Kasteel gelegen in prachtig domein met loofbomen, onder meer statige beukendreef, in de nabijheid van de Tappelbeek. Het hof werd begin 15de eeuw verbouwd door Maximiliaan T'Seraerts, nogmaals verbouwd en gerestaureerd door jonkheer Jacobus J. Meyers in het eerste kwart van de 19de eeuw.
Dubbel omgracht kasteel met neogotische dienstgebouwen tussen beide grachten. Eerste brug geflankeerd door vierkante pijlers geornamenteerd met spitsbogen en bekroond met gebeeldhouwde wapenuitrusting. Tweede brug met drie rondbogen en ijzeren leuning; begroeide bakstenen poort geflankeerd door slanke ronde torens onder leien naaldspits verbonden door trapgevel; spitsboogdoorgang naar een ommuurd binnenhof, begroeide ronde toeren op de zuidwestelijke hoek en begroeid paviljoen onder klokvormig leien dak op de noordwestelijke hoek. Aan noord- en oostzijde: L-vormig kasteel van twee bouwlagen onder leien afgewolfde zadeldaken, gemarkeerd door torens, topgevels en schouwen.
Hoofdvleugel ten oosten van het binnenhof, verankerde baksteenbouw met ten zuidwesten een polygonale bakstenen toren (eerste kwart van de 19de eeuw) onder leien spits, geflankeerd door arkeltorentjes, diverse muuropeningen.
Ten zuidoosten een polygonale hoektoren met overkragende bekroning en kantelen. Gecementeerde verankerde westelijke voorgevel, toegangstravee hoger opgaand met een trapgevel; spitsboogvensters op de begane grond, segmentboogvensters op de tweede bouwlaag. Verankerde bakstenen noord-, oost- en zuidgevels op een natuurstenen plint met rechthoekige en spitsboogvensters. Verspringende oostelijke achtergevel, hoger opgaande en uitspringende tweede travee met puntgevel op schouderstukken, overhoeks topstuk.
Ten noordwesten lagere haakse zijvleugel onder leien zadeldak met dakvensters, op de noordwestelijke hoek een ronde toren met overkragende bovenverdieping op consoles en een leien klokvormige spits. Verankerde baksteenbouw met aangepaste west- en zuidgevel; in- en uitgezwenkte westelijke topgevel met overhoekse topstukken. Rechthoekige en segmentboogvensters.
Aanhorigheden uit de 19de en de 20ste eeuw in het domein, onder meer hoeve met langsschuur van golfplaten onder leien schilddak, behouden volume wijzend op oudere kern.
Links van eerste toegangsbrug portierswoning (nummer 2) van acht traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (kunstleien). Bakstenen lijstgevel op een gecementeerde lint, verhoogd met getrapte dakvensters. Kruis- en kloosterkozijnen met hardstenen dorpels. Geprofileerde rondboogdeur in vijfde travee. Ertegenover bakstenen koetshuis met segmentboogpoorten.