Voormalige provisorwoning (nok loodrecht op de straat) uit het vierde kwart van de 17de eeuw tot de 18de eeuw palend aan oostgevel van de zogenaamde "Ruitershoeve". Woning met vertrekken voor de abt en provisor gelegen bij de Grote Hoeve van Hooidonk. Hersteld in 1654; tussen 1697 en 1699 werd het toen afgebrande hof herbouwd of hersteld. Benedenkwartier brandde af op 21 maart 1754 en werd kort daarop hersteld. Funderingen vernieuwd in 1760.

Rechthoekig gebouw met verhoogde begane grond en zuidelijke voorgevel van vijf traveeën en één bouwlaag onder vernieuwd zadeldak (nok loodrecht op de straat, mechanische pannen), naar verluidt gedateerd 1697 in de oostgevel, heden echter niet meer leesbaar. Verankerd, bepleisterd en beschilderd bakstenen gebouw op gepikte plint. Vermoedelijk in het vierde kwart van de 18de eeuw gewijzigde muuropeningen namelijk beluikte rechthoekige vensters met 19de-eeuwse (?) houten kruisramen en kleine roedeverdeling, rechthoekige deur met bovenlicht waarin fraaie roedeverdeling identiek aan deze van het Zoerselhof en molenhuis . Hoge steektrap met recente smeedijzeren balustrade.