Teksten van Kasteeldomein De Borght

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/1470

Kasteeldomein De Borght ()

De oudste geschreven bronnen in verband met het domein 'De Borght' in Mechelen gaan terug tot de 14de eeuw. Het huidige kasteel werd omstreeks 1860 gebouwd in opdracht van Ed. Van Doornick en werd gerealiseerd in een gemengde stijl van neogotiek en neo-Vlaamse renaissance. Het kasteel is een vrijwel rechthoekig gebouw met lijst- en topgevels, geflankeerd door hoektorentjes.

Historiek

De naam 'borght' zou etymologisch verwijzen naar een torenvormige versterking, aangelegd op een berg van opgeworpen aarde, met grachten en water rondom. In het geval van deze 'borcht' op Nekkerspoel bleven grondvesten van een dergelijke versterking bewaard, met name de aarden ophoging, de funderingsmuren en de omheiningsgracht. De aanwezigheid van deze elementen verwijzen naar de middeleeuwse oorsprong van domein De Borght, door sommige historici vereenzelvigd met het feodale slot van de Berthouts.

Tot nader onderzoek blijven we naar de precieze ouderdom van de oudste burcht en haar bewoners gissen. Wel weten we met zekerheid dat De Borcht in 1423 als domaniaal goed door Filips de Goede verkocht werd. In 1428 was het goed eigendom van Ludovicus 'T Sallaert, ofwel De Donckere, schout van Mechelen, die het liet herbouwen. Van dit 15de-eeuwse slot zijn verschillende afbeeldingen bewaard. Ook dit slot werd grotendeels gesloopt, maar de omvangrijke motte die tot op heden bewaard bleef, getuigt zonder twijfel van de hoge ouderdom van de site.

In 1758 werd het goed gesloopt tot op de funderingen en enkele brokstukken na (bewaard in het Hof van Busleyden). Het huidige neogotische kasteel werd wellicht omstreeks 1860 opgetrokken in opdracht van Ed. Van Doornick. Het liefelijke neogotische landhuis dat op deze historische site verrees, is een typisch product van zijn tijd. Zowel uit- als inwendig bleef het vrijwel intact bewaard.

Op het moment van de bescherming (1997) werd het kasteeltje niet bewoond, maar bevond het zich in vrij goede staat. De omringende tuin was goed onderhouden. Het neerhof was inmiddels gerestaureerd en ingericht als woning.

Beschrijving

Het kasteeldomein met prachtige park- en tuinaanleg wordt begrensd door de Lakenmakersstraat, Nekkerspoel-Borcht en de Platte Beek en wordt afgesloten met smeedijzeren hekken ter hoogte van de Lakenmakersstraat. Het eigenlijke kasteel, gelegen op een volledig omgrachte, en aan drie zijden ommuurde aarden ophoging, staat middenin het domein, het voormalige neerhof ligt aan de Lakenmakersstraat.

Park

De slotgracht met houten boogbrug met smeedijzeren leuning en overblijfsel van voormalig spui bleef bewaard. Het spuihuis zelf werd gesloopt.

Aan de oostzijde, buiten de slotgracht gelegen, bevindt zich een tweeledige ronde toren (mogelijk de voormalige kapel) met neogotisch uitzicht doch oudere kern. Het betreft een baksteenbouw met gebruik van zandsteen voor de onderbouw. De voormalige kegelspits werd vervangen door een plat dak met omlopende tandlijst en kantelen. Er zijn spitsbogige en licht getoogde muuropeningen, waaronder een neogotische deur. De glas-in-loodramen zijn recent.

Aan de zuidzijde situeert zich de portierswoning. Het gaat om een rechthoekig dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak van mechanische pannen. Het gebouw werd samen met het huidig kasteel gebouwd.

Ten noorden van het kasteel staat een bijgebouw, dienst doend als neerhof en later als hovenierswoning (hoeve). Het gebouw heeft een 17de-eeuwse kern, aangepast door H. Storms, in samenwerking met de architecten E. Welch en J. Roosemont. Het betreft een verankerd bak- en zandstenen woonhuis met schuur, van vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. De balklagen, het dakgebinte en de schoorsteen bleven grotendeels bewaard. De rode tegelvloer bleef gedeeltelijk bewaard. De lagere aanbouwsels zijn van recentere datum. Het nieuw afdak met oude moleninstallatie is afkomstig van Nijlen.

Kasteel

Het kasteel zelf betreft een speels opgevat, vrijwel rechthoekig gebouw van vier en drie traveeën en twee bouwlagen onder haakse leien zadeldaken, geopend met dakkapelletjes en dakvensters in neogotische omlijsting. De combinatie van lijst- en topgevels wordt geflankeerd door sierlijke hoektorentjes onder ingesnoerde spits, ranke pinakels en een iets zwaarder uitgewerkte noordwesthoek. De gecementeerde, met schijnvoegen belijnde gevels (Euville kalksteen) zijn verrijkt met natuurstenen omlijstingen en neogotische siermotieven.

De noordoostelijke voorgevel wordt gekarakteriseerd door middel van een geaccentueerde inkompartij in de as van de brug, benadrukt door de vooruitgeschoven hal met brede korfboogvormige doorbrekingen, bekronend balkon en verzorgd smeedwerk. Op de aansluitende gevel staat het wapenschild van Philips Frans Petrus Roose, de laatste eigenaar van het vroegere slot.

De zonnige zuidoost- en zuidwestgevels hebben een luifel van glas en metaal, de noordwestgevel met driezijdige erker is gericht naar de ondergaande zon. De muuropeningen bestaan uit eenvoudige segmentboogvensters, alternerend met onder meer rechthoekige torenvenstertjes, een spitsbogig topvenster en spiegelboogvormige erkervensters. Aan de noordwestzijde bevindt zich een dienstingang.

Interieur

Het interieur bestaat uit een souterrain met betegelde wanden en troggewelven waarin keuken, voorraad- en wijnkelder en centrale verwarmingsinstallatie zijn ondergebracht. De bel-etage is voorzien van een ruime inkomhal met mozaïekvloer en trapzaal aan noord- en oostzijde. De zuidzijde behuist de suite van drie salons met spiegelglasdeuren, originele stucwerkplafonds, witmarmeren second-empire-schouw met ijzeren haardplaat, hoekschouwtjes, dienstlift en schrijnwerk uit het derde kwart van de 19de eeuw. De tweede bouwlaag heeft gelijkaardig ingedeelde slaapvertrekken met uitgewerkte houten binnendeuren (paneelwerk, bladmotieven).

  • Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Mechelen, schetsen, 1859/7, 1860/13, 1909/33.
  • Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DA002087, Kasteel en domein De Borght (zonder hoeve), (S.N., 1997).
  • BERLEMONT F.A. 1975: Mechelse Kronieken van het jaar 1 tot 1945, Brussel, 324.
  • Informatie verstrekt door de eigenaar.

Auteurs:  Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 2014: Kasteeldomein De Borght [online], https://id.erfgoed.net/teksten/166485 (geraadpleegd op ).


Kasteeldomein De Borght ()

Kasteeldomein met prachtige park- en tuinaanleg, begrensd door Lakenmakersstraat, Nekkerspoel-Borcht en Platte Beek, afgesloten met smeedijzeren hekken ter hoogte van de Lakenmakersstraat. Het eigenlijke kasteel, gelegen op een volledig omgrachte, en aan drie zijden ommuurde aarden ophoging, staat middenin het domein, het voormalige neerhof ligt aan de Lakenmakersstraat nummer 6.

De zware omheiningsmuren met natuurstenen onderbouw, bakstenen opbouw, steunberen en de voormalige ophaalbrug (?), verwijzen naar de middeleeuwse oorsprong van de Borght, door sommige historici vereenzelvigd met het feodale slot van de Berthouts. Vast staat zeker dat de Borght in 1423 als domaniaal goed door Filips de Goede verkocht werd; in 1428 was ze eigendom van Ludovicus 'T Sallaert, modo De Donckere, schout van Mechelen, die ze liet herbouwen. Van dit 15de-eeuwse slot zijn verschillende afbeeldingen bewaard. In 1758 werd het gesloopt op de funderingen en enkele brokstukken na (bewaard in het Hof van Busleyden). Het huidige neogotische kasteel werd wellicht circa 1860 opgetrokken in opdracht van Ed. Van Doornick.

Speels opgevat, vrijwel rechthoekig gebouw van vier en drie traveeën en twee bouwlagen onder haakse zadeldaken (leien), geopend met dakkapelletjes en dakvensters in neogotische omlijsting; combinatie van lijst- en topgevels, geflankeerd door sierlijke hoektorentjes onder ingesnoerde spits, ranke pinakels en een iets zwaarder uitgewerkte noordwesthoek; gecementeerde, met schijnvoegen belijnde gevels (Euville kalksteen) verrijkt met natuurstenen omlijstingen en neogotische siermotieven.

Noordoostelijke voorgevel met geaccentueerde inkompartij in de as van de brug, gekarakteriseerd door de vooruitgeschoven hal met brede korfboogvormige doorbrekingen, bekronend balkon en verzorgd smeedwerk; op de aansluitende gevel staat het wapenschild van Philips Frans Petrus Roose, de laatste eigenaar van het vroegere slot.

De zonnige zuidoost- en zuidwestgevels met luifel van glas en metaal, de noordwestgevel met driezijdige erker gericht naar de ondergaande zon. Eenvoudige segmentboogvensters, alternerend met onder meer rechthoekige torenvenstertjes, een spitsbogig topvenster, spiegelboogvormige erkervensters; noordwestzijde met dienstingang.

Interieur: souterrain met betegelde wanden en troggewelven waarin keuken, voorraad- en wijnkelder en centrale verwarmingsinstallatie zijn ondergebracht. Bel-etage met ruime inkomhal (mozaïekvloer) en trapzaal aan noord- en oostzijde; zuidzijde met suite van drie salons, met spiegelglasdeuren, originele stucwerkplafonds, witmarmeren second-empire-schouw met ijzeren haardplaat, hoekschouwtjes, dienstlift en schrijnwerk uit het derde kwart van de 19de eeuw. Tweede bouwlaag met gelijkaardig ingedeelde slaapvertrekken met uitgewerkte houten binnendeuren (paneelwerk, bladmotieven).

Slotgracht met houten boogbrug met smeedijzeren leuning en overblijfsel van voormalig spui; het spuihuis zelf werd gesloopt.

Aan oostzijde, buiten de slotgracht gelegen tweeledige ronde toren (voormalige kapel?) met neogotisch uitzicht doch oudere kern; baksteenbouw met gebruik van zandsteen voor de onderbouw; voormalige kegelspits, vervangen door plat dak met omlopende tandlijst en kantelen; spitsbogige en licht getoogde muuropeningen onder meer neogotische deur; recente glas-in-loodramen. Aan zuidzijde, portierswoning: rechthoekig dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen), samen met huidig kasteel gebouwd.

Bijgebouw in het noorden (neerhof, hovenierswoning), met 17de-eeuwse kern, aangepast door H. Storms, in samenwerking met de architecten E. Welch en J. Roosemont; verankerd bak- en zandstenen woonhuis met schuur, van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak; grotendeels bewaarde balklagen, dakgebinte en schoorsteen, gedeeltelijk bewaarde rode tegelvloer; de lagere aanbouwsels zijn van recentere datum. Nieuw afdak met oude moleninstallatie, afkomstig van Nijlen.

  • Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Mechelen, schetsen, 1859/7, 1860/13, 1909/33.
  • BERLEMONT F.A., Mechelse Kronieken van het jaar 1 tot 1945, Brussel, 1975, 324.
  • Informatie verstrekt door de eigenaar.

Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. 1995: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Mechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 1995: Kasteeldomein De Borght [online], https://id.erfgoed.net/teksten/1470 (geraadpleegd op ).