De archeologische zones Willebroek Heindonk Heibeek omvat een lichte verhevenheid in de Dijlevallei, ongeveer 500 m ten zuiden van haar samenvloeiing met de Grote Nete tot de Rupel (Scheldebekken). De langgerekte verhevenheid bevindt zich ongeveer 200 m ten zuidwesten van de huidige loop van de Dijle en loopt er parallel mee. Deze lage rug ligt met 3,3 m t.a.w slechts ongeveer één meter hoger dan het omliggende terrein, en nauwelijks 2 m hoger dan de huidige loop van de Dijle. De opduiking ligt binnen een laatglaciale meander van de Dijle en Zenne. De zone wordt in het noordwesten geflankeerd door de Biezenloop en in het zuidoosten door de Gentvliet. De Heibeek loopt centraal door de zone en doorsnijdt de rug op eerder onnatuurlijke wijze. De rug is op de bodemkaart duidelijk zichtbaar. De bodem is er bijvoorbeeld droger: matig droog tot matig nat (drainageklassen c en d) terwijl de gronden er rond nat tot zeer nat zijn (e en f). Daarnaast is de textuur grover op de rug: lemig zand (textuurklasse S) en lichte zandleem (P) i.p.v. zandleem (L) en klei (E) errond. Het gebrek aan profielontwikkeling (profielklasse p) rond de rug geeft de alluviale aard van de bodem hier weer, duidelijk te onderscheiden van de rug waarvoor de bodemkaart de aanwezigheid van een structuur B horizont aangeeft. Dit alles bevestigt het idee van een drogere plek in de alluviale vlakte. De alluviale afzettingen die deze opduiking momenteel begrenzen zijn pas in het laatholoceen hier afgezet, en dekken het vroegholocene oppervlak af. De volledige AZ is op het gewestplan aangeduid als landschappelijk waardevolle agrarische gebied. Ze is grotendeels in gebruik als akker- en weiland, met voornamelijk langs de Dijle enkele beboste percelen. De zone maakt deel uit van het Sigmagebied Heindonk Tien Vierendelen, dat in de nabije toekomst wordt ingericht als overstromingsgebied.
Dhr. J. Dils verzamelde aan de oppervlakte van de verhevenheid herhaaldelijk (in 2005, 2006 en 2011) steentijdvondsten, wat aangeeft dat de bodem op deze plaats een steentijdsite bevat. Het ensemble, dat iets meer dan honderd artefacten omvat, bevat zowel mesolithisch als neolithische artefacten. De aanwezigheid van microlamellaire producten in Wommersomkwartsiet en andere materialen wijzen op een aanwezigheid in het mesolithicum. De aanwezigheid van een trapezium wijst op een aanwezigheid in het laatmesolithicum. Een grote hoefschrabber en een krachtig klingfragment in bruin gepatineerde silex, en een afslag met gepolijst oppervlak, duiden op het neolithicum. De verhevenheid steekt uit boven de omringende alluviale sedimenten. Het is dan ook meer dan waarschijnlijk dat de site zich verder uitstrekt onder dit alluvium.
Bron: AZ dossier
Auteurs: Van Gils, Marijn; Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Heibeek [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/140192 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.