Neoclassicistisch burgerhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok parallel aan de straat) met achteruitwijkend oostelijk aanbouwsel gedateerd 1901 in gevelsteen; aan straatzijde ijzeren hek en poort tussen zware pijlers.
Bepleisterde, beschilderde hoofdgevel op hoge arduinen sokkel met keldermonden; voorts schijnbossage, kordons en met stucwerk versierde panelen. Links risaliet met balkon op consoles; deurvenster met cartouchevormige sleutel en gebogen fronton. Rechthoekige vensters en deur, op de hoofdverdieping met balusters in de borstwering en geprofileerde waterlijsten. Aflijnend vlak fries, houten kroonlijst op klossen en muizentand.
Zijpuntgevel en bijgebouwtje (dienstwoning?) van baksteenmetselwerk met speklagen.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n3 (Ru-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Plomteux, Greet Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)