Fort van de binnenste fortengordel rond Antwerpen, van het type ‘bakstenen fort met hoge wallen en centraal reduit’, gebouwd tussen 1860-1865, gemoderniseerd tussen 1870-1911, oorspronkelijk ongeveer 32,5 ha groot.
Fort IV is één van de acht forten van de vesting Antwerpen die tussen 1860-1865 een ketting van versterkingen ten zuidoosten van de stad vormden. In die periode kwam de binnenste fortengordel tot stand die later nog met bijkomende forten werd vervolledigd. Antwerpen vormde een onmisbare schakel in het nieuwe defensieconcept, waarbij de stad en zijn omgeving tot ‘nationaal reduit’ waren uitgeroepen. Mocht het ooit tot een gewapend conflict komen, dan diende Antwerpen als laatste toevluchtsoord voor het leger en het opperbevel van waaruit de tegenstand tegen de agressor werd georganiseerd. Daarom werd de stad tot een versterkt bolwerk uitgebouwd, omringd door een gordel van forten en onderwaterzettingsgebieden die de vijand op een veilige afstand van het centrum moesten houden, buiten het schietbereik van de toenmalige kanonnen. Militaire architecten ontwierpen volgens de nieuwste inzichten een type plan voor de bouw van de acht forten. De acht forten leken heel sterk op elkaar, op enkele details na.
Fort IV werd een bakstenen fort omringd door hoge aarden wallen en een brede vestinggracht, die van het fort een eilandje maakte. Het moest volledig op zichzelf kunnen functioneren ook al was het geïsoleerd van de buitenwereld. Geheel volgens de tradities van die tijd nam de artillerie plaats op de hoge wallen voor de verdediging op afstand. Naderde de tegenstander het fort te dicht, dan kwam de grachtverdediging in actie. Kanonnen voor de grachtverdediging stonden beschut opgesteld. Ze vuurden vanuit caponnières, bakstenen gebouwen met kanonkamers, of vanuit gekazematteerde lage batterijen. Drong de tegenstander het forteiland toch binnen, dan week het fortgarnizoen naar het centraal reduit uit, een twee verdieping tellend bakstenen gebouw omringd door een droge gracht en een binnenglacis. Het centraal reduit vormde als het ware een binnenfort of een versterking in het fort. Het kon volledig worden afgesloten.
Het historische gebouwencomplex bestond uit:
Enkele jaren na de voltooiing van fort drongen zich al aanpassingen op. De soliditeit van een fort hield alleen maar stand als het gelijke tred hield met de vernieuwingen in de artillerie. Bood het niet voldoende bescherming, dan kon het gemakkelijk worden ingenomen. Vier aanpassingen tonen aan dat de vestingbouwkundigen hun ontwerpen bijstuurden ook na de afwerking van het fort:
De aanpassingen verhinderden niet dat de forten van de binnenste fortengordel van weinig betekenis waren tijdens de Duitse invasie van 1914. Vooral de zuidoostelijke sector van de buitenste fortengordel kreeg de klappen te verduren. Al snel bleek dat de vesting Antwerpen helemaal niet opgewassen was tegen de superieure Duitse artillerie. Op 8-9 oktober 1914 verliet het garnizoen fort IV.
In 1924 besloot de overheid de forten van de binnenste fortengordel te demilitariseren. Hun defensieve rol was uitgespeeld, ook al bleven de militairen de forten bijvoorbeeld als kazerne gebruiken, of als opslagplaats voor munitie tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog en als logistieke opslagplaats voor het Belgische leger in de naoorlogse periode. Tijdens het bombardement op Mortsel van 1943 en de bevrijding in 1945 kreeg fort IV enkele voltreffers te verwerken.
De nieuwe functies van het fort zorgden voor vele veranderingen. De bouw van loodsen was het meest opvallende gevolg, maar ook de opvulling van het binnenplein met aarde (WOII) of de aanpassingen aan het reduit voor het verblijf van troepen. Het meest ingrijpend was het weggraven van een deel van de wallen, waardoor ook de artillerie-ingang en de flankeringsbatterij werden vernietigd. Met de afgegraven aarde werd een deel van de vestinggracht gedempt.
De overname door de gemeente Mortsel in 2000 gaf aan fort IV een nieuw elan. Sommige storende loodsen voor het hoofdfrontgebouw werden al afgebroken en in verschillende fases worden het officierenpaviljoen en het reduit gerestaureerd. Fort IV gelijkt sterk op andere forten van de binnenste fortengordel die in 1860-1865 zijn gebouwd. Maar toch vertoont het op enkele punten ook verschillen. Interessant zijn bijvoorbeeld de met kazematten versterkte lage batterijen, het bewaarde deel van de wallen, in het bijzonder ter hoogte van de reduit-ingang en het hoofdfront, inclusief de behuizing van de gepantserde koepel.
Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
De Brialmontvesting
Is deel van
Mortsel
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Fort IV [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/13624 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.