Landhuis in grote, aan de straatzijde ommuurde tuin; vroeger aan de boord van de Nete doch sinds de rechttrekking van de bocht een eindje ervandaan. Rechthoekig gebouw van respectievelijk drie en vier traveeën en twee bouwlagen onder complexe leien bedaking met twee dakkapellen ten zuiden. Gedecapeerde bakstenen lijstgevels op beschilderde plint van arduin; (ver-) bouwjaar 1812.
De oriëntatie, de oostelijke zijgevel met hoge keldervenstertjes, opkamer en bouwnaad, de deels verhoogde zuidgevel, de blijkbaar later toegevoegde westgevel, de verschillende baksteenformaten van risaliet zuid- en westgevel ten opzichte van de andere gevels, de verbouwde vensters en het toegevoegde fronton van de noordgevel laten vermoeden dat het hier om een verbouwing uit het eerste kwart van de 19de eeuw tot lust-landhuis gaat van een vroegere boerenwoning.
Gerestaureerd in 1977-79 onder leiding van architect Raoul Brunswyck in samenwerking met mevrouw P. Swenden. De verbouwing van de bijkeuken (bakhuis?) met verbinding naar het woonhuis en de garage dateren van toen. Hoofdgevel op de zuidzijde gemarkeerd door linker risaliet afgewerkt met fronton met omlopende sierlijst; originele ankers. Rondbogige muuropeningen met kleine roedeverdeling en smeedijzeren leuningen. De bij de restauratie aangepaste deur is voorzien van een portiek met balkon. Westgevel met erker. In de tuin mooie serre uit de 19de eeuw.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n3 (Ru-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Plomteux, Greet Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)