Het gemeentehuis werd in 1904-1907 gebouwd in neo-Vlaamserenaissance-stijl naar ontwerp van provinciaal architect Louis Gife. In de periode 1961-1964 werd het gemeentehuis vergroot.
Vanaf het tweede kwart van de 19de eeuw begint men er in Schoten aan te denken om een gemeentehuis te bouwen. De pogingen om in 1827 en opnieuw in 1840 geld op de bank te plaatsen en te sparen voor de bouw van een gemeentehuis, tonen aan dat de wil er wel was, maar de middelen ontbraken. Schoten was nog te klein voor een eigen administratief gebouw. Zoals in talloze andere vredige dorpjes huurde men de herberg, in dit geval deze van weduwe Besseleers, voor de vergaderingen van het schepencollege enzovoort.
In 1840 worden er plannen en een bestek opgemaakt door de provinciale architect Berckmans. Dit ontwerp werd echter door het gemeentebestuur afgewezen wegens de te hoge kosten. In 1851 werd er grond gekocht van Vermeulen waarop drie ongezond verklaarde huisjes stonden, bestemd om te worden afgebroken. Dit is te situeren op de plaats waar het huidige gemeentehuis staat, meer bepaald van het bevolkingsbureau. De grond grensde aan het eigendom van de Heer L. Besseleers. Het project van Berckmans werd begroot op 3.482 frank en na een openbare aanbesteding toegewezen aan aannemer J.B. Dirckx uit Antwerpen voor 3.900 frank. De ruwbouw was reeds eind 1852 voltooid. De binnenafwerking, meer bepaald het schilderen en behangen, gebeurde pas in september 1854.
Reeds in 1892 was het gebouw te klein en werd uitgekeken naar een nieuw stuk grond in de kom van de gemeente. Datzelfde jaar werd 1.270 vierkante meter grond gekocht in de Korte Bomenstraat (heden Churchilllaan), maar om onbekende redenen wou het gemeentebestuur zich daar later van ontdoen. In 1902 kocht de gemeente een perceel grond bij, 756 vierkante meter groot van M. Van Cantforts en besliste het bestaande gemeentehuis af te breken.
In 1904 werd de ruwbouw aanbesteed volgens de plannen van provinciearchitect L. Gife. De werken werden toegewezen aan de laagste bieder, L. van Mechelen uit Schoten, voor de som van 47.672 frank. Om het geheel te financieren ging het gemeentebestuur een lening aan van 150.000 frank bij het Gemeentekrediet. Het nieuwe gemeentehuis in neotraditionele stijl werd in juni 1907 ingehuldigd.
Ook dit gebouw werd al gauw als te klein ervaren. In 1927 moesten de posterijen, die een onderkomen hadden in het lagere hoekgedeelte en de huidige conciërgewoning, verhuizen om de personeelsuitbreiding van de gemeentelijke administratie op te vangen. Twee jaar later werd de transformatiekabine, die op de binnenplaats stond, afgebroken omdat ze een vergroting in de weg stond. In 1930-1931 moest de brandweer het gemeentehuis verlaten en werd de vrijgekomen ruimte omgebouwd voor de installatie van een nieuw bevolkingsbureau. Meteen werd ook overgestapt van een verwarming met kachels en hout naar een centrale verwarming. Samen met enkele verfraaiingswerken kwamen de kosten van deze verbouwing op 76.477 frank. Nog volstond deze uitbreiding niet, want in 1939 werden nog twee lokalen aan het voormalige posthuis toegevoegd. In de periode 1948-1951 werden voor 210.407 frank werken uitgevoerd om de schade ten gevolge van bombardementen op het einde van de oorlog te herstellen. Vooral het dak en de toren waren zwaar beschadigd.
In de periode 1961-1964 volgde er een nieuwe uitbreiding. Nog steeds kon het gemeentehuis niet voldoende plaats bieden zodat rond het moment van de bescherming (1998) een volledig nieuwe vleugel aangebouwd werd aan de zijde van de Verbertstraat, waar zich vroeger de technische dienst bevond.
Het huidige gemeentehuis is opgetrokken in bak- en zandsteen. Het oorspronkelijk gebouw bestaat uit twee vleugels van respectievelijk zeven en drie traveeën en twee bouwlagen onder een leien zadeldak met dakkapellen. Tussen deze twee vleugels bevindt zich een polygonale hoektoren als monumentale verbindingsas. Deze toren wordt bekroond door een ingesnoerde naaldpits en lantaarn. In de lagere delen op de hoek tussen Churchilllaan en Sint-Cordulastraat en in de huidige conciërgewoning bevond zich tot 1927 de post.
De voorgevel (zeven traveeën) wordt verhoogd door een getrapt dakvenster, uitgevoerd met een cartouche met wapenschild en kroon en twee flankerende beeldnissen. De hoofdinkomdeur wordt geaccentueerd met een natuurstenen omlijsting van diamantkoppen en een pseudobalkon. Beide vleugels hebben een lijstgevel met een houten kroonlijst op klossen op een hoge zandstenen sokkel en zijn voorzien van diverse muuropeningen met bol- en kloosterkozijnen in verdiepte korfboognissen met ontlastingsboogjes. De lisenen worden telkens ondersteund door een natuurstenen consool en getooid met sierankers die de moerbalken van de vloeren op hun plaats houden. Het lage hoekgedeelte wordt bekroond met kantelen. De speklagen, natuurstenen negblokken, diamantkoppen, waterlijsten en kruismonelen dragen bij tot de neorenaissance uitstraling van het gebouw.
In de hal bevindt zich een gietijzeren trapconstructie die eindigt op een bordes met balustrade en twee rondbogen op zuil en halfzuilen. Dit bordes verbindt de raadzaal met de kabinetten van burgemeester en secretaris. De overloop naar de andere ingang van de raadzaal steunt op een gietijzeren constructie. De moerbalken van de houten zoldering rusten op natuurstenen consolen en hebben eenvoudig versierde balksleutels. In de eerste rondboog hangt nog een originele gaslamp die eertijds voor de nodige verlichting moest zorgen.
De raadzaal is opgevat in hoofdzakelijk neorenaissance- en neobarokstijl. De overkluizing wordt gerealiseerd door een spits houten tongewelf met gedecoreerde houten trekkers op witstenen volutenconsolen. De muren zijn opgebouwd uit een houten lambrisering met diamantkopmotief en daarboven ofwel ramen, witstenen bossagewerk of goudlederen bekleding. De witstenen schouw bestaat uit een rechte architraaf op halfzuilen met volutenkapiteel. Bovenop de schouwboezem bevindt zich een barok uitgewerkt fronton met het wapenschild van de gemeente. Het meubilair is nog origineel en in dezelfde stijl opgevat als de raadzaal zelf. Het bestaat uit een halfronde raadzaaltafel met twee bijhorende rechte tafels, de stoel van de burgemeester, een dertigtal stoelen voor de schepenen, allen met lederen rugleuning en zitvlak. Verder is er een toehoordersgedeelte met stoelen met rieten zitvlak, dat afgescheiden wordt door middel van een houten balustrade.
De kabinetten van burgemeester en secretaris zijn eerder sober van afwerking. Boven de gecapitonnneerde deuren staat de naamsvermelding. In het kabinet van de burgemeester bevindt zich een mooie bibliotheekkast.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DA002161, Geografisch pakket Schoten
Auteurs: Malliet, An
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Malliet A. 2014: Gemeentehuis van Schoten [online], https://id.erfgoed.net/teksten/165491 (geraadpleegd op ).
Gebouw in neotraditionele stijl van 1904-07 naar ontwerp van architect Louis Gife, vergroot in 1930-31, 1939 en 1961-64, onder meer met woningen Sint-Cordulastraat nummers 2 en 4 in voortgezette stijl.
Oorspronkelijk gebouw van twee vleugels, respectievelijk zeven en drie traveeën en twee bouwlagen met polygonale hoektoren tussen beide. Beide vleugels onder zadeldak (leien, nok parallel aan de straat) met dakkapellen; de toren met ingesnoerde naaldspits en lantaarn.
Lijstgevels van bak- en zandsteen op hoge dito sokkel; bol- en kloosterkozijnen in verdiepte korfboognis met ontlastingsboogjes; lisenen en sierankers, de gevel aan de Churchilllaan verhoogd met getrapt dakvenster, voorzien van cartouche met wapenschild en kroon en twee flankerende beeldnissen.
Interieur: hal met gietijzeren trapconstructie; raadzaal met interieur uit bouwperiode: muren met witstenen parement deels bekleed met goudleder; witstenen schouw; overkluizing met spits houten tongewelf.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n3 (Ru-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 1985: Gemeentehuis van Schoten [online], https://id.erfgoed.net/teksten/14409 (geraadpleegd op ).