De Venusberg of Veensberg of Berg Boven de Vennen is een getuigenheuvel te Meldert, deelgemeente van Lummen (Limburg), die in het noordelijke deel van de Demervallei ligt en een uitloper is van het Hageland, waar holle wegen en heuvels het landschap domineren. Deze heuvel, die uit twee toppen bestaat, steekt ongeveer een 52,5 m uit boven de zeespiegel en 30 m boven de nabijgelegen Zwarte Beek vallei en ontstond als zandbank van de Diestiaanzee die zich een 7 miljoen jaar geleden terugtrok. In het Laat-Mioceen steeg de zeespiegel en kwam gans Vlaanderen onder water te liggen. De glauconiet rijke zanden die toen werden afgezet oxideerden na het terugtrekken van de zee tot limoniet en de “roest” die aldus ontstond deed het zand aaneenkitten tot ijzerzandsteen. Tijdens de latere intense erosie bood het ijzerzandsteen meer weerstand waardoor een typisch heuvellandschap ontstond. Deze heuvels zijn nu nog steeds duidelijk in het landschap te zien als getuigen van de vroegere Diestiaanzee. De Venusberg tekent zich duidelijk in het landschap af als een west-oost gerichte heuveltop. In het noorden helt de helling licht af naar de ondiep ingesneden vallei van de Veldbeek. De zuidelijke rand echter vormt een steilere helling die afloopt naar de vochtige vallei van de Zwarte Beek en de Vloedgracht. De heuvel wordt gekenmerkt door een uniek landschap met een hoge ecologische waarde. Naast de droge heide treft men ook lager gelegen natte heide aan. Deze natte biotopen zijn uniek en ontstonden door het water dat niet kon doordringen in de ijzerzandsteenlagen en derhalve zijn uitweg zocht via de flanken van de heuvel. Van op de top van de Venusberg heeft men in het zuiden een weids zicht over de vallei van de Zwarte Beek. Meerdere gebieden op de Venusberg worden door Natuurpunt beheerd binnen het natuurgebied van de Vallei van de Zwarte Beek. De Venusberg ligt iets ten noorden van de scheidingslijn tussen de leemstreek en de zandstreek. De gronden op en rond de Venusberg zijn zandgronden en lemige zandgronden net zoals op de nabij gelegen heuvel de Hertenrodeberg. De vlakte ten noorden van de heuvels bestaat uit zandgronden. De bodems ten zuiden, in de vallei van de Zwarte Beek, werden gevormd in het Holoceen en bestaan vooral uit natte zandgronden, lemige zandgronden en veen. Het hoogste gedeelte in het westen en het oosten van de Venusberg bestaat uit zeer droge tot matig natte zandgronden met weinig duidelijke ijzer en/of humus B-horizont (ZAfe). Verspreid over het grootste deel van de Venusberg zowel op de noordelijke als op de zuidelijke flank treffen we een matig droge lemige zandbodem met weinig duidelijk ijzer en/of humus B-horizont (wScfc) aan. Op de westelijke zijde overheersen matig natte lemige zandbodems met weinig duidelijke ijzer en/of humus B-horizont (wSdfc). In hoeverre en in welke mate deze zanden op de Venusberg in recentere tijden verstoven zijn, is niet gekend.
In 1987 maakte Christel Van Genechten een licentiaatsverhandeling aan de K.U. Leuven. Zij bracht al de gegevens samen die gekend waren over de prospecties en de privécollecties die verzameld werden op de Venusberg.
Prospecties – collecties
De Venusberg is al sinds de 19de eeuw vaak geprospecteerd, zowel de oostelijke als de westelijke heuvel. Beide heuveldelen hebben een eerder steile zuidelijke helling en gaan in het noorden meer gelijkmatig over in de hooggelegen vlakte. Voor sommige prospecties zijn de gegevens eerder onduidelijk en de vondsten kunnen dan ook niet altijd geografisch juist gesitueerd worden. Dit geldt voornamelijk voor de artefacten uit de verzameling Gilson. Andere prospecties gebeurden meer systematisch, en laten toe vergelijkingen te maken tussen verschillende delen van de Venusberg wat betreft de densiteit van de vondsten. Bepaalde delen van de heuvel (o.a. het deel tussen Venusberg oost en west) worden ingenomen door bos en zijn niet geprospecteerd. Een deel van dit bos werd onlangs gerooid in het kader van het herwaarderen van het heidelandschap en het aanleggen van boomplantages. Het prospecteerbare gebied bedroeg in het verleden voor elk van de beide heuvels ca. 11 ha.
De verzameling Gilson van het einde van de 19de eeuw bevat een kleine collectie artefacten uit Meldert, deels afkomstig van de Venusberg (naast ook de Hertenrodeberg en Hees). De artefacten en de nota’s worden bewaard in het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen. De gevolgde prospectiemethode is niet duidelijk. Dit geldt eveneens voor de vondstomstandigheden. Christel Van Genechten vermeldt dat de artefacten van de Venusberg uit de collectie Gilson weinig talrijk zijn en, in vergelijking met het overige prospectiemateriaal, geen nieuwe elementen aan het licht brengen. Ze kon 4 kernen, 56 debitageproducten en 22 werktuigen identificeren.
De heer Henri Claes voerde in de periode 1957 tot 1962 op verschillende plaatsen in het oostelijk deel van Vlaams-Brabant en het westen van Limburg prospecties uit. In deze periode deed hij ook prospecties in Meldert, o.a. op de Venusberg, de Hertenrodeberg en de Blanklaar. Hij deelde de gebieden wel op in kleinere eenheden, maar de lokalisatie van de artefacten is meestal niet erg nauwkeurig. Iets duidelijker zijn de gegevens van de prospecties in de periode van oktober 1963 tot november 1967. De dagen van de prospecties zijn aangegeven in de nota’s van de heer Claes en er wordt een duidelijker onderscheid gemaakt tussen verschillende velden. De verzameling Claes (met bijhorende nota’s) bevindt zich in het Laboratorium voor prehistorie van de K.U. Leuven.
De verzameling Drijvers is opgebouwd uit artefacten die de heer Drijvers zelf vond tijdens prospecties vanaf 1976, na enkele toevalsvondsten in 1970 en 1975. Voornamelijk in de periode tussen 1980 en 1985 heeft hij intens oppervlakteprospectie uitgevoerd en liep hij talrijke velden af. De vondsten die hij deed werden aangeduid op kaart en opgetekend in zijn dagboek.
In de collectie Panis zitten artefacten van prospecties op de Venusberg en de Hertenrodeberg in 1982 en 1983. Ze bevinden zich bij de heer Panis voorzitter van de archeologisch vereniging Testa in Tessenderlo.
Beschrijving van het ingezamelde materiaal
Venusberg west Op Venusberg west werden slechts drie paleolithische werktuigen gevonden (kleine afslagen met retouches op één of beide vlakken en een glanzende, dikke patina). Mesolithische types zijn ook eerder zwak vertegenwoordigd (vnl. trapezia, maar ook enkele microlithische spitsen en een microkling met afgestompte boord). Neolithische werktuigen komen vrij algemeen voor, zonder opvallende concentraties. Het gaat o.a. om pijlsneden, bladvormige pijlpunten, en steelspitsen. Een vijftal bandkeramische spitsen werd ingezameld, en acht geretoucheerde mijnbouwklingen. Fragmenten van gepolijste bijlen komen ook voor, meestal hergebruikt als kern. Eén maal- of slijpsteen werd gevonden. De vondstdichtheid is het grootste rond de heuveltop en aan de westrand van Venusberg west. Op al de geprospecteerde velden van de Venusberg west is silex het meest voorkomende materiaal (91,2 %). Verschillende soorten silex komen voor, zoals fijnkorrelig grijs silex met lichtere vlekken die soms grover van structuur zijn, en grofkorrelig vuursteen in verschillende varianten (grijsgevlekt, grijs, grijsgespikkeld, en soms wit). De herkomst van de verschillende soorten is niet helemaal duidelijk. Behalve silex werd ook Wommersomkwartsiet gebruikt (1,4 tot 4,2 %). Het kwam voornamelijk voor in de vorm van afslagen en klingen. Ook werktuigen kwamen voor: voornamelijk schrabbers, geretoucheerde stukken en drie mesolithische microlieten. Een vijftal artefacten (microkling, twee afslagen, schilfer en mesolithische spits) in glimmerzandsteen werd aangetroffen (0,1 tot 1,3 %). Zowel de Wommersomkwartsiet als het glimmerzandsteen werd geïmporteerd uit het ontginningsgebied in de buurt van Wommersom. Er werd een maalsteen in zandsteen van lokale herkomst ingezameld. In totaal werden er 107 kernen gevonden (waarvan slechts één in Wommersom). Meestal gaat het om kernen ter productie van afslagen. Typologisch gezien zijn globulaire en onregelmatige kernen het best vertegenwoordigd. Het overgrote deel van de artefacten bestaat uit debitageproducten (70 tot 80%). De meeste klingen zijn eerder smal en klein, terwijl echte microklingen weinig voorkomen. Afslagen vormen steeds meer dan 33% van de debitageproducten. Schrabbers en geretoucheerde producten vormen een belangrijke groep binnen het werktuigenarsenaal. Opgelijst in volgorde van frequentie van voorkomen trof men geretoucheerde afslagen aan, duimnagelschrabbers, klingen met onregelmatige retouches, geschilferde afslagen, gebroken klingschrabbers, afslagschrabbers, en kleine schrabbers. Andere gemene werktuigen zoals boren, afgeknotte, gekerfde en getande stukken werden in kleinere hoeveelheden aangetroffen. Het vondstenassemblage op Venusberg west is niet volledig homogeen. Mogelijk werd de heuvel gedurende een langere periode in de prehistorie opgezocht. Het grootste deel van het ingezamelde materiaal vertoont een vermenging van algemene, mesolithische en neolithische werktuigtypes. In haar studie van het materiaal geeft C. Van Genechten aan dat het niet duidelijk is of de stukken tot één cultureel of chronologisch geheel behoren. Vergelijkbare vondstenassemblages op andere Diestiaanheuvels in het Hageland (met gelijkaardige vermenging van zuiver mesolithicum en neolithicum) suggereren dat er niet noodzakelijk verschillende groepen te onderscheiden zijn.
De talrijke prospectievondsten wijzen erop dat de bouwvoor van de volledige heuvel bezaaid ligt met talrijke archeologische vondsten. Op de heuvel werden er in het verleden nooit prospecties met ingreep in de bodem of opgravingen uitgevoerd, waardoor de talrijke sporen en archeologische artefacten ook daardoor niet verstoord zijn.
Hoewel er op de heuvel talrijke akkers in gebruik zijn, er op enkele plaatsen bomenrijen werden aangeplant en er sinds 2008 een klein deel ontbost werd ter herwaardering van de heide, wijzen de talrijke prospectievondsten toch op een duidelijke aanwezigheid van steentijdsites. Grondsporen kunnen in de bodem nog herkenbaar zijn. In de droge delen van het landschap is sowieso geen bewaring van onverbrande organische resten te verwachten, maar in de vochtige eventueel wel.
De afbakening van de zone is gebaseerd op de gekende vondstenlocaties die wijzen op de aanwezigheid van steentijdsites in de bodem en beslaat de volledige Venusberg en de noordelijke en zuidelijke hellingen. Als afbakening werd in het noorden de Beringenbaan gebruikt en in het zuiden de Geeneindestraat en de Paalstraat. De noord-zuidafbakening in het oosten loopt via de Wolfstraat en de bebouwde zones; in het oosten vormt de Lange Heidestraat de grens van de afbakening. Deze afbakening omvat niet alleen de hoogste delen van de getuigenheuvel maar loopt door tot in de aangrenzende dalen en lager gelegen gedeelten. Niet de volledige oppervlakte werd in het verleden geprospecteerd, dit we-gens bebossing en talrijke weiden, maar bieden wel potentieel naar nieuwe vondsten.
Bibliografie
Bron: AAZ dossier
Auteurs: Op de Beeck, Lies; Vynckier, Geert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Venusberg [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/140153 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.