Provinciaal domein en textielmuseum. Kasteel in neo-Vlaamserenaissance-stijl van 1917-1919 (?) gelegen in uitgestrekt domein ten noordoosten van de gemeente, gevat tussen Goorstraat met anti-tankgracht en Knodbaan; bevloeid door Grote Schijn, Heidebeek en Vrieselbeek. Sterk beboomd park met grasperken rondom het kasteel en U-vormige omwatering met vijvervorming aan noordzijde. Aan uiteinde zuidelijke omwatering voormalig rechthoekig koetshuis van 1877. Axiaal gelegen beukendreef naar Schildesteenweg.

HISTORIEK

Hof van Vriesele voor eerst vermeld in de 14de eeuw. Eerste eigenaar was Jan van Vriesele. Verder in handen van Elisabeth van Vriesele, Judocus van Beringen (1350), familie van Edinghen, Johanna van Lyere, Van Edinghen, van Gheldenaken, van Herbaix (1450), vander Hoogewegen (1451), familie van Steenbergen (1456), familie van Halmale (1536), d'Oultremont (circa 1790), Paul Morren (1876), Leon Cousin (1878), de Brouckhoven de Bergeyck (1910). Aangekocht door het provinciebestuur in 1974; het textielmuseum werd in 1977 geopend.

BESCHRIJVING

Kasteel

Kasteel in de 19de eeuw hersteld en in 1877 werd het koetshuis met stalling opgetrokken. In 1910 door graaf de Brouckhoven de Bergeyck herbouwd doch reeds in 1914 door de Belgische troepen vernield. De wederopbouw dateert van 1917-1919 (?) naar ontwerp van A. Diels. Deels begroeid rechthoekig gebouw met west- en oostgevels van negen traveeën en twee bouwlagen met verhoogde begane grond, onder schilddak (leien) met dakvensters gevat in trapgeveltjes en dakkapellen.

Baksteenbouw met vlakke banden, neg- en hoekblokken en steigergaten van natuursteen. Westelijke voorgevel met twee risalieten van twee traveeën onder trapgevels. Ronde toren van drie bouwlagen onder polygonale spits (leien) op zuidoostelijke hoek; met overkragende polygonale hoogste bouwlaag noordwestelijke hoek met ingebouwde rechthoekige toren van drie bouwlagen onder hoog schilddak (leien) bekroond met vorstkam; voormalige kapel met driezijdige neogotische erker van natuursteen in oostgevel. Kruis- of bolkozijnen op kordonvormende onderdorpels. Drie rondboogdeuren in westgevel; omlijsting van natuursteen bekroond met kruisbloem, voorafgegaan door bordestrap.

Interieur

Hal met schouwen in neo-Vlaamserenaissance-stijl. Twee zalen aan oostzijde: bepleisterde en beschilderde plafonds met moer- en overhoeks geplaatste kinderbalken of casementen met kinderbalken; in noordelijke zaal marmeren schouw gedragen door saterhermen met muziekinstrumenten; zuidelijke zaal met arduinen schouwtje in neo-Vlaamserenaissance-stijl en haardmuur met tegelpaneel. Zaal aan zuidzijde van de hal met houten plafond, moerbalken met versierde sloffen steunend op sierlijke consoles.

Rechthoekige kapel met marmeren tegelvloer van zwarte, grijze en witte vierkante tegels, houten neogotisch plafond op consoles, een gebrandschilderd glasraam.

Koetshuis

U-vormig koetshuis van 1877. Bakstenen gebouw van twee bouwlagen onder zadeldaken (leien). Enkele banden van gekleurde baksteen; hoekrisalieten onder trapgevels. Bolkozijnen of rechthoekige vensters; rechthoekige poorten met gietijzeren lateien.