Sterk verbouwd landhuis, volgens de legende bezitting van ridder Van Havre; in kern vermoedelijk opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw. Dubbelhuis van ongelijk aantal traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op de straat) met dakvensters.
Beraapte lijstgevels met rechthoekige muuropeningen, aan de voorzijde met houten latei en tralies, aan de achterzijde met originele ruitvormige roedeverdeling. Tegen de westgevel merkwaardige ronde toren met jaartal 1820 in gevelsteen (Romeinse cijfers): gedecapeerde, verankerde muren met spitsboogvensters.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n3 (Ru-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Plomteux, Greet Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)