Uniek geheel van drie landhuizen met voor- en achtertuin, in cottagestijl uit begin 20ste eeuw naar ontwerp van architect Flor van Reeth.
Nummer 32 Villa "De Witte Vaes" werd in 1909 gebouwd als eigen woonhuis van de architect Flor Van Reeth. Het is een baksteenbouw van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een aaneengesloten pannen zadeldak (nok loodrecht op de straat) en mansardedak (nok evenwijdig met de straat). De noordgevel, waarvan de twee eerste traveeën bekroond worden door een top met houten bebording, wordt gemarkeerd door twee erkers respectievelijk aan de gelijkvloerse en de eerste verdieping. De lijstgevels met overstekende dakrand zijn fraai uitgewerkt in schrijnwerk met consoles. De topgevel is afgewerkt met randplanken en een beplankte top. De rechthoekige vensters met beschilderde latei zijn deels voorzien van glas-in-loodramen met vaas- en leliemotieven. Op de bouwtekening is een rijkelijk versierde inkompartij en fraaie borstwering aan het terras te zien. Aan het gebouw is daarvan alleen een sierlijk smeedwerk in het bovenlicht van de voordeur bewaard.
Aan de straat is een witgeschilderd tuinmuurtje van metselwerk bewaard met een gemetselde poortomlijsting waarin een witgeschilderde houten bovenwaaier met spijlen en vaasmotief is aangebracht.
De achtergevel met kleine haakse aanbouw onder schilddak is verzorgd gedetailleerd en afgewerkt en was op het moment van de bescherming gaaf bewaard. Van op het terras met sobere ijzeren borstwering op het niveau van de woonruimte overschouwt men de tuin.
Het interieur wordt gekenmerkt door witgeschilderd, fraai gedetailleerd schrijnwerk van deuren met beglaasde bovenstuk en deuromlijstingen met een in reliëf uitgewerkt vaas. De traphal is voorzien van een eenvoudige cementtegelvloer met dambordpatroon en een ingebouwde zitbank met spijlenleuning. De trapleuning is uitgewerkt met spijlen met uitgezaagd hartmotief. In de keuken is er een arduinen pompsteen en een keukenkast met bovendeel met glas-in-lood.
Nummer 34 "Villa Greta" werd in 1908 gebouwd naar ontwerp van architect Flor Van Reeth voor de beeldhouwer Floris de Cuijper. In de beschilderde baksteenbouw is het woonhuisgedeelte ondergebracht in de twee bouwlagen tellende de westvleugel onder pannen zadeldak (nok loodrecht op de straat). Aan de noord- of voorgevel is er op het gelijkvloers een erker aangebracht. Verder is de voorgevel opengewerkt met rechthoekige vensters, op de bovenverdieping uitgerust met luiken. Het atelier was ondergebracht in de zeer breed uitgebouwde oostvleugel van één bouwlaag onder mansardedak. Het inkomportaal is aangebouwd in de oksel van beide vleugels. De lijstgevels met overstekende dakrand zijn fraai uitgewerkt in schrijnwerk met consoles en de topgevel is afgewerkt met randplanken en een beplankte top. Het gemetseld tuinmuurtje aan de straatzijde bleef bewaard.
Het interieur was op het moment van de bescherming nagenoeg ongewijzigd bewaard. In de inkomhal staan er twee zitbanken welke, getuige een foto van het oorspronkelijk interieur, links en rechts naast de haard opgesteld waren en zo een warme zithoek afbakenden in de woonkamer. In de woonkamer wordt de stemmige sfeer bepaald door de centrale haardnis met tegels en ingebouwde kastje en met erboven de typische, kamerbrede haardlijst op consoles, waarboven zich links en rechts van de schouw boekenkastjes bevinden met van glas-in-lood voorziene deurtjes. Ook een kunstig gesmede luchter met katrolsysteem boven de tafel was op het moment van de bescherming nog aanwezig.
Nummer 36 "Villa Schilderslust" werd in 1909 gebouwd naar ontwerp van architect Flor Van Reeth voor de kunstschilder Edward Daems.
Het betreft een beschilderde baksteenbouw van één à twee bouwlagen met kelderverdiep op een U-vormige plattegrond onder een aaneengesloten pannen mansardedak (nok evenwijdig met de straat) en zadeldak (nok loodrecht op de straat). De lijstgevels met overstekende dakrand zijn fraai uitgewerkt in schrijnwerk met consoles en de topgevel is afgewerkt met randplanken en een beplankte top. Aan de noordelijke voorgevel zijn links en rechts lagere, haakse aanbouwsels aangebracht. In de voor- en achtergevel bevindt zich dezelfde deur met rondboog onder omlopende waterlijst, waarboven een bovenlicht is aangebracht dat het boogsegment volgt voorzien van een landschapje in glas-in-lood (voordeur). Naast de voordeur is er een gevelsteen met opschrift "'t Hageroosje" aangebracht. Rechts van de voordeur hangt een gevellantaarn. Dit element is volgens de studie van Jozef Wuyts geïnspireerd door oude gevellantaarns in het Diestse begijnhof.
In het interieur bevindt er zich een haardplaats in de middenkamer met tegels met van art nouveau getinte bloemmotieven en een beglaasde scheidingswand met bovenlicht voorzien van vier decoratieve glas-in-loodpanelen met landschappen. In de inkomhal is er een sobere marmermozaïekvloer met boord en een fraaie zitbank met hoge zijleuningen met spijlen met uitgezaagd hartmotief.
Auteurs: May, Laura
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: May L. 2014: Ensemble met architectenwoning Flor Van Reeth [online], https://id.erfgoed.net/teksten/439224 (geraadpleegd op ).
Uniek geheel van drie landhuizen met voor- en achtertuin, in cottagestijl uit begin 20ste eeuw naar ontwerp van architect Flor van Reeth.
Nummer 32 "de Witte Vaas" (zie motief in tuinpoort) in 1909 opgericht als eigen woonhuis van de architect. Baksteenbouw van vijf traveeën en twee bouwlagen onder aaneengesloten pannen zadel- (nok loodrecht op de straat) en mansardedaken (nok parallel aan de straat). Noordelijke voorgevel waarvan twee eerste traveeën bekroond door top met houten bebording en gemarkeerd door erkers. Rechthoekige vensters met beschilderde latei, enkele vensters met bewaarde roedeverdeling. Volgens bouwaanvraag rijkelijk versierd met vaas- en bloemmotieven, heden blijft alleen de paneelversiering op borstwering van eerste travee en het sierlijk smeedwerk van het bovenlicht boven de rondboogdeur.
Nummer 34 "Villa Greta" gebouwd in 1908 voor beeldhouwer Floris de Cuijper (zie ruim atelier aan oostzijde). Beschilderde baksteenbouw met woonhuisgedeelte van twee bouwlagen in westvleugel onder pannen zadeldak (nok loodrecht op de straat), erker aan noordelijke voorgevel, rechthoekige vensters beluikt op bovenverdieping; zeer breed uitgebouwde oostvleugel van één bouwlaag onder mansardedak (nok parallel aan de straat) met atelier. In oksel aangebouwd portaal van één bouwlaag, rondboogdeur in beschilderde omlijsting.
Nummer 36 "Schilderslust" modo "'t Hageroosje" (zie gevelsteen) gebouwd in 1909 voor kunstschilder G. Daems. Beschilderde baksteenbouw van een à twee bouwlagen met kelderverdieping op U-vormig grondplan, aaneengesloten pannen mansarde- (nok parallel aan de straat) en zadeldaken (nok loodrecht op de straat): lijst- en topgevels, laatstgenoemde met houten bebording. Rechthoekige vensters. Noordelijke voorgevel met links en rechts lagere haakse aanbouwsels, rondboogdeur onder omlopende waterlijst met ten westen gevelsteen waarop opschrift "'t Hageroosje"; bordestrap. Oorspronkelijke kelderverdieping verbouwd tot garage.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n2 (Ho-Ra), Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1985: Ensemble met architectenwoning Flor Van Reeth [online], https://id.erfgoed.net/teksten/13618 (geraadpleegd op ).