erfgoedobject

Lobos

archeologisch geheel
ID
140152
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/140152

Beschrijving

Algemene Beschrijving

De locatie bevindt zich op een paar kilometer ten zuiden van de Demervallei en ligt midden in het noordelijke deel van het Hageland dat gekend is voor zijn afwisselende dalen (doorsneden door kleine beekjes die richting Demervallei afvloeien) en zijn Diestiaanheuvels. Deze potentiële motte werd voor het eerst als motte aangewezen in de studie van Britt Claes over castrale mottes in Vlaams-Brabant. Door haar eigen kaartstudie en de mondelinge informatie die ze kreeg van de plaatselijke heemkundige kring, werd deze motte opgenomen in de aanvulling van haar inventarislijst. De motte tekent zich in het omliggende landschap duidelijk af als een noord-zuid gerichte verhevenheid die zich bevindt net op het zadel van een zadeldal. De afwatering verloopt langs weerszijden van de verhevenheid via de beken Ossebeek in het westen en Vossekothol in het oosten en zo verder naar de Demervallei. De ovaalvormige hoogte loopt in het zuiden, westen en oosten steil af terwijl ze in het noorden minder steil is. Ten noorden van het dal ligt de Mannenberg. Ten zuiden loopt een zachte helling opwaarts naar de Slangenberg en de Keiberg. Het hoogste gedeelte van de heuvel, 58 m, bestaat uit droog zand met weinig duidelijk ijzer en/of humus B horizont (ZAfe). De zachte noordelijke helling van de heuvel bestaat uit droge, lemige zandbodem met weinig duidelijk ijzer en/of humus B horizont (gSbf). De lager gelegen delen van de omgeving bestaan hoofdzakelijk uit matig droge, lemige zandbodem met weinig duidelijk ijzer en/of humus B horizont (wScfc) en matig natte zandleembodems met sterk gevlekte, verbrokkelde structuur B horizont (wLdc). De verhevenheid is duidelijk in het landschap zichtbaar en ligt ten oosten van het Loboshof, dat in de inventaris onroerend erfgoed omschreven is als hoeve met afzonderlijk boerenhuis en stallingen uitziende op het voorhof.

Morfologie: Ten oosten van het Loboshof is op de aangrenzende akker een duidelijke verhevenheid waar te nemen. Deze verhevenheid meet in noord-zuidelijke richting 75 m en in oost-westelijke richting 50 m. Het hoogste punt ligt ongeveer 5 m hoger dan het Loboshof. In het dal tekent deze verhevenheid zich duidelijk af ten opzichte van de omliggende akkers. Sporen van een gracht en of aarden wal rond de heuvel zijn niet te herkennen. Rond de hoeve is er wel een duidelijke verzakking zichtbaar waar misschien de oorspronkelijke, nu opgevulde, walgracht gelegen was.

Historische gegevens: Van de oostelijk gelegen heuvel zijn er tot dusver geen historische gegevens bekend. Wel ligt de site in het noorden van het Hertogdom Brabant (11de -14de eeuw) aan de zuidkant van de Demervallei in het grensgebied met het oostelijk gelegen Graafschap Loon. Gekende mottes uit dit oostelijk grensgebied zijn onder meer Diest, Geetbets, Zoutleeuw en drie voorbeelden uit Landen.

Hoewel het carthografisch materiaal van veel recentere periode dateert dan de bloeitijd van de mottes in de 11de en de 14de eeuw , kunnen ze nog steeds waardevolle informatie bieden. Op de Villaret-kaart (1745-1748) is het rechthoekig perceel van de hoeve zichtbaar. Van de motte is er op deze kaart geen sprake. Wel kan de benaming "De Louve Bos" ernaast teruggevonden worden. De Ferrariskaart (1777) toont op deze plaats, vlak tegenover de hoeve, een groen beboste heuvel die duidelijk is aangegeven binnen het akkerlandschap. Het gebied wordt benoemd als "De Loobosch". Op de Atlas der Buurtwegen (1840) is er een ovaalvormig perceel aangeduid. Op de geografische kaart van Ph.Vandermaelen (kaart 9/5 Aerschot uit 1830) staat recht tegenover de Ferme LooBosch een cirkel getekend met de letters VH erin geschreven waarvan ons de betekenis volledig ontgaat. Hoewel het verschil in hoogte hier niet is aangegeven met hoogtelijnen, worden de Diestiaanheuvels toch duidelijk aangeduid met arcering. De verhevenheid op het Lobosveld niet. Misschien was ze niet markant, niet groot genoeg om ze te arceren. Op de topografische kaart Vandermaelen (1846-1854) wordt de motte aangeduid met een punt in het landschap. Op de kaart van Popp (1842-1879) heeft de vermoedelijke motte een eigen kadasternummer en heeft het perceel een ovale vorm binnen een groter rechthoekig perceel. Dit fenomeen ziet men ook bij andere mottes waar het perceel van de cirkelvormige heuvel een ander kadasternummer heeft dan de omliggende percelen. Voorbeelden uit de onmiddellijke omgeving zijn deze van Geetbets en Lubbeek. Het is op basis van deze kaart dat Britt Claes het Lobosveld mee opnam in haar inventaris van vermoedelijke mottes. Op het gereduceerde kadaster (commune de Montaigu, Province de Brabant, Arrondissement de Louvain, Canton Diets nr. 204 uit 1848) wordt de verhevenheid aangeduid. Ten zuiden van het Looboschveld wordt de naam Lobosch vijver vermeld.

Ook de bodemkaart laat een duidelijke omlijning zien van deze heuvel. Zelfs de bodemseries van de heuvel zijn anders dan de omliggende waardoor hij ook goed te onderscheiden is. Het DHM toont dit nog explicieter. De heuvel is duidelijk afgescheiden van de noordelijk gelegen Mannenberg. De kleurenorthofoto’s tonen duidelijk een kleurenverschil op de plaats waar de verhevenheid zich uitstrekt.

Archeologisch onderzoek

Naar aanleiding van het opstellen van deze archeologische zone werd de site op 26/06/2010 bezocht en de verhevenheid tekende zich duidelijk af t.o.v. de omliggende akkers. Het is niet zomaar een kleine welving. Het hoogste punt steek zelfs een vijf meter uit boven de omliggende akkers. Na het eerste bezoek werd besloten om één van de akkers, met in het centrum de verhevenheid, te prospecteren met een kleine groep van het toenmalige VIOE. Dit gebeurde op 08/09/2010 nadat het graan geoogst en de akker gebroken en geëgd was. Plantenresten lagen nog verspreid over het terrein. De nacht voor de prospectie had het geregend. De prospectie op de omgeploegde akker, op het noordelijk deel van de afgebakende zone, leverde 117 vondsten op waaronder dakpanfragmenten, een fragment zandsteen, drie silex artefacten, maar vooral postmiddeleeuws aardewerk. Uit voorgaande onderzoeken van mottenterreinen was al duidelijk dat oppervlakteprospectie, zelfs van gekende mottes, soms geen determineerbaar materiaal, net zoals hier dus, of zelfs helemaal geen materiaal opleverden.

Evaluatie van de bewaringstoestand en motivatie voor de afbakening

De motteheuvel is nog aanwezig en steekt duidelijk uit boven de omliggende akkers. De heuvel werd in het verleden geleidelijk door intensieve landbouwactiviteiten afgevlakt. De eventuele grachten rond de motte zijn niet direct in het landschap of op het DHM zichtbaar maar kunnen in de bodem nog wel sporen hebben nagelaten. Er bestaat een grote kans dat nog andere van de oorspronkelijke sporen onderzocht kunnen worden. Hoe het eventuele nog in situ bewaarde archeologisch materiaal geconserveerd is, is moeilijk te achterhalen. De sporen aan de voet van de heuvel en de directe omgeving, zoals grachten en eventuele sporen van aanverwante gebouwen kunnen onder het pakket grond, dat verplaatst is, goed bewaard zijn. Organische resten kunnen goed bewaard zijn in de diepere eventueel waterverzadigde lagen.

Uit bovenstaande informatie is duidelijk gebleken dat het opperhof nog zichtbaar is in het landschap. Ook het neerhof lijkt nog een noordzuidelijke ophoging te kennen. Deze ophoging, zichtbaar op het DHM, vormt de afbakening van de site in het landschap.

Bibliografie

  • DE MEULEMEESTER J. 1984: Circulaire vormen in Oost-Vlaanderen, Archaeologia Belgica 259.
  • CLAES B. 2002: Castrale mottes in Vlaams-Brabant. Inventaris en vergelijking, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, 309-311.
  • GENICOT L., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1.
  • VYNCKIER G., COUSSERIER K. & MORTIER S. 2010: Rapportage: prospectie "Lobosveld" te Scherpenheuvel-Zichem (Br.), onuitgegeven rapport.
  • Website: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/42742
  • Kaart van Graaf de Ferraris (1771-1778): Diest 130A
  • P.H. Vandermaelen: Atlas cadastral du Royaume de Belgique (1830): Diest 9/6
  • P.C.Popp: Atlas cadastral de Belgique (1847-1879): Province de Brabant : arrondissement de Louvain : canton de Diest
  • Gereduceerd kadaster 1848-1854: Montaigu 204
  • Topografische kaart: Aarschot-Scherpenheuvel 24/7-8
  • Bodemkaart van Vlaanderen
  • DHM Vlaanderen
  • Kleurenorthofoto’s Vlaams-Brabant

Bron: AZ dossier
Auteurs: Lommelen, Lies; Vynckier, Geert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Lobos [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/140152 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.