesitueerd langs de Oude Gracht nabij een dreef die voor de verbinding zorgde met de Hoogboomsteenweg. Rond dit kasteel was reeds een parkaanleg op te merken aangelegd volgens de toen heersende mode in de tuinkunst nl. formele tuin met geometrische vormen in de omgeving van het kasteel, aansluitend op een meer landschappelijkere aanleg in het noorden met paden en een vijver waarbij deze laatste deel uitmaakt van de Bunderbeek.

Inzake het stratenpatroon is de aanpassing van de Heidestraat-Zuid tot de huidige rechtlijnige weg op te merken.

De militair geografische kaart (1895)

Cappellen, blad VII 8

Op deze kaart merkt men het nieuwe kasteel 'Oude Gracht' daterende van 1880, met haar nieuwe toegangsdreef en haar eromliggende park, alsook de parkaanleg rond de woning 'Eikelenberg'. Een nieuw gegeven inzake bebouwing is eveneens de aanwezigheid van de kerk aan de toegang van het huidige domein.

De parkaanleg in de directe omgeving van het kasteel 'Oude Gracht' bleef formeel en sloot aan op het naar achter gelegen park, aangelegd in landschapsstijl, dat nu merkelijk in omvang was toegenomen. Volgens de N.G.I. kaart werden de boomgroepen aangeplant in een bepaald patroon, nl. in een vloeiende lijn, overgaand in het noordelijk gedeelte in een cirkel. Rond de vijver, gelegen achteraan op het perceel, is een strook opengelaten. Deze parkaanleg is evenwel nog niet deze die door de heer Bunge zou verwezenlijkt worden, maar was wel reeds de aanzet voor het huidige landschapspark.

Als bijgebouwen behorend tot het kasteel kan men in het zuidwesten de nog bestaande tuinierswoning terugvinden met een oranjerie.

Inzake het bodemgebruik in het domein merkt men dat rond de hoeven nog steeds akkers en weilanden aanwezig zijn, maar dat de beboste oppervlakte sterk is toegenomen, waarbij de massale naaldhoutaanplantingen in de kempen rond de eeuwwisseling, hier ook hun stempel op het landschap hebben gedrukt door de aanwezigheid van hoofdzakelijk naaldhoutbossen. Wat de heide betreft, deze is nog beperkt aanwezig en is in het noorden van het landschap omgezet naar bosheide.

De topografische kaarten van het Nationaal Geografische Instituut uit 1981-1982 en de luchtfoto's uit 1990

Deze documenten geven het beeld weer van het huidige domein, zoals het door de heer Bunge werd aangelegd, als landschappelijk park, met vijvers, hoeven en met een poloplein.

Aangaande de bebouwing in het domein is hoofdzakelijk de uitbreiding rond de hoeven op te merken, de bouw van het rustoord aan de toegang van het domein, de bouw van de villa in het gedeelte van de uitlegger en de verdwijning van het kasteel.

Andere kenmerkende elementen op deze kaart zijn het in 1940 gebouwde anti-tankkanaal die de noordelijke hoek van het domein scheidt van het oorspronkelijke domein en de militaire spoorweg tussen het Fort van Brasschaat en het Kamp van Kapellen, die eveneens in het noorden het domein doorkruist.

Archeologie

In het domein bevinden zich geen gekende archeologische sites, maar de hogere delen langs de verschillende beken zijn mogelijk interessant voor laatpaleothicum en mesolithicum. Op de bodemkaart zijn grote oppervlaktes hier als podzol ingekleurd, vaak onder bos, waardoor de bodem en de sites hier ook goed bewaard zouden kunnen zijn. De nog aanwezige resten van het kasteel en andere bebouwing dienen bij werkzaamheden nog in kaart gebracht te worden.

Bouwkundige erfgoed

Het Kasteel Oude Gracht werd afgebroken in de jaren 1950. Verspreid over het domein zelf bevinden zich verschillende gebouwen en constructies met erfgoedwaarde waaronder een boothuis, bruggen, poorten en dienstgebouwen:

De Oude Gracht en het dorp Hoogboom zijn een typisch voorbeeld van de gezamenlijke evolutie van een dorp en het bijhorende kasteeldomein. Zowel kerk, school als klooster zijn gebouwen die in opdracht van de kasteelheer werden gebouwd en geschonken aan de parochie of kloostergemeenschap:

In Brasschaat was er de omhaagde hoeve horend bij het domein Eikelenberg met ijzeren toegangspoort met opschrift "Oud Eikelenberg". Verder hoevecomplex in cottagestijl en hoeve in cottagestijl en een boerenwoning.

  • Informatie verkregen van Antwerpse Mycologische Kring.
  • Informatie verkregen van Jeugdbond voor Natuurstudie en Milieubescherming.
  • Archief Onroerend Erfgoed Antwerpen, xxx, Domein Oude Gracht, beschermingsdossier (J. De Clippel J, 2000).
  • AMINAL. 1984: Beheersplan: Staatsbos "De Uitlegger", s.l.
  • AMINAL. s.d.: Afdeling Bos en Groen Brochure "De Inslag - De Uitlegger", s.l.
  • BELLENS F. 1980: Van kastelen en domeinen. Brasschaat van heidegrond tot parkgemeente, Brasschaat.
  • DE HASQUE J. 1990: De Antitankgracht te Antwerpen, Antwerpen.
  • DE LANGHE J.E., DELVOSALLE L., DUVIGNEAUD J. & VANHECKE L. 1995: Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en de aangrenzende gebieden: pteridofyten en spermatofyten, Meise.
  • DELAUNOIS H. & STENUIT J. 1960: Inventaris van de landschappen, Brussel.
  • HOBONIA. 1982: De Oude Gracht, s.l.
  • MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, ADMINISTRATIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING EN LEEFMILIEU, BESTUUR VOOR MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN. 1985: Bouwen door de eeuwen heen: inventaris van het cultuurbezit in België architectuur. 10n1 (A-He) Provincie Antwerpen, arrondissement Antwerpen, Gent.
  • MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, ADMINISTRATIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING EN LEEFMILIEU, BESTUUR VOOR MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN. 1985: Bouwen door de eeuwen heen: inventaris van het cultuurbezit in België architectuur. 10n2 (Ho-Ra) Provincie Antwerpen, arrondissement Antwerpen, Gent.
  • MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, AFDELING MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN. 2001: Atlas van de relicten van traditionele landschappen in Vlaanderen (Landschapsatlas), cd-rom, Brussel.
  • N.V. OUDE GRACHT P. & POSTHUMA C. 1995: Beheersplan van landgoed "de Oude Gracht", s.l.
  • Biologische waarderingskaart, versie 2, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, toestand 2003, schaal 1:3000, kaartbladen 7/8 (Kapellen).
  • Bodemkaart van België, Centrum voor Bodemkartering, uitgegeven tussen 1950-1975, schaal 1:20.000, kaartblad 15E (Kapellen).
  • De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Jozef Jean François de Ferraris, opgesteld tussen 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000, kaartblad 88 (Capelle). Koninklijke Bibliotheek van België, http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html.
  • Eurosense. 1990: Orthofotoplan, schaal 1:10.000, kaartbladen 7/8/1 (Kapellen) en 7/8/2 (Brasschaat).
  • Gewestplan Antwerpen, Staatsssecretariaat voor de Nederlandse gemeenschap en het Vlaams gewest, Streekeconomie Ruimtelijke Ordening, uitgegeven in 1979, schaal 1:10.000, kaartblad 7/8 (Brasschaat).
  • Kaart van België, Nationaal Geografisch Instituut, uitgegeven vanaf 1976, schaal 1:10.000, kaartblad 7/8 (Brasschaat).
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven tussen 1846-1854, schaal 1:20.000, kaartblad 3/7 (Capellen).
  • Topografische kaarten van België, Krijgsdepot: Eerste editie uitgegeven tussen 1865-1880, schaal 1:20.000. Herziening, Militair Cartografisch Instituut: tweede uitgave, 1880-1884, derde uitgave 1889-1900 en herziening derde uitgave 1900-1930, schaal 1:20.000, kaartblad 7/8 (Capellen). (Lemoine-Isabeau, 1988).
  • Wegenkaart Provincie Antwerpen, Geocart, toestand 1983, schaal 1:100.000.

Bron: Aanduidingsdossier ankerplaats 'Domein Oude Gracht te Brasschaat en Kapellen', definitieve aanduiding 13/09/2011. Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs:  de Haan, Aukje; Artois, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: de Haan A. & Artois D. 2022: Domein Oude Gracht [online], https://id.erfgoed.net/teksten/369695 (geraadpleegd op ).


Domein Oude Gracht te Brasschaat en Kapellen (aanduidingsdossier) ()

Fysische geografie

Geologische opbouw

Het geologisch substraat over het gehele gekarteerde gebied bestaat uit de zogenaamde Kempische klei, die ontstonden gedurende het Pleistoceen.

Naast zuivere kleilagen komen in deze afzettingen talrijke grove zandlenzen voor en zelfs grindlaagjes. In de late perioden van het Pleistoceen werd deze afzetting sterk geërodeerd, terwijl de zandige lagen door kryoturbatie verschijnselen en door verspoeling sterk met de klei werden vermengd.

De klei zandige ondergrond is dikwijls bedekt met een leemhoudende, laat Pleistocene afzetting. De niveo fluviatiele afzetting is van het recenter opgestoven dekzand gescheiden door een residuair grindlaagje. Op het pleistoceen materiaal werd nooit een duidelijke begroeiingshorizont aangetroffen. Beide vaststellingen wijzen erop dat het Pleistoceen sterk geërodeerd werd.

Geomorfologie en bodemgesteldheid

Het grootste gedeelte van het gebied bestaat uit middelmatige zandgronden, met een duidelijke humus of/en ijzer B horizont en een kleinere oppervlakte lemige zandgronden. Beide types gronden worden gekenmerkt door hoofdzakelijk matig natte tot natte gronden. De drogere gronden in het domein betreffen de weilanden in de omgeving van de hoeven en voor een deel in de Eikelenbergheide.

Door de parkaanleg en vijveraanleg die het landschap kenmerkt komen in het gebied een groot aantal vergraven terreinen voor. Deze situeren zich in hoofdzaak rond de parkaanleg van het kasteel "Oude Gracht" en "Eikelenberg, alsook in de omgeving van enkele recentere woningen in het domein, waaronder in "De Uitlegger".

Topografie, hydrografie en gebruik

Het landschap wordt gekenmerkt door een vlak reliëf, waarbij de waterafvoer gebeurt via evenwijdig stromende beken die in zuidwestelijke richting afwateren, waaronder de "Bunderbeek", de "Oudegrachtse beek", de "Nieuwebeek" en de "Oude Mishagenbeek".

Door het beperkte reliëfverschil en de aanwezigheid van een watertafel op de kleiige ondergrond is de waterafvoer beperkt, waardoor hoofdzakelijk nattere gronden voorkomen in het gebied.

Het bodemgebruik bestaat grotendeels uit parkaanleg en bebossing, met in hoofdzaak naaldhoutaanplantingen op de matig natte tot natte gronden, gekoppeld aan enkele weilanden op de drogere delen in de omgeving van de hoeven. De landbouwactiviteit in het gebied is in vergelijking tot de tijdens de eerste wereldoorlog sterk verminderd, doch de weiden werden bewaard als wezenlijk onderdeel van het landschapspark. De weiden en enkele akkers worden momenteel verhuurd aan lokale boeren, en worden gebruikt om koeien en paarden te laten grazen.

Biologische gegevens
Biologische waardering

Fytogeografisch is het domein gelegen in het Kempisch district, dat gekenmerkt wordt door quartaire zandafzettingen.

Het voorgestelde landschap werd op de biologische waarderingskaart van België, aangeduid als biologisch zeer waardevol en biologisch waardevol. In vergelijking tot de BWK1 zijn er nu meerdere percelen met een waardering van geringe biologisch waarde. Het betreft hier vnl. de poloterreinen en enkele weilanden die in beide BWK’s omschreven worden als soortenarm cultuurgrasland, maar in de recentste versie een lagere quotering krijgen dan in de eerste versie.

In de teksten bij het kaartmateriaal wordt het gebied omschreven als een groot en bijna ongeschonden kasteelpark dat een erg bosrijk groengebied vormt met een redelijk hoge biologische waarde. Het kasteelpark wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk naaldhoutbossen en arme loofhoutbossen met rododendronstruiken als onderbegroeiing. Deze bossen worden doorsneden door brede dreven en worden gekenmerkt door de aanleg van typische kasteelparkgrachten en onderhouden graslandjes, alsook door de aanwezigheid van erg oude exotische bomen.

De vegetatietypes in het gebied worden op de kaart aangeduid als:

Kasteelpark (Kpk), in de omgeving van het vroegere kasteel 'Oude Gracht' en rond 'Eikelenberg; Park (Kp) en Eutrofe plassen (Ae) in de omgeving van de vijvers en parkaanleg; Zeer soortenarm weiland (Hx), op het polo-plein en in de omgeving van de villa bij 'De Uitlegger'; Zeer soortenarm weiland met bomenrijen (Hx+Kb(q)) en akkers op zand (Bs), op de weilanden en akkers rond de hoeven.

De bossen in het domein worden voor het grootste deel omschreven als: Oude-Pinus-aanplantingen met ondergroei van struiken (Pmb); Oude Pinus-aanplantingen met ondergroei van hoge struiken en grassen (Pmb+Pmh) Oude Pinus-aanplantingen met ondergroei van grassen (Pmh).

Naast deze overheersende bostypes treft men ook enkele kleinere beboste oppervlakten aan bestaande uit: Oude Pinus-aanplantingen met ondergroei van struiken, gecombineerd met zeer arm zuur eikenbos (Pmb + Qb); Gesloten Pinus-aanplantingen (Pa); Loofhoutaanplantingen met jonge Pinus-aanplanting (N+Pi) Heide met dominantie van pijpestrootje en zeer arm zuur eikenbos (Cm+ Qb).

De biologisch zeer waardevolle zones zijn vnl de zones met Zeer arm zuur eikenbos (Qb)

De bebouwing in het domein werd aangeduid als bebouwing in landbouwgebied (Ur), voor wat betreft de hoeven en als minder dichte bebouwing met natuurlijke begroeiing (Un), voor wat betreft de recentere woningen.

Landschapsarchitectuur en flora

Het eigenlijke park, centraal gelegen in het domein Bunge en voor het grootste gedeelte omgeven door grachten, is aangelegd in Engelse landschapsstijl.

Overal in Europa stond tot diep in de 18de eeuw uitsluitend de formele tuin met zijn geometrische vormen in de belangstelling. Nadat de formele aanleg de grenzen van zijn mogelijkheden bereikt had, volgde de landschapsstijl met zijn natuurlijke en schilderachtige composities. Tot het begin van de 20ste eeuw bleef de landschapsstijl voortbestaan voor de grotere parken. In tegenstelling met de beginperiode greep men voor de directe omgeving van het gebouwencomplex terug naar de formele tuin, die door zijn geometrische vormen goed bij de architectuur van de gebouwen aansloot.

De beplantingen werden gedurende de ontwikkeling van deze landschapsstijl gevarieerder en vooral exotischer.

Bovendien moest 'de kunst als kunst herkenbaar zijn', m.a.w. een landschapspark mocht niet in de omringende natuur overgaan. Men bereikte dit door boomsoorten te gebruiken die in het natuurlijk landschap minder voorkomen.

Door de eigenaars van het domein Oude Gracht werden destijds dan ook volgende park- en exotische boomsoorten aangeplant, teneinde de luister van het domein te vergroten en de bezoeker te overbluffen. Volgende soorten zijn of waren terug te vinden in het domein; treurbeuk; Gele pavia; Trompetboom; Californische cipres; Bruine beuk; Tilia petiolaris DC.; Bergiep; Acer pseudoplatanus cv. 'Atropurpureum'; Japanse sierkers; Malus floribunda Vanh.; Crataegus laevigata cv. 'Paul's Scarlet' (Paul); Amandelboompje; Prunus cerasifera cv. 'Atropurpurea' Ehrh.; Tulpenboom; Moerascypres; Fraxinus excelsior cv. 'Aspleniifolia' L.; Himalaya ceder; Blauwe douglas; Acer negundo subsp. californicum; Gouden regen; Amerikaanse es;Zomerlinde; Winterlinde; Ulmus carpinifolia Gled.; Wilgbladige eik; Valse christusdoorn; Amberboom; Japanse noteboom; Gewone zilverspar, Westelijke hemlockspar; Tamme kastanje; Gewone plataan; Parasolden; Wintereik; Witte paardekastanje; Magnolia x soulangiana Soul. en Magnolia acuminata (L.)L.

Op de natte tot matig droge zandgrond en de natte lemige zandgrond, gelegen binnen de eigenlijke omgrachting van het domein 'Oude Gracht', treft men naast de reeds beschreven aanleg van het eigenlijke park, matig bemeste graslanden op vochtige, natte en droge grond aan.

Voornoemde vegetatietypen worden afgewisseld met zeer gesloten bosstructuren en dreven, welke gedeeltelijk aangeplant werden in functie van de eigenlijke parkaanleg:

De vegetatie in en rond de vijvers en grachten, gelegen rond het centrale gedeelte van het park, kan onderverdeeld worden in vegetaties van voedselrijke wateren, verlandingsvegetaties in matig voedselrijke, stagnerende ondiepe tot diepe wateren en verlandingsvegetaties in voedselrijke, periodiek droogvallende wateren.

De vegetatie van het beboste gedeelte, gelegen in het noord westelijk en noordelijk gedeelte van het voorgestelde landschap, op matig natte tot natte zandleemgronden bestaat vooral uit aanplanten van naaldhout. Dit sterk beboste gedeelte, met de dominantie van adelaarsvaren, vormt, landschappelijk gezien, een geslaagde overgang naar het weiland binnen de eigenlijke omgrachting.

In de zuid oostelijke richting, ten zuiden van de Oudegrachtse beek met inbegrip van de Eikelenbergheide is het landschap, in tegenstelling tot het eigenlijke parkgedeelte, meer grootschalig.

Dit gedeelte van de ankerplaats omvat :

  • een zeer soortenarm grasland met belangrijk drevencomplex tegen de 'Nieuwe beek', op matig droge tot natte zandgronden.
  • een tweede zeer uitgestrekt weidegebied in het zuiden van het voorgestelde landschap, aansluitend op het eigenlijke parkgedeelte (hoevecomplex dienstwoningen).
  • een sterk bebost gedeelte dat sporadisch wordt afgewisseld met kleinere akkers en weiden strekkende vanaf de Oude Mishagenbeek tot tegen het Oude Eikelberghof.

Het noorden van de ankerplaats, aansluitend op voornoemd grootschalig landschap, bestaat uit het natuurgebied 'De Uitlegger', dat beheerd wordt door het Agentschap Natuur en Bos van de Vlaamse Gemeenschap.

Het gedeelte tussen het eigenlijke park en het educatief uitgewerkte wandelpad, langsheen de kunstmatige heuvelrug en dito waterpartij, werd bijna uitsluitend opgeplant met Grove den (Pinus sylvestris L.).

Cultuurhistorisch landschap

Toponymisch gaat de naam "Oude Gracht" terug tot 1620, hij verwijst naar een "gegraven waterleiding".

In het begin van de jaren 1700 stellen we vast dat een gebied van 71 bunders en gelegen langsheen de Mishagenstraat en de Oude Grachtse weg, toebehoorden aan 'Mishagen', terwijl andere kleinere en grotere percelen op naam stonden van een vijftigtal eigenaars.

Tussen Eikelenberg en Oude Gracht bevinden zich een twintigtal 'huysinge en steden'. Een van die steden aan de noordkant van de Oude Grachtweg, de CLARISSEHOEVE, was in 1713 eigendom geworden van Anna Cornelia Van Soest, begijn te Antwerpen, als deel van de nalatenschap van wijlen haar vader.

In 1767 vermaakt zij haar bezittingen gedeeltelijk over aan haar nicht Maria Van Busdom, weduwe Van Bleeuwen en een tweede maal gehuwd met Stephanus Willems en gedeeltelijk aan Maria Theresia Van Bleeuwen, dochter van vorige.

De familie Moretus

Op 25 februari 1780 verkocht Maria Theresia Van Bleeuwen, echtgenote van Sieur Georges Laudaens, juwelier te Antwerpen, een zeer groot domein gelegen op de Oude Gracht aan jonker Paulus Francis Josephus Moretus, ingezetene van Antwerpen en afstammeling van Jan Moretus (Moerentorf).

Dit domein besloeg een totale oppervlakte van 11 bunderen en 242 1/2 roeden, genaamd "Claerisse ende Ruyters Guyshoeve", gelegen te Ekeren tegen de baan op de Oude Gracht, voorkomend op de figuratieve kaart van landmeter Peter Stijnen dd. 04 juni 1776, .

De familie Van den Berghe

In 1803 werd de parochie 'Brasschaat' opgericht bij decreet van de Préfect van het departement der Twee Nethen; in deze Napoleontische tijd was het dorp inderdaad een deel van Frankrijk. In dit decreet werd gesteld dat de grens van de nieuwe parochie liep "doorheen het eigendom van de heer Van den Berghe en langs de lange laan van de heer Moretus naar het domein Donck" (hiermee werd een groot domein bedoeld, thans verkaveld in grote en kleine percelen en gelegen tussen de Oude Gracht en de huidige Koningin Astridlaan).

Met deze eigenaar werd François Van den Berghe bedoeld, gehuwd met Maria Thérèse De Knyff en afkomstig van 's Hertogenbosch.

Baron Osy de Zegwaert

In 1870 verkochten de erfgenamen van Henriëtte Moretus het domein van Hoogboom aan Baron Eduard Osy de Zegwaert, gouverneur van de provincie Antwerpen, voor de som van 659.580 Fr. Hij liet rond 1880 het oude hof van plaisantie afbreken om iets noordelijker een nieuw neo renaissancistisch kasteeltje te bouwen.

Baron Eduard Osy de Zegwaert was voor Hoogboom een weldoener; het is dank zij hem dat de parochie St. Jozef en Hoogboom een eigen kerk kreeg. Nu nog is de naam Osy de Zegwaert een bekende klank in Hoogboom. Getuige hiervan zijn de "obiits" met het wapenschild van de Osy's welke nog steeds in de kerk hangen; het balkon links vooraan op het koor en de grafkelder op het kerkhof.

Na het overlijden van de baron verkochten de erfgenamen, (drie zonen en vier dochters) het grootste gedeelte van het domein, 265 ha, aan de n.v. LAETITIA CAMPESTRIS en nadien tussen 10 juni en 29 september van datzelfde jaar nogmaals 27 ha. Wat overblijft wordt door de erfgenamen Osy zelf ingekocht of aan derden overgemaakt.

De familie Bunge

Alle aandelen uit voornoemde n.v. worden in 1913 overgenomen door de industrieel, Eduard Bunge, die zijn domein Calesberghe te Schoten zou verlaten om zich te vestigen in Hoogboom. Op dat ogenblik bedroeg de oppervlakte 292 ha, waarvan 132 ha op het grondgebied van Brasschaat en 160 ha op het grondgebied van Ekeren.

De heer Eduard Gustave Bunge werd geboren te Antwerpen op 16 oktober 1851 als zoon van Carl Gustav Bunge en Laura Maria Fallenstein von Meuhlen. In 1885 huwde Eduard te Antwerpen Sophie Marie Karcher, geboren te Le Havre op 3 juli 1863.

Het kasteel genaamd "LAETITIA CAMPESTRUS", wordt door de heer Bunge betrokken op 1 juni 1914. E. Bunge was van 1885 tot 1927 voorzitter van de maatschappij N.V. Bunge gesticht door zijn vader in 1850 en gelegen aan de Arenbergstraat 21. Deze maatschappij dreef handel met de hele wereld, maar vooral met Zuid-Amerika. Deze werkzaamheden waren voor Eduard Bunge evenwel geen belemmering om actief bekommerd te zijn met het lot van de gewone mensen die op zijn domein werkten en met de ellende en de noden elders.

Tijdens de oorlog 1914 18 is de Oude Gracht eveneens het centrum van een grootscheepse hulpverlening aan de door de oorlog getroffen bevolking. Uit Amerika worden scheepsladingen vol met voeding, geneesmiddelen en kleding aangevoerd naar het verarmde en beproefde België. Een staf van medewerkers uit het buitenlandse Rode Kruis, waarvan er een aantal op het kasteel verblijven, zorgt voor de distributie in de steden.

In de uitgestrekte weiden van Oude Gracht worden honderden koeien uitgezet en extra stallen gebouwd om de dieren onderdak te verschaffen.

Eduard Bunge en de Oude Gracht... De zorg voor zijn domein is een geliefkoosde ontspanning en een geschikte afwisseling voor de zware verantwoordelijkheid van het zakenleven.

Het domein heeft echter veel te lijden gehad van het oorlogsgeweld en de gevolgen hiervan zijn nog steeds zichtbaar. In 1914 1918 werden er loopgrachten gegraven en niet minder dan 48 bunkers gebouwd. Achter de loopgrachten werden alle bomen en struikgewassen geveld zodat de soldaten vrij uitzicht hadden op de aanstormende vijanden. Op mooie dagen en bij helder weer kon men zelfs de kerktoren van Putte zien. Het struikgewas en de bomen werden na de oorlog weer aangeplant, maar van de 48 bunkers werden er slechts negen terug afgebroken.

In de jaren 1921 1922 werd het park grotendeels herzien en hersteld, waarbij wegen werden verlegd en vijvers en waterlopen werden bijgegraven. De ruim veertig betonnen bunkers die tijdens de oorlog 1914 18 gebouwd werden, verdwenen bij deze aanleg grotendeels onder het zand en gaven het ontstaan aan een kunstmatige heuvelrug met ernaast de waterpartijen van het uitgegraven zand. De aanleg was zo opgevat dat het kasteel op een eiland van ongeveer 42 ha kwam te staan. Het "binnengoed", zoals het eilandje algemeen wordt genoemd, was en is nog steeds bereikbaar over acht bruggen waarvan zeven houten plus de stenen brug aan de hoofdweg naar het kasteel. Deze heraanleg gaf het ontstaan aan het huidige waardevolle landschapspark. Tussen 1923 en 1927 had de heer Bunge de oppervlakte van zijn domein vergroot tot 446 ha. Voor het onderhoud van de parken, het werk op de boerderij en de velden, het onderhouden en bijbouwen van dienstwoningen, had de heer Bunge ongeveer honderd mensen in dienst. Het is dank zij de heer Bunge, die een verwoed "polospeler" was, dat het "Poloplein" in 1921 tot stand kwam op de nieuw verworven gronden. Het aanleggen van het plein gebeurde volledig met losse graszoden welke gestoken werden uit de polderdijken en aangebracht werden door verschillende boeren uit onze inmiddels verdwenen polderdorpen. Het poloplein heeft in de tweede wereldoorlog een belangrijke rol gespeeld als vliegveld voor de Duitsers. Van toen dateert de betonnen baan die half rond het plein loopt. Op verschillende plaatsen bemerken we nu nog uitschieters waar vliegtuigboxen hebben gestaan voor de Duitse vliegtuigen.

Eduard Bunge stierf op 18 november 1927 en kreeg zijn laatste rustplaats achteraan op het kerkhof van Hoogboom. Zijn domein werd verdeeld tussen vier van zijn vijf dochters, Erica, Eva Maria, Hilde en Sophie Laura.

Erica gehuwd met Milton McIntyre Brown erfde het kasteel samen met 123 ha park en zouden het vanaf 1930 bewonen, voorheen woonden zij op Eikelenberg. In 1939 week het gezin echter uit, waarna zij het kasteel niet meer zouden terugzien, doordat het ten gevolge van opgelopen oorlogsschade, in een dergelijk vervallen toestand was geraakt dat het rond het midden der jaren 50 afgebroken werd. De grondvesten bleven evenwel ter plaatse. In 1969 werd een oppervlakte van ongeveer 80 ha, dat toebehoorde aan de heer Milton Brown en gelegen was langsheen het anti tankkanaal, verkocht aan de heer Karel Hens. Dit stuk van de Oude Gracht werd door ingewijden steeds 'Siberië' geheten wegens de noordelijke ligging In 1982 zou opnieuw een verdeling plaatsvinden van de eigendom Brown, waarbij de eigendom verdeeld werd over een tiental eigenaars. De verkoopakte bepaalt evenwel dat niets aan de oorspronkelijke toestand mag worden gewijzigd.

Eva (gehuwd met Andrew James Widderson) erfde het huidige 'Oud-Eikelenberg' met 70 ha park en verkocht het door aan de familie Bracht die het ging bewonen

Hilda (gehuwd met William Hallam Tuck), erfde de Meersse bossen en de Koude Heide samen 65 ha groot. Rond 1960 verkocht zij 20 ha aan Karel Hens die tevens andere delen in gebruik nam voor zijn veevoederbedrijf.

Sophie (gehuwd met Felix Rhodius) erfde het gedeelte Struyen nabij de Heidestraat goed voor 46 ha en liet een gedeelte ervan verkavelen.

Dora (gehuwd met Victor Théodore Bracht) kreeg het kasteel 'Calinckxberge' te Schoten en deelde niet mee in de verdeling van de Oude Gracht.

Deze verdeling heeft aan het uitzicht en het karakter van het gebied weinig of niets veranderd. Zoals Eduard Bunge het domein zijn uitzicht gegeven heeft, zo is het ook bewaard gebleven. Enkel het kasteel is verdwenen.

In 1983 werd een belangrijk deel van het domein gelegen in het zogenaamde Siberië en 90 ha groot aangekocht door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap uit handen van de familie Hens. Het kreeg de naam "De Uitlegger". Het beheer gebeurt er door de afdeling "Bos en Groen" aan de hand van een goedgekeurd beheersplan.

Het centrale deel van de Oude Gracht, waar het vroegere kasteel stond is in beheer en eigendom van N.V. De Oude Gracht, dat eveneens over een goedgekeurd beheersplan voor haar gebied beschikt. Het overige gedeelte met de hoeven behoort toe aan verschillende eigenaars.

Bespreking op basis van de historische kaarten en ander kaartmateriaal
De kabinetskaart van de Ferraris (ca. 1777)

Het centrum van het huidige domein kan men op deze kaart terugvinden als het gehucht "Oude Gracht", dit gehucht wordt gevormd door een aantal verspreide hoeven en hun aanhorigheden langsheen de huidige weg Oude Gracht, waarbij hun inplantingsplaats grotendeels overeenkomt met deze van de heden nog aanwezige gebouwen langs deze weg.

Het grondgebruik in de omgeving van deze hoeven wordt gekenmerkt door een complex patroon van akkers omgeven met hagen, enkele sparrenbossen en de aanwezigheid van verbindingsdreven. Verder weg van deze hoeven bestaat het landschap uit heide. In een strook zuidelijk van de weg Oude Gracht en aan de huidige toegang van het domein op de kruising van de Oude Gracht met de Hoogboomsteenweg treft men aanplantingen aan van hoogstammig hout.

De herkenbare wegen rond het domein zijn de Hoogboomsteenweg, de straat Mishagen, de reeds vernoemde Oude Gracht en de qua ligging nog iets afwijkende Heidestraat-Zuid.

Een gedeelte van de percelering weerspiegelt zich heden nog steeds in de huidige structuur van het landschap, evenals de aanwezigheid van de Bunderbeek

De historische kaart van Van der Maelen (1854)

Ten tijde van Van der Maelen bleef de beboste oppervlakte plus minus status-quo, vermits het aantal nieuwe bosjes vooral beperkt bleef tot enkele bosjes langs de straat Mishagen. Het grondgebruik op de kaart werd aangeduid als bos, met voornamelijk dennenbos 'bois de sapin' en heide 'bruyère' voor de rest van het gebied.

Sommige van de bestaande gebouwen langsheen de dreef Oude Gracht kregen een naam, zoals nl. 'Roskam', 'den Uytlegger Cab.' (afk. cabane) en 'Chateau Oude Gracht'.

Het kasteel waarvan op dat moment sprake is betreft het kasteel dat in 1880 werd afgebroken en gesitueerd langs de Oude Gracht nabij een dreef die voor de verbinding zorgde met de Hoogboomsteenweg. Rond dit kasteel was reeds een parkaanleg op te merken aangelegd volgens de toen heersende mode in de tuinkunst nl. formele tuin met geometrische vormen in de omgeving van het kasteel, aansluitend op een meer landschappelijkere aanleg in het noorden met paden en een vijver waarbij deze laatste deel uitmaakt van de Bunderbeek.

Inzake het stratenpatroon is de aanpassing van de Heidestraat-Zuid tot de huidige rechtlijnige weg op te merken.

De militair geografische kaart (1895)

Cappellen, blad VII 8

Op deze kaart merkt men het nieuwe kasteel 'Oude Gracht' daterende van 1880, met haar nieuwe toegangsdreef en haar eromliggende park, alsook de parkaanleg rond de woning 'Eikelenberg'. Een nieuw gegeven inzake bebouwing is eveneens de aanwezigheid van de kerk aan de toegang van het huidige domein.

De parkaanleg in de directe omgeving van het kasteel 'Oude Gracht' bleef formeel en sloot aan op het naar achter gelegen park, aangelegd in landschapsstijl, dat nu merkelijk in omvang was toegenomen. Volgens de N.G.I. kaart werden de boomgroepen aangeplant in een bepaald patroon, nl. in een vloeiende lijn, overgaand in het noordelijk gedeelte in een cirkel. Rond de vijver, gelegen achteraan op het perceel, is een strook opengelaten. Deze parkaanleg is evenwel nog niet deze die door de heer Bunge zou verwezenlijkt worden, maar was wel reeds de aanzet voor het huidige landschapspark.

Als bijgebouwen behorend tot het kasteel kan men in het zuidwesten de nog bestaande tuinierswoning terugvinden met een oranjerie.

Inzake het bodemgebruik in het domein merkt men dat rond de hoeven nog steeds akkers en weilanden aanwezig zijn, maar dat de beboste oppervlakte sterk is toegenomen, waarbij de massale naaldhoutaanplantingen in de kempen rond de eeuwwisseling, hier ook hun stempel op het landschap hebben gedrukt door de aanwezigheid van hoofdzakelijk naaldhoutbossen. Wat de heide betreft, deze is nog beperkt aanwezig en is in het noorden van het landschap omgezet naar bosheide.

De topografische kaarten van het Nationaal Geografische Instituut uit 1981-1982 en de luchtfoto's uit 1990

Deze documenten geven het beeld weer van het huidige domein, zoals het door de heer Bunge werd aangelegd, als landschappelijk park, met vijvers, hoeven en met een poloplein.

Aangaande de bebouwing in het domein is hoofdzakelijk de uitbreiding rond de hoeven op te merken, de bouw van het rustoord aan de toegang van het domein, de bouw van de villa in het gedeelte van de uitlegger en de verdwijning van het kasteel.

Andere kenmerkende elementen op deze kaart zijn het in 1940 gebouwde anti-tankkanaal die de noordelijke hoek van het domein scheidt van het oorspronkelijke domein en de militaire spoorweg tussen het Fort van Brasschaat en het Kamp van Kapellen, die eveneens in het noorden het domein doorkruist.

Archeologie

In het domein bevinden zich geen gekende archeologische sites, maar de hogere delen langs de verschillende beken zijn mogelijk interessant voor laatpaleothicum en mesolithicum. Op de bodemkaart zijn grote oppervlaktes hier als podzol ingekleurd, vaak onder bos, waardoor de bodem en de sites hier ook goed bewaard zouden kunnen zijn. De nog aanwezige resten van het kasteel en andere bebouwing dienen bij werkzaamheden nog in kaart gebracht te worden.

Bouwkundige gegevens

In de inventaris van Bouwkundig erfgoed wordt volgende beschrijving gegeven van gebouwen en constructies; -Domein toegankelijk langs poorten uit XX a gelegen ten Z.O. van het domein aan Hoogboomsteenweg (cf. Hoogboomsteenweg nr. 292), en een ten N.W. van de kerk: vier hardstenen pijlers bekroond met vaas of bol waartussen houten hek. Over de door beken verbonden vijvers werd in N.W. van het domein een monumentale hardstenen brug van 1921-22 gebouwd met twee rondbogen, boogstenen en sluitsteen met gebaarde mannenkop; middenpijler met vis. Hardstenen borstwering met op hoeken putti op vissen; centrale zuil bekroond met vaas, waarrond drie dansende putti, verder nog vier bolvormige versieringen. Op centrale vijver fraai houten botenhuis, van 1921-22 nl. betonnen constructie bekleed met knoestig exotisch wortelhout onder schilddak (riet). Bebouwing in het domein bestaat uit vroegere dienstgebouwen uit XX a, nl. de centraal in het domein gelegen eenvoudige huisjes nrs. 7, 8, 9, 13 en 15, 16. In N. van domein een op de Engelse Tudorstijl geïnspireerd achtzijdig neogotisch paviljoen, uit XX a; één bouwl. onder achtzijdige koepel (leien), bekroond met koperen adelaar. Hoeken met hardstenen pijlers bekroond door pinakel met waterspuwer. Tudorboogvormige muuropeningen. Terras met steektrap. In nabijheid rechth. bakstenen paviljoentje, onder plat dak. Kordonlijst op bakstenen klossen, oorspronkelijk spitsboogvormige muuropeningen.

Oude Grachtlaan nr. 7 L-vormig bakstenen landhuisje, van één bouwlaag onder schild- en zadeldaken (mechanische pannen) met dakkapellen, van ca 1925. Korfboogdeur in portiek.

Oude Grachtlaan nr. 8 Rechth. Witgeschilderd bakstenen landhuis ui XXa, één bouwlaag onder schilddak. Terras gevormd door overkragende daklijst gestut door stijlen bekleed met exotisch wortelhout. Spitsboogvormige muuropeningen met fraaie metalen roedenverdeling.

Oude Grachtlaan nr. 9. Rechth. bakstenen woning (Fig. XLV), (9) van één bouwl. onder geknikt zadeldak (mechanische pannen), van ca. 1925 in vereenvoudigde neoVlaamse renaissancestijl. Voormalige wasserij bij het kasteel. Centrale schoudergevel en dakvensters met trapgeveltjes; lisenen en boogfries

Oude Grachtlaan nr. 11, In NW van het domein gelegen boswachtershuisje. Rechth bakstenen gebouwtje van één bouwlaag onder manke zadeldaken (riet), mank door aanbouwsel onder lessenaardak(riet) aan Z-gevel. Kern uit XVIII, in cottagestijl verbouwd in XXa. N-gevel met houten beschieting; houten kaaskooi onder daklijst. Overkragende daklijsten met enkele houten windborden. Rechth. beluikte vensters op lekdrempels, houten lateien. Rechth deur aan W-gevel thans vervangen door een venster. Top W-gevel werd inmiddels ook voorzien van 2 rechth vesters.

Oude Grachtlaan nr 13, Bakstenen landhuis in cottagestijl van ca 1925. Eén bouwlaag onder schilddak (riet).

Oude Grachtlaan nr 14, Hoeve met losstaande bestanddelen, centraal gelegen in het domein, aan de Oude grachtsebeek; omringd door afgepaald weiland. Woonstalhuis met kern uit XVIII, vergroot in XIX aan de Z-zijde, parallel gelegen vroegere langsschuur en stalling uit XIX aan N-zijde, paardenstalling uit XIX aan W-zijde.

Oude Grachtlaan nrs 15-16, Gekoppelde woningen, centraal gelegen in het domein aan de Oude Grachtsebeek. Dubbelhuizen van drie trav. en één bouwlaag onder zadeldak. Verankerde baksteenbouw met gecementeerde plint. Beluikte rechthoekige vensters met vernieuwde houten lateien. Lage getoogde deuren; Vernieuwde bakstenen waterput met wip aan de Z-zijde.

Hoogboomsteenweg nr. 274. Klooster met vrije meisjesschool uit XX b, gelegen in kern van het gehucht; beboomde voortuin. Klein kloostergebouw (n // straat) en haaks (n straat) aangebouwde vleugel waarin klaslokalen. Geplaveide speelplaats, aan O.-zijde klaslokalen; toegankelijk langs bakstenen poort aan O.-gevel klooster. I.o.v. de heer Bunge, eigenaar van het domein "Oude Gracht", werd in 1920 voor de zusters van de H. Jozef Calansanz van Vorselaar dit klooster met kapelletje en drie klaslokalen gebouwd. Vierde en vijfde klaslokaal aangebouwd resp. in 1926-27 en 1963. Tenslotte opbouw kleuterklas aan N.-zijde speelplaats in 1966. Bakstenen gebouwen van één bouwl. Onder zadeldaken (kunstleien). Z.-gevel kloostergebouw met eerste trav. verhoogd tot twee bouwl. met trapgevel, en derde trav. met getrapt dakvenster. Veelvuldig gebruik van overhoeks geplaatste baksteenfriezen onder daklijsten en in trapgevels. Vleugel klaslokalen met trav.-indeling d.m.v. lisenen. Overwegend steekboogvormige muuropeningen.

Hoogboomsteenweg nr. 280. Kleine hoeve uit XIX d, gelegen in kern van het gehucht. Rechth. woonhuis (n // straat) en parallel gelegen stalling aan N.-zijde. Nieuwe bakstenen rechth. poort aan W.-gevel woonhuis met toegang tot het erf. Gekalkt bakstenen woonhuis van vier trav. en één bouwl. onder zadeldak (mechanische pannen). Onderkelderde N.W.-zijde met opkamervenster in W.gevel. Getoogde en enkele rondbogige muuropeningen, vensters beluikt. Rondbogige zoldervensters bij zijgevels.

Hoogboomsteenweg nrs. 282-284. Achterin gelegen en schuin ingeplant rechth. schoolgebouwtje van 1884 en 1913. Ingeplant op beboomd terrein aan W.-zijde van de eerste vrije school (nrs. 286-288). Thans verdeeld in twee woningen. Vanaf 1882 werd de vrije meisjesschool ook toegankelijk voor jongens. Wegens plaatsgebrek werd i.o.v. baron Osy, eigenaar van het domein "Oude Gracht", een klaslokaal gebouwd in 1884. Vanaf 1898 werd de gemeenteschool (afgeschaft vanaf 1884) opnieuw uitsluitend bezocht door jongens, zodat de vrije school nog enkel bezocht werd door meisjes. Het lokaal van 1884 werd in 1913 uitgebreid met een tweede klaslokaal. Bakstenen gebouw van acht trav. en één bouwl. onder zadeldak (mechanische pannen) met Z.-aanbouwsel onder lessenaarsdak (mechanische pannen). Bakstenen klossen onder kroonlijst en beschilderde kordonlijst. Getoogde muuropeningen; bewaard houtwerk.

Hoogboomsteenweg nrs. 286-288. Gekoppelde woningen uit XIX B, aan ingang van het domein"Oude Gracht". Nr. 286 van 1878, deed dienst als vrije school tussen 1878 en 1920, en nr. 288 deed dienst als portierswoning en klooster tussen 1878 en 1920. In 1878 startte de congregatie van de H. Jozef van Calansanz van Vorselaar met een eenklassige school gebouwd i.o.v. de familie Osy de Zegwaert. De zusters namen hun intrek in de aanpalende woning. Vanaf 1882 was de school ook toegankelijk voor jongens en kende in 1884 zijn eerste uitbreiding (cf. nr. 282). Na 1898 werd de vrije school nog enkel bezocht door meisjes. Tweede uitbreiding in 1913 (cf. nr. 284) maar werd te klein zodat de heer Bunge in 1920 op zijn domein een nieuw klooster en school liet oprichten (cf. nr. 274) Met lijstgevel van drie trav. en één bouwl. onder zadeldak (Vlaamse pannen). Baksteenbouw met door voegwerk ontstane pseudo-banden, overkragende daklijsten met windborden. Rechth. muuropeningen met arduinen dorpels, deurtrav. verhoogd met rondboogvormig dakvenster onder zadeldak. Aan O.-zijde, flankerende nr. 288 met vleugel van een trav. en één bouwl. Onder zadeldak (Vlaamse pannen), waarnaast haakse vleugel van twee trav. en twee bouwl. onder schilddak (Vlaamse pannen); deur gevat in deels ingebouwde vierkante toren van twee bouwl. onder tentdak met ijzeren windvaan. Baksteenbouw met door voegwerk ontstane zaagtandfriezen. Steekboogvormige muuropeningen op lekdrempels, ramen met sierlijke ijzeren roedenverdeling.

Hoogboomsteenweg nr. 292. Monumentale poort met portierswoning uit XX a, in Z.O. van het domein "Oude Gracht". Rechth. woning van één bouwl. Onder deels afgewolfd dak (leien) geflankeerd door grote achthoekige toren van twee bouwl. onder ingesnoerde polygonale spits met uivormige bekroning; aan O.-zijde ingangspartij met o.m. voetgangerspoorten en korfboogpoort geflankeerd door ronde toren onder kegeldak. Poort aan W.-zijde woning met hardstenen pijlers bekroond door vazen waartussen houten hek.

Hoogboomsteenweg nr. 290 . Parochiekerk St. -Jozef. Georiënteerde neogotische basiliek met W.-toren, ingeplant bij W.-toegang van het domein "Oude Gracht" op een met rododendron afgesloten beboomd terrein met kerkhof aan O.-zijde (Fig. XLV). Waarschijnlijk bevond zich een kapel op deze plaats in XVIII. In 1871 verkreeg baron Osy de Zegwaert de toelating om een kerk op te richten bij zijn domein de "Oude Gracht". Opgetrokken in 1871-1872 n.o.v. E. Gife (cf. gedenksteen rechts van ingangsdeur; "Ridder Ed. Pycke Gouverneur, J. Harrewijn Burgemeester, Baron Ed. Osy van Wycken, Lud. Schevelenbos Pastoor, Eug. Gife Bouwmeester MDCCCLXXI"). Aanbesteed in juli 1871 en de eerstesteenlegging op 28 september 1871. Oorlogsschade (194445) aan daken, bezetting interieur en glasramen, hersteld in 1956. Glasramen van J. Jacobs, J. Hendrickx en M. De Groot geplaatst in 1955-1956. Ca. 1960 werden een doopkapel en bergplaatsen aangebouwd n.o.v. Laporta en Dietvors. De plattegrond ontvouwt een ingebouwde W.-toren, driebeukig schip van vijf trav., koor met twee rechte trav. en driezijdige sluiting, vierkante sacristie waarop tribune aan N.-zijde koor, rechth. bergplaatsen aan weerszijden koor. Bakstenen gebouw op bakstenen sokkel met afzaat van natuursteen; gebruik van natuursteen voor venster- en deuromlijstingen en afdekking steunberen. Ingebouwde vierkante W.-toren van vier geledingen onder naaldspits (leien) gemarkeerd door steunberen. Rechth. deur in spitsboogvormige omlijsting, archivolten met halfzuiltjes en vlak timpaan met drielob. Spitsboogvensters met neogotische tracering. Achthoekige torenspits met spitsboogvormige galmgaten onder puntgeveltjes. Schip onder zadeldak (leien) en zijbeuken onder lessenaarsdaken (leien). Aan W.-gevel gemarkeerd door haaks op elkaar gestelde steunberen. Trav.-indeling d.m.v. steunberen. Zijbeuken en koor met lancetboogvormige tweelichten met bekronend oculus. Ronde bovenlichten in de middenbeuk. Sacristie met tribune onder lessenaarsdak (leien), bergplaatsen N. onder aanleunend schilddak en Z. onder lessenaarsdak (leien); spitsboogvensters en rechth. deur met afgeronde bovenhoeken. Koor met centrale calvarie en neogotisch grafmonument van de familie Osy de Zegwaert. Interieur: beschilderde driebeukige basiliek. Spitsboogvormige scheibogen op zuilen met achtzijdige sokkels en bladwerkkapitelen. Kruisribgewelf met versierde sleutels, op schalken met bladwerkconsoles. Koor met een kruisriben straalgewelf; blauwgeschilderd en voorzien van sterren. Tribune in N.wand koor, segmentboogvormig afgedekt en gedeeltelijk afgesloten door opengewerkte leuning met driepasmotief. Toren en doksaal met kruisribgewelf met centrale cirkelvormige rib.

In Brasschaat; Hoogboomsteenweg nr. 150. Omhaagde hoeve horend bij het domein Eikelenberg, cf. ten O.: ijzeren poort met opschrift "Oud Eikelenberg", l.g. gelegen in de rechthoek gevormd door Hoogboomsteenweg, Mishagenstraat, Guyotdreef en Hoge Kaart. Het domein heeft een verzorgd groenbestand en een kolonie uitheemse dieren. Eikelenberg was een der oudste nederzettingen van de gemeente (cf. tiental woningen ca. 1650), het gehucht heeft zich echter later niet uitgebreid. Het landhuis in cottagestijl (1907) werd gesloopt in 1957. Woonstalhuis onder rieten zadeldaken (n // straat) van ongelijke hoogte met klimmende dakkapellen gestut door steunberen, te dateren XIX A. Verankerde en beschilderde gevels met rechth. deels beluikte vensters. Z.gevel met rondboogdeur. Ten O. twee serres (n // straat).

Oude Gracht nrs. 170-174. Z.g. "Proefstation". Hoevecomplex in cottagestijl van 1916, ingeplant in domein "Oude Gracht" aan gekasseide dreef naar Hoogboomsteenweg. Zes, in drie delen gegroepeerde, rechth. gebonwen (n straat) met twee woonstalhuizen en vier stallingen, met aan N.-zijde lange rechth. stalling (n // straat) waarin centrale korfboogvormige doorgang naar meer ten O., en door dreef verbonden, U-vormige stalling. Bakstenen gebouwen van één bouwl. Onder zadel- en afgewolfde daken (riet, Vlaamse of mechanische pannen); jaartal 1916 op gevelsteen aan W.-gevel. Lisenen en overhoekse baksteenfriezen, overkragende daklijsten met houten windborden. Rechth. muuropeningen

Oude Gracht nr. 178. Tgov. z.g. "Proefstation" gelegen hoeve in cottagestijl met losstaande bestanddelen. Woonstalbuis (n straat) aan N.-zijde, stalling (n straat) aan Z.-zijde en kleine stalling (n straat) aan W.-zijde. Rechth. bakstenen gebouwen van één bouwl. onder zadel- of afgewolfde daken (riet) met kern uit XVIII(?) verbouwd in XX a (nl. muuropeningen, rieten dak),

Hoogboomsteenweg nr. 184. Boerenhuisje; vijf trav. en één bouwl. onder zadeldak (riet), in verlengde lagere en achteruitspringende stalling (XIX). Verankerde baksteenbouw met gepikte plint. Rechth. beluikte muuropeningen met arduinen latei en lekdrempel.

  • Informatie verkregen van Antwerpse Mycologische Kring.
  • Informatie verkregen van Jeugdbond voor Natuurstudie en Milieubescherming.
  • Archief Onroerend Erfgoed Antwerpen, xxx, Domein Oude Gracht, beschermingsdossier (J. De Clippel J, 2000).
  • AMINAL. 1984: Beheersplan: Staatsbos "De Uitlegger", s.l.
  • AMINAL. s.d.: Afdeling Bos en Groen Brochure "De Inslag - De Uitlegger", s.l.
  • BELLENS F. 1980: Van kastelen en domeinen. Brasschaat van heidegrond tot parkgemeente, Brasschaat.
  • DE HASQUE J. 1990: De Antitankgracht te Antwerpen, Antwerpen.
  • DE LANGHE J.E., DELVOSALLE L., DUVIGNEAUD J. & VANHECKE L. 1995: Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en de aangrenzende gebieden: pteridofyten en spermatofyten, Meise.
  • DELAUNOIS H. & STENUIT J. 1960: Inventaris van de landschappen, Brussel.
  • HOBONIA. 1982: De Oude Gracht, s.l.
  • MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, ADMINISTRATIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING EN LEEFMILIEU, BESTUUR VOOR MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN. 1985: Bouwen door de eeuwen heen: inventaris van het cultuurbezit in België architectuur. 10n1 (A-He) Provincie Antwerpen, arrondissement Antwerpen, Gent.
  • MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, ADMINISTRATIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING EN LEEFMILIEU, BESTUUR VOOR MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN. 1985: Bouwen door de eeuwen heen: inventaris van het cultuurbezit in België architectuur. 10n2 (Ho-Ra) Provincie Antwerpen, arrondissement Antwerpen, Gent.
  • MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, AFDELING MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN. 2001: Atlas van de relicten van traditionele landschappen in Vlaanderen (Landschapsatlas), cd-rom, Brussel.
  • N.V. OUDE GRACHT P. & POSTHUMA C. 1995: Beheersplan van landgoed "de Oude Gracht", s.l.
  • Biologische waarderingskaart, versie 2, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, toestand 2003, schaal 1:3000, kaartbladen 7/8 (Kapellen).
  • Bodemkaart van België, Centrum voor Bodemkartering, uitgegeven tussen 1950-1975, schaal 1:20.000, kaartblad 15E (Kapellen).
  • De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Jozef Jean François de Ferraris, opgesteld tussen 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000, kaartblad 88 (Capelle). Koninklijke Bibliotheek van België, http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html.
  • Eurosense. 1990: Orthofotoplan, schaal 1:10.000, kaartbladen 7/8/1 (Kapellen) en 7/8/2 (Brasschaat).
  • Gewestplan Antwerpen, Staatsssecretariaat voor de Nederlandse gemeenschap en het Vlaams gewest, Streekeconomie Ruimtelijke Ordening, uitgegeven in 1979, schaal 1:10.000, kaartblad 7/8 (Brasschaat).
  • Kaart van België, Nationaal Geografisch Instituut, uitgegeven vanaf 1976, schaal 1:10.000, kaartblad 7/8 (Brasschaat).
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven tussen 1846-1854, schaal 1:20.000, kaartblad 3/7 (Capellen).
  • Topografische kaarten van België, Krijgsdepot: Eerste editie uitgegeven tussen 1865-1880, schaal 1:20.000. Herziening, Militair Cartografisch Instituut: tweede uitgave, 1880-1884, derde uitgave 1889-1900 en herziening derde uitgave 1900-1930, schaal 1:20.000, kaartblad 7/8 (Capellen). (Lemoine-Isabeau, 1988).
  • Wegenkaart Provincie Antwerpen, Geocart, toestand 1983, schaal 1:100.000.

Bron: Aanduidingsdossier ankerplaats 'Domein Oude Gracht te Brasschaat en Kapellen', definitieve aanduiding 13/09/2011. Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs:  Artois, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Artois D. 2011: Domein Oude Gracht [online], https://id.erfgoed.net/teksten/163444 (geraadpleegd op ).