De Stenen Molen is een stenen korenwindmolen van het bovenkruiertype (bergmolen), opgericht in 1845 door Martinus De Winter-De Backer. In 1852 werd de molen voorzien van een nieuw gebouwtje met rosmolen maar vanaf 1860 werd dit al gebruikt als magazijn en later verdween het. De molen zelf raakte buiten gebruik na de Eerste Wereldoorlog en werd herbestemd als stalling voor een autobus. Ondanks een bescherming als monument in 1943 werd de molen zwaar gehavend door beschietingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1962 onderging de molen een eerste herstelling door molenbouwer Caers. In 1986 kocht de gemeente de molen aan en in 1987 en 1990 liet ze een noodrestauratie uitvoeren. De eigenlijke restauratie volgde in 1997-1998 door de firma Verstraete uit Rumbeke (Roeselare) naar plannen van architect Paul Gevers uit Kasterlee.
De molen is gelegen op een belt van 4,5 m hoog, omringd door een haag van haagbeuk. De kegelvormige en rood gekaleide bakstenen romp vertoont nog sporen van de inslagen van Engelse obussen in 1945. De romp telt drie bouwlagen onder een houten kap (oorspronkelijk met afhellende nok naar de staart toe en bekleed met eikenhouten schaliën) en wordt geopend door twee steekboogvormige poorten (oost-west) in de belt en rondboogvormige muuropeningen. De molen heeft een klassieke staart met lange en korte spruit, twee lange en korte zwepen, galgenhout, staartbalk en kruihaspelconstructie met kruias, armspaken en loopschoren. Het gevlucht bestaat uit een gietijzeren insteekaskop, stalen gelaste roeden (fabricaat Peel uit 1997) en houten hekstokken, zomen en windborden. Binnen telt de molen vijf niveaus: de begane grond in de belt, de meelzolder (met onder andere een baskuul, haverpletter en elektrische molen van het merk DDD uit Ieper), de steenzolder (met een maalkoppel van Franse stenen en reservekoppel, en een kaar), de luizolder (met een door de wind aangedreven luiwerk en een elektrisch luiwerk afkomstig van de maalderij van Buddingen) en de kapzolder (met Engels kruiwerk).
- HOLEMANS H. & LEMMENS P.J. 1982 : Molens van de voorkempen en van Groot-Antwerpen, Nieuwkerken-Sint-Niklaas, 77.
- PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10N2 (Ho-Ra), Brussel - Gent.
- VAN DER AVERT W. 1981: Oelegemse molen dringend aan restauratie toe, Jaarboek Heemkundige kring "De Brakken" Oelegem, v.z.w., 41-44.
- VERACHTERT L. 2016: Molens en maalderijen in Broechem, Emblem, Oelegem en Ranst, Heemkundige Kring De Brakken.