Fort Sint-Marie is het oudst bewaard gebleven fort van de vesting Antwerpen. Gebouwd volgens het type van het gebastioneerde stelsel, tussen 1855-58 en gemoderniseerd tussen 1877-1882.
Fort Sint-Marie is het oudste fort van de binnenste fortengordel. Gebouwd tussen 1855-58 gaat het fort de bouw van de eerste generatieforten tussen 1860-65 ten zuidoosten van Antwerpen vooraf. Het is een oude fortensite: al van in de 16de eeuw bestond hier een (aarden) fort ter verdediging van de Schelde stroomafwaarts van Antwerpen. Sint-Marie was het eerste dat een grondige renovatie onderging. Sinds 1855 werd het tot een gebastioneerd fort omgebouwd, dat van oppervlakte veel groter was dan zijn voorgangers. Later volgden ook de forten Sint-Filips en De Perel. Ook deze forten werden in de gemoderniseerde Scheldeverdediging ingeschakeld. De fortjes Lillo en Liefkenshoek behielden hun oudere (grotendeels 16de-eeuwse) verschijningsvorm. Zij werden al in 1894 militair buiten gebruik gesteld.
Samen met de forten Sint-Filips en De Perel vormde fort Sint-Marie een belangrijke schakel in de Scheldeverdediging. De locatie in een scherpe bocht van de Schelde was heel geschikt om de toegang tot Antwerpen te controleren.
Grondplan gebastioneerd stelsel
Fort St-Marie is het enige fort in de vesting Antwerpen dat volgens het type ‘gebastioneerd’ stelsel is gebouwd. Dat is goed zichtbaar aan de vijfhoekige uitbouwen (=bastions) in de vestinggracht. Vanuit deze bastions met aarden borstweringen konden de militairen in het fort eventuele aanvallers van dichtbij onder vuur nemen. Dat forten in de jaren 1850 nog volgens het gebastioneerde stelsel werden aangelegd, toont aan dat de vestingbouwers lang aan deze bouwwijze zijn blijven vasthouden. Enkele jaren later werden de eerste forten volgens het polygonale stelsel geconstrueerd. Sint-Marie bevindt zich dus op de breuklijn tussen twee verschillende constructiewijzes in de vestingbouw.
Tussen de bastions wierp men hoge wallen op, als verdediging van de omgeving. In het noorden van het forteiland kwam er een courtinegebouw van twee verdiepingen, onderaan voor de huisvesting van de troepen en bovenaan voor de opstelling van het geschut. Op het aangeaarde dak was plaats voor de opstelling van houwitser-kanonnen. Van daaruit werd de Schelde onder vuur genomen. Oorspronkelijk omgordde een dubbele gracht het forteiland. De ‘vijver’ in het midden van het forteiland ontstond naar aanleiding van de bouw van het fort. Omdat de ondergrond veel veen bevatte, volstond de hoeveelheid uitgegraven aarde van de grachten niet om de wallen rond het fort aan te leggen. Die vulden ze aan met uitgegraven aarde uit het midden van het forteiland. Nog bijzonder aan het grondplan is de positionering van de historische gebouwen langs de Scheldeoever, want daar speelde de actie zich af.
Kort na de ingebruikname van het fort volgden enkele aanpassingen. In 1877 kwam er een pantserbatterij voor zes kanonnen boven op het courtinegebouw en in 1882 een onderwaterbatterij, een torpedoloods en een gebouw voor perslucht buitendijks. De onderwaterbatterij kon twee zelfbewegende torpedo’s lanceren, één stroomafwaarts en één stroomopwaarts. De bouw van de onderwaterbatterij in de Schelde was een reactie op de introductie van pantserschepen die met gewone kanonnen nauwelijks konden worden uitgeschakeld.
Fort Sint-Marie lag bij de bouw in het inundatiegebied van linkeroever. Volgens het oorspronkelijke concept kon het dus aan alle kanten door water omgeven worden. Daar kwam verandering in vanaf 1870 met de bouw van de defensieve dijk. Deze waterkering zorgde ervoor dat de zone ten oosten van fort Sint-Marie en het fort van Zwijndrecht niet onder water kwam te staan en dus bruikbaar was voor de circulatie van troepen.
Wereldoorlogen
Tijdens de Eerste Wereldoorlog trad fort Sint-Marie niet in actie. Bijzonder is wel dat generaal Deguise, bevelhebber over de vesting Antwerpen- er op 10 oktober 1914 gevangen genomen wordt door de Duitse troepen. Hij had er zich teruggetrokken in de hoop op linkeroever nog enige weerstand te bieden tegen de oprukkende tegenstander. In het interbellum onderging fort Sint-Marie aanpassingen, zodat het als infanteriesteunpunt bruikbaar was. Getuige daarvan zijn de toevoeging van gasdichte deuren en de bepantsering van gewapend beton. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het fort door de bezettende Duitse troepen als opslagplaats voor gerecupereerd materiaal gebruikt. In 1944 bliezen de Duitsers bij hun terugtrekking de pantserbatterij van fort Sint-Marie op.
Huidige toestand
Het oorspronkelijke grondplan is gedeeltelijk nog herkenbaar in de huidige lay-out van het fort. Zijn behouden: het courtinegebouw, de gekazematteerde batterij. Het noordelijke en centrale gedeelte van het fort zijn nog in goede staat. Drie van de vijf bastions met wallen zijn bewaard gebleven. Interessant zijn de bewaarde bastions met borstweringen, in combinatie met de vestinggracht. De wallen zijn representatief voor de open opstelling van de artillerie op de wallen, wat gebruikelijk was tot in de jaren 1880.
Aantastingen zijn: de volledig gedempte buitenste gracht (nog zichtbaar als lager gelegen deel aan de zuidwestkant van het fort), de deels gedempte binnenste gracht, de in 1944 opgeblazen pantserbatterij. De torpedoinstallatie was een interessant onderdeel van het fort, maar is grotendeels verdwenen. De behuizing is in zeer slechte toestand.
Nieuw toegevoegde volumes: in de jaren 1950-60 werden aan het oorspronkelijke grondplan diverse loodsen, keukenblok, hoogspanningscabine, leslokalen voor de zeevaartschool, kapel, jachthaven voor riviermijnenvegers toegevoegd. Sinds 1951 leidde de zeevaartschool er mensen tot kapitein op. Boven op het courtinegebouw verscheen in 1972 een betonnen verdieping in brutalistische stijl naar een ontwerp van architect Leo Verschueren. Gemakshalve noemde men de nieuwe constructie 'blok operaties'. Het diende als controle- en radiocentrum voor de scheepvaartbewegingen op de Schelde en de haven.
De ensemblewaarde is het grootst in het noordelijke gedeelte van het fort: daar vormen de binnenste vestinggracht, het courtinegebouw, de bastions met borstwering een nog zichtbaar ensemble. Voor het overige is het forteiland aangetast door de nieuw toegevoegde volumes. Het gebouw in brutalistische stijl is architecturaal wel interessant.
Het fort ligt in het havengebied van Antwerpen, op linkeroever. Rondom het fort is er een elektriciteitscentrale gekomen (noord), ten noorden van de voormalige Scheldekreek ‘Melkader’ en in het zuidoosten zijn langs de Schelde de grond opgespoten en dus kunstmatig verhoogd. Er is wel een verbinding mogelijk naar het Groot Rietveld ten zuiden van het fort, waar ook de defensieve dijk ligt.
Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verboven H. 2019: Fort Sint-Marie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/311886 (geraadpleegd op ).
Gelegen in het noorden van gemeente Zwijndrecht, ten oosten van de dorpskern van Kallo, op de linker Scheldeoever. Oorspronkelijk werd hier een fort opgericht in 1584 in opdracht van de hertog van Parma; gebouwd door de veldheer markies van Roubaix. Het fort Saint-Marie maakte met het fort Saint-Philips op de rechteroever deel uit van de vlotbrug over de Schelde. Fort Saint-Marie bleef na de afbraak van de brug in 1585 bestaan. In 1865 werd een nieuw fort gebouwd in de fortengordel rond Antwerpen (zie Zwijndrecht). Sinds 1961: basis van de Belgische zeemacht.
Polygonaal, deels omwaterd fort met centrale vijver. Bewaarde aarden wallen, voorts 19de- en 20ste-eeuwse kazernegebouwen.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n3 (Ru-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Steyaert R. 1985: Fort Sint-Marie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/14698 (geraadpleegd op ).