omvat de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Domein Hof Te Schilde
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Domein Hof ten Broecke
Deze vaststelling is geldig sinds
Het Hof ten Broecke, ook gekend als het Hof te Schilde is een bebost, rechthoekig omgracht domein van het voormalige Hof van Schilde, gelegen ten zuidoosten van het centrum van Schilde.
Het Hof van Schilde was aanvankelijk een omwaterde verdedigingsschans bij de natte beemden van de Schijnvallei. Het goed was eind 14de eeuw in het bezit van Franco van Wijnegem. Het cijnsgoed met heerlijke rechten kwam omstreeks 1400 in het bezit van de familie van Berchem en vermoedelijk bewerkten Willem of Costen het gebroekte en maakten zij een afwatering naar de Schijn mogelijk. Een omwaterde verdedigingsschans werd opgeworpen en ook voorzien van gebouwen, die reeds in 1438 werden hersteld. De goederen van Jan van Berchem werden in 1545 verbeurd verklaard ten voordele van de vorst. Alvaro d'Almaras en Willem van de Werve kochten reeds in 1545 deze goederen op. Enkele maanden later werd Willem van de Werve de enige bezitter van het Hof ten Broecke, toen beschreven als een omwaterd stenen huis met toren, cijnsboek, laathof en hoeven. Ook kwam hij in 1559 in het bezit van de heerlijkheid Schilde zodat het Hof ten Broecke de zetel werd van de heerlijkheid. Het goed bleef eigendom van de familie van de Werve tot Karel Bruno van de Werve in 1722 de heerlijkheid Schilde en het kasteel verkocht aan baron Paolo Jacomo de Cloots. Vermoedelijk liet Willem van de Werve na 1559 het kasteel herbouwen of verbouwen.
Het kasteel werd beschadigd in 1702-1704. Onder P.J. de Cloots (1722-1725), baron J.A. Van Hove (1728-1740) en hun weduwe Joanna de Pret werden het domein en het kasteel tussen 1723 en 1756 grondig gewijzigd. Hovingen, priëlen, dreven, waterpartijen, fonteinen en een grote vijver werden aangelegd. Een sluis op het Schijn zorgde voor het behoud van het waterpeil en een Chinese toren met pompinstallatie diende om de fonteinen en watervallen te doen werken. De toegang tot het domein vanaf de Turnhoutsebaan, namelijk de Bellevuedreef, werd aangelegd in 1750-1751. Het kasteel werd onder handen genomen door architecten en beeldhouwers Jan Pieter van Baurscheit de Jonge, Willem Ignatius Kerricx, Michiel van der Voort, kunstsmid Cornelius Marckx van Kontich en meester-metser Jacob Godefrooy van Deurne. Op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) wordt het “Château de Schilde” weergegeven als een waterkasteel aan de noordzijde van een langwerpige waterpartij, toegankelijk via een brug. Binnen de op het Schijn aansluitende omgrachting bevinden zich de moestuinen en een klein sterrenbos. Het tracé van de Bellevuedreef is reeds duidelijk herkenbaar. De Grote Hoeve wordt afgebeeld als de “Cense de Nieuwenhoef” ten westen van de dreef. Vochtige weilanden en bospercelen omringen het kasteel in de Schijnvallei. Aan weerszijden van de Bellevuedreef komen landbouwgronden en bospercelen voor. De kaart van Vandermaelen (1846-1854) stelt het “Château de Schilde” op een gelijkaardige manier voor. De Grote Hoeve wordt aangeduid als de “Speelhof hoef”.
Het domein bleef in handen van de familie van de Werve en Henri van de Werve liet tussen 1876 (eerste steenlegging op 12 oktober 1876) en circa 1891 het kasteel herbouwen in eclectische stijl naar ontwerp van H. Parent. Het interieur werd verrijkt met historische schilderingen over de geschiedenis van de familie, over Schilde en Antwerpen, uitgevoerd door de schilders G. Guffens en J. Swerts en de glasschilders P. Van de Ouderaa, A. Stalens en A. Janssens. Ook het domein werd gewijzigd en onder meer voorzien van een steiger aan de vijver, de zogenaamde Tempel van Venus en het paviljoen Bobine-les-bains. Na de dood van Françoise de la Boessière-Thiennes, echtgenote van Gaston van de Werve, werden circa 500 hectare verkocht aan de N.V. Compagnie Immobilière de Belgique en de gemeente Schilde kocht het kasteel en het park op 26 juni 1953. Kort daarop werd het kasteel echter gesloopt.
Het beboste domein wordt in het zuiden begrensd door het Groot Schijn. De Bellevuedreef, een geasfalteerde dubbele dreef van opgaande beuken (Fagus) vormt langs de noordelijke toegang de verbinding met de Turnhoutsebaan. Het domein is toegankelijk via een bakstenen boogbrug met ijzeren leuning en poort uit het tweede kwart van de 18de eeuw (?) naar ontwerp van Willem Ignatius Kerricx en met steen geleverd door Jean Baptiste Lisse. De momenteel verdwenen brugleuningen en hek van 1736 werden uitgevoerd door Cornelius Marckx naar ontwerp van Pieter Jan van Baurscheit de Jonge. De poort omvat vier geblokte pijlers voorzien van geprofileerde panelen met rocaille versiering en schachtringen, onder een dekplaat en met vaasvormige bekroning (bij twee pijlers). Hiertussen bevindt zich een eenvoudig ijzeren hek. Dit gemeentelijk park bevat een centraal gelegen vijver waarop zich axiaal met de Bellevuedreef de funderingen van het gesloopte rechthoekig waterkasteel bevinden, namelijk een gecementeerde en vlak afgedekte bakstenen constructie met getraliede kelderopeningen, schietgaten en rondboogvormige openingen.
Ten oosten ligt de deels ommuurde moestuin die toegankelijk is via een 18de-eeuwse poort met geblokte pijlers op vierkante sokkels, onder een dekplaat en met vaasvormige bekroning, waartussen zich een sierlijk smeedijzeren hek bevindt. De oranjerie aan de noordzijde van de moestuin bestaat uit een rechthoekig gebouw met een noordgevel van negen traveeën en één bouwlaag onder een schilddak van Vlaamse pannen, uit de tweede helft van de 18de eeuw en hersteld door de Kring voor Heemkunde vanaf 1971. Het bakstenen gebouw is ontpleisterd. De penanten met verdiepte bakstenen pilasters hebben een hoofdgestel met kordonlijst. De grote rechthoekige vensters staan op lekdrempels. De rondboogpoorten zijn bij drie middentraveeën aangebracht in een bepleisterde omlijsting met imposten, sluitsteen en waterlijst. De zuidgevel heeft centrale identieke rondboogpoorten en recent aangebrachte rondboogvensters. De flankerende oostelijke woning van twee bouwlagen onder een zadeldak van Vlaamse pannen dateert uit het vierde kwart van de 19de eeuw (?). Het betreft een gecementeerd (?) bakstenen gebouw met rechthoekige muuropeningen.
Op een zuidoostelijke uitloper van de vijver ligt op een eilandje de ruïne van de zogenaamde Tempel van Venus. Eveneens in het zuidoosten van het domein is de ruïne van het zogenaamd badhuis (vierde kwart 19de eeuw) gesitueerd, bestaande uit rechthoekige constructie met dubbele hardstenen zuilenrijen met polygonale sokkels en kapitelen voorzien van voluten en cartouches. De hardstenen zuilen staan op vierkante sokkels en onder Dorische kapitelen en dekplaten.
Ten noorden van het kasteel bevindt zich langs de Bellevuedreef de Grote Hoeve, daterend uit het derde kwart van de 18de eeuw en onder meer verbouwd in het derde kwart van de 20ste eeuw. De hoeve gaat terug tot de 16de eeuw. De huidige gebouwen bevinden zich binnen een omhaagd domein met een gekasseid erf en waterput. De hoeve was afhankelijk van het Hof ten Broecke.
Auteurs: Wylleman, Linda; Cox, Lise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Bellevuedreef
Is deel van
De Pont
Is deel van
Vallei van het Schijn met kastelen Schilde, Bleekhof en Vrieselhof
Omvat
Grote Hoeve
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Domein Hof ten Broecke [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/14112 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.