Perserij van non-ferrometalen. Voorheen was hier de mouterij "Malterie Vander Molen", opklimmend tot circa 1885 gevestigd, later de rubberfabriek zogenaamd Le Caoutchouc Récupéré (Socaré); deze werd in verschillende loten verkocht, onder meer circa 1963 aan Inofer.
Aan Geerdegemvaart/Postzegellaan palende, oude fabriekshal van zes en tien traveeën en vier bouwlagen onder twee parallelle zadeldaken (nok loodrecht op de vaart, roofing), met in het verlengde het verhoogde gedeelte met de voormalige mouttorens van zes en drie traveeën en zes bouwlagen onder plat dak; het plan, in 1900 gevoegd bij het onderzoek de commodo et incommodo tot uitbating van de mouterij, draagt de stempel van de Antwerpse architect G. Matthyssens.
Baksteenbouw gemarkeerd door zware muurankers; bewaarde kleine rondboogvensters in oost- en zuidgevels; bepleisterde kopgevel geritmeerd door lisenen; aangepaste rechthoekige muuropeningen in noord- en westgevel. Inwendige, gietijzeren draagconstructie met I-balken op gietijzeren kolommen.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. 1995: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Mechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n2, Brussel - Turnhout. Auteurs: Plomteux, Greet Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)